Uitspraak Nº 21/3996 t/m 21/3998. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2022-01-31

ECLIECLI:NL:RBZWB:2022:407
Docket Number21/3996 t/m 21/3998
Date31 Enero 2022
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 21/3996 tot en met 21/3998

uitspraak van 31 januari 2022

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonend in [woonplaats] (Polen),

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding
1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende de hierna vermelde naheffingsaanslagen omzetbelasting (hierna: de naheffingsaanslagen) opgelegd. Gelijktijdig zijn beschikkingen gegeven waarbij boeten zijn opgelegd of rente in rekening is gebracht tot de hierna vermelde bedragen:

Aanslagnummer

Periode

Dagtekening

Belasting

Rente

Boete

[aanslagnummer] F02.3502

2013

24 maart 2018

€ 6.777

€ 1.140

€ 3.363

[aanslagnummer] F02.4502

2014

24 maart 2018

€ 36.617

€ 4.788

€ 18.088

[aanslagnummer] F02.5503

2015

24 maart 2018

€ 8.988

€ 815

€ 3.180

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt.

1.3.

De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 4 oktober 2019 het bezwaar ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft bij brief van 8 november 2019, ontvangen bij rechtbank Gelderland op 14 november 2019, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 174.

1.5.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

De griffier van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (de rechtbank) heeft partijen op 27 september 2021 schriftelijk geïnformeerd dat de rechtbank Gelderland de onderhavige zaken heeft verwezen naar de rechtbank.

1.7.

Belanghebbende heeft op 23 november 2021 en 26 november 2021 nadere stukken ingediend. Een afschrift van deze stukken is aan de inspecteur verzonden.

1.8.

De inspecteur heeft op 7 december 2021 een pleitnota overgelegd. Een afschrift daarvan is aan belanghebbende gestuurd.

1.9.

De zitting heeft op 10 december 2021 plaatsgevonden in Breda. Daar zijn verschenen belanghebbende, zijn echtgenote, mr. M. Lewandowski en [bijstand] , en namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , [inspecteur 4] en [inspecteur 5] . Tevens was aanwezig H.M. Broos-Kania (tolk).

Op deze zitting zijn gelijktijdig behandeld de onderhavige zaken en de zaken met nummers 19/4118 tot en met 19/4135, 21/3995, 21/3999 en 21/4000.

1.10.

Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan de andere partij.

1.11.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat gelijktijdig met deze uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Met ingang van [inschrijvingsdatum] 2004 staat [eenmanszaak] (hierna: de eenmanszaak) ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (hierna: KvK). De activiteiten bestaan uit ‘interieurbouw en timmerbedrijf’. Belanghebbende staat bij de KvK geregistreerd als eigenaar van de eenmanszaak en beschikt over een btw-nummer.

2.2.

Belanghebbende stond in de onderhavige jaren in Polen ingeschreven op het adres [adres 1] . In de Basisregistratie personen (hierna: BRP) stond belanghebbende achtereenvolgend ingeschreven op de volgende adressen:

Adres

Van

Tot

[adres 2]

[datum] -2005

[datum] -2006

[adres 3]

[datum] -2006

[datum] -2011

[adres 1] (Polen)

[datum] -2011

[datum] -2012

[adres 4]

[datum] -2012

[datum] -2016

[adres 5]

[datum] -2016

[datum] -2019

[adres 6]

[datum] -2019

[datum] -2019

[adres 7] (Slowakije)

[datum] -2019

2.3.

Belanghebbende heeft aanvankelijk geen aangiften omzetbelasting ingediend. In 2016 heeft belanghebbende suppletieaangiften ingediend die zijn gedagtekend 27 mei 2015 (2013), 2 oktober 2015 (2014) respectievelijk 3 maart 2016 (2015). De suppletieaangiften zijn gedaan naar te betalen bedragen aan omzetbelasting van € 4.280 (2013), € 7.467 (2014) respectievelijk € 26.357 (2015).

2.4.

Op 17 november 2016 is een boekenonderzoek aangekondigd. Doel van het boekenonderzoek was onder meer de beoordeling van de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2015. Dat boekenonderzoek is gestart met een inleidend gesprek waarbij naast belanghebbende ook [toenmalig adviseur] , de toenmalige adviseur van belanghebbende, en [heer Z] aanwezig waren. [heer Z] is een neef van belanghebbende en is opgetreden als woordvoerder.

2.5.

In het kader van het boekenonderzoek zijn door de inspecteur derdenonderzoeken ingesteld bij twee opdrachtgevers: [opdrachtgever 1] en [opdrachtgever 2] Op 29 maart 2017 heeft een gesprek plaatsgevonden met [heer X] , verbonden aan [opdrachtgever 1] . Het verslag van dit gesprek vermeldt onder andere:

“- [heer X] is in contact gekomen met [heer Z] via zijn dochter;

(…)

- [heer Z] had aangegeven wel bereid te zijn werkzaamheden te verrichten middels zijn bedrijf voor [heer X] ;

- [heer X] heeft een offerte gekregen van [heer Z] (een kopie verstrekt) waarin sprake was van een aanneemsom van € 63.954 exclusief omzetbelasting en materiaal.;

(…)

- De Poolse arbeidskrachten hadden voorzieningen op het werk zodat ze konden blijven overnachten; (…)

- Hiervoor werd de uurprijs aangepast van € 15 per uur naar € 14,25 per uur;

- [heer Z] schrijft dat ze al 7 jaar op deze manier werken zonder dat er een bouwopzichter bij nodig was;

(…)

- Volgens [heer X] waren de heren [heer Z] en [heer Y] ( [eenmanszaak] ) voorgesteld als partners, aanwezig bij de bespreking van de offerte en aanvaarding van de opdracht;

- Volgens [heer X] was [heer Z] de feitelijke opdrachtnemer voor een bedrag van € 75.000;

(…)

- Alle afspraken waren gedaan met [heer Z] en dat was ook degene die de arbeidskrachten aanstuurde op de bouw en leiding of toezicht had en bijstuurde daar waar nodig.

(…)

Volgens [heer X] gedroeg [heer Z] zich als werkgever die zijn arbeidskrachten aanstuurde daar waar nodig. Met [belanghebbende] heeft hij verder geen contact gehad alles liep via [heer Z] .”

Het verslag van het gesprek met vertegenwoordigers van [opdrachtgever 2] op 12 april 2017 vermeldt onder meer het volgende:

“- Alle contacten liepen via [heer Z] die zich presenteerde als eigenaar van de onderneming;

(…)

- Met [heer Z] waren afspraken gemaakt over een te betalen uurloon;

- Tijdens het werk is vrijwel altijd een medewerker van [opdrachtgever 2] aanwezig;

- Deze medewerker heeft toezicht op de werkzaamheden en geeft instructies aan [heer Z] die daarop de medewerkers instrueert;

- [heer Z] werkt volgens [mevrouw] niet zelf mee op de bouw, geeft alleen aanwijzingen aan de werknemers;

(…)

- Indien er problemen zijn op het werk is [heer Z] aanspreekpunt, beide medewerkers weten niet over een andere ondernemer, het is het bedrijf van [heer Z] waarmee zaken worden gedaan.

(…)

Volgens [opdrachtgever 2] zijn het werknemers van [heer Z] doch [opdrachtgever 2] heeft daarna niet geïnformeerd.”.

2.6.

Op 24 mei 2017 heeft de inspecteur een gesprek gehad met belanghebbende. Bij dat gesprek was een Poolse tolk aanwezig, omdat belanghebbende de Nederlandse taal niet beheerst. Ook [heer Z] en [toenmalig adviseur] waren bij dat gesprek aanwezig. Het verslag van het gesprek van 24 mei 2017 vermeldt onder andere het volgende:

“Vraag 2

Welke werkzaamheden voert uzelf uit binnen de onderneming?

Antwoord [belanghebbende]

Ik heb toezicht op de bouwen en lever materialen op de bouw. Ik heb geen tijd om zelf mee te werken.

Vraag 3

Hoe verwerft u uw opdrachten in Nederland

Antwoord [belanghebbende]

Ik moet het hebben van mond tot mond reclame. Met klanten communiceer ik in de Duitse taal als het om de bouwwerkzaamheden gaat.

Vraag 4

Maakt u reclame voor uw werkzaamheden in Nederland? Zo ja op welke manier?

Antwoord [belanghebbende]

Mijn reclame is de goede uitvoering van de werkzaamheden. Daardoor krijg ik nieuwe klanten. Ik

heb een eigen website (aangegeven door [heer Z] ) namelijk www. [website] .com

Aanvankelijk wist hij niet dat hij een website had.

(…)

Vraag 9

Verricht uzelf alle werkzaamheden alleen?

Antwoord van [belanghebbende]

Alle werkzaamheden voor mijn onderneming voer ik zelf uit.

(…)

Vraag 12

Wie voert voor u de dagelijkse administratie?

Antwoord [belanghebbende]

Dagelijkse administratie wordt door [belanghebbende] uitbesteed aan [heer Z] . (…) De facturen worden gemaakt door [heer Z] . Er is sprake van een aanneemsom. Indien de heer [belanghebbende] verkeerd heeft gecalculeerd dan krijgt hij te weinig betaald voor de uitgevoerde werkzaamheden. (…) [belanghebbende] geeft aan [heer Z] door wat gefactureerd moet worden.

(…)

Vraag 15

Heeft u een eigen (zakelijk/prive) bankrekening(en) in Nederland? Nummer(s)

Antwoord [belanghebbende]

Ik heb maar één bankrekening. Dit is zowel zakelijk als privé. Het nummer van deze bankrekening ken ik niet uit het hoofd.

Vraag 16

Heeft u een eigen pasje van de bankrekening en bent u de enige die beschikt over een pasje voor uw bankrekening?

Antwoord [belanghebbende]

Ik heb zelf een bankpasje, maar die heb ik niet bij me. Niemand anders heeft een bankpasje van mijn rekening.

(…)

Vraag 18

Hoe komt u aan de buitenlandse arbeidskrachten die de werkzaamheden verrichten samen met u?

Antwoord...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT