Uitspraak Nº 21/854. College van Beroep voor het bedrijfsleven, 2022-10-25
Court | College van Beroep voor het bedrijfsleven (Nederland) |
ECLI | ECLI:NL:CBB:2022:723 |
Date | 25 Octubre 2022 |
Docket Number | 21/854 |
uitspraak
Zaaknummer: 21/854
en
(gemachtigde: mr. W.L.C. Rijk).
Bij besluit van 1 april 2021 heeft verweerder de onderzoeks- en innovatieagenda van de brancheorganisatie in de pluimveesector AVINED algemeen verbindend verklaard.
Bij besluit van 28 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellant tegen deze algemeenverbindendverklaring niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 6 september 2022. Aanwezig waren appellant en de gemachtigde van verweerder.
1. Verweerder heeft het bezwaar van appellant tegen het algemeen verbindend verklaren van de voorschriften op het gebied van onderzoek en innovatie en de financiering daarvan van de brancheorganisatie in de pluimveesector AVINED niet-ontvankelijk verklaard, omdat appellant geen (rechtsreeks) belanghebbende is bij dit besluit. Verweerder stelt dat de belangen die appellant heeft bij de algemeenverbindendverklaring zijn afgeleid van de belangen van de ondernemers waar hij zijn diensten aan verleend. Die belangen zijn daarom niet rechtstreeks bij het besluit betrokken.
2. Appellant heeft in beroep aangevoerd dat hij sinds 2005 als pluimveehouder bekend is met het Productschap Pluimvee en Eieren, dat in 2015 is opgeheven, en dat hij vanaf 2017 als zelfstandig adviseur is betrokken bij zaken die voorheen door het Productschap en nu door AVINED worden behandeld. De gang van zaken na de opheffing van het Productschap heeft de specifiek aandacht van appellant, vooral vanwege de slechte communicatie tussen AVINED en de niet aangesloten pluimveehouders waarvoor appellant als adviseur optreedt. In dit verband heeft appellant inbreng gegeven bij de internetconsultaties over de algemeenverbindendverklaring van voorschriften van AVINED. Appellant heeft op de zitting desgevraagd beaamd dat hij het bezwaar alleen voor zichzelf heeft ingediend en niet namens anderen.
3. Het College is van oordeel dat appellant geen rechtstreeks belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT