Uitspraak Nº 22/02977. Hoge Raad, 2022-10-21

ECLIECLI:NL:HR:2022:1438
Date21 Octubre 2022
Docket Number22/02977

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 22/02977 CW

Datum 21 oktober 2022

ARREST

op het beroep in cassatie in het belang van de wet van de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 27 juni 2022, nummer 20-000914-21, in de zaak

van

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1999,

hierna: de verdachte.

1 De uitspraak van het hof

Bij de uitspraak van het hof is de verdachte veroordeeld voor diefstal tot een gevangenisstraf van één maand.

2 Het cassatieberoep

De procureur-generaal F.W. Bleichrodt heeft beroep in cassatie in het belang van de wet ingesteld. De vordering tot cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De vordering strekt tot vernietiging van de uitspraak van het hof.

3 Waar het in deze zaak om gaat

De procureur-generaal heeft cassatie in het belang van de wet ingesteld omdat bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch onvolkomenheden zijn geconstateerd bij de beëdiging van een aantal raadsheren(-plaatsvervanger). Die onvolkomenheden bestaan eruit dat bij het afleggen van de eed of belofte gebruik is gemaakt van het formulier dat is bestemd voor een rijksambtenaar, in plaats van het formulier dat is bedoeld voor de beëdiging van een rechterlijk ambtenaar. In een nieuwsbericht van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 juli 2022 is dit als volgt toegelicht:1

"De afgelopen dagen zijn 16 raadsheren (rechters) bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch opnieuw beëdigd. Dit is gebeurd omdat hun eerdere beëdiging niet helemaal op de juiste manier was verlopen. De procedure is inmiddels aangepast om dit in de toekomst te voorkomen. Het betreft raadsheren in het strafrecht en het belastingrecht.

Recent is gebleken dat de beëdiging van een aantal raadsheren bij hun aanstelling aan het hof niet helemaal is verlopen zoals het hoort. Bij het afleggen van de ambtseed is niet de juiste tekst gebruikt. Er is een ambtseed voor rechterlijk ambtenaren (rechters en raadsheren) en één voor gerechtsambtenaren (overige medewerkers). In enkele gevallen is de eed voor medewerkers per abuis bij de raadsheren gebruikt."

De procureur-generaal legt met zijn vordering aan de Hoge Raad de vraag voor of dit gebruik van de verkeerde formule gevolgen heeft voor de rechtskracht van de uitspraken die alleen of mede door deze raadsheren(-plaatsvervanger) zijn gewezen.

4 Relevante wettelijke regelingen
4.1

De volgende wettelijke regelingen zijn van belang.

4.2

De Wet op de rechterlijke organisatie (hierna: Wet RO).

- Artikel 1:

"In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

(...)

b. rechterlijke ambtenaren:

(...)

2°. de senior raadsheren, de raadsheren en de raadsheren-plaatsvervangers in de gerechtshoven;

3°. de senior rechters A, de senior rechters, de rechters en de rechters-plaatsvervangers in de rechtbanken;

(...)

c. rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast: de rechterlijke ambtenaren, genoemd in onderdeel b, onder 1° tot en met 3°;

d. gerechtsambtenaren: burgerlijke rijksambtenaren op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam bij een gerecht;

(...)

6°. de landelijk hoofdadvocaat-generaal bij het ressortsparket alsmede de hoofdadvocaten-generaal, de senior advocaten-generaal, de advocaten-generaal en de plaatsvervangende advocaten-generaal bij het ressortsparket en het parket-generaal;

(...)."

- Artikel 5 lid 2:

"Op straffe van nietigheid worden de beschikkingen, vonnissen en arresten in burgerlijke zaken en strafzaken gewezen en de uitspraken in bestuursrechtelijke zaken gedaan met het in deze wet bepaalde aantal rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast."

- Artikel 6 lid 2:

"Tenzij in deze wet anders is bepaald, bestaan de meervoudige kamers uit drie rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, van wie een als voorzitter optreedt. Indien ook anderen dan rechterlijke ambtenaren deel uitmaken van een meervoudige kamer, treedt een rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast op als voorzitter."

- Artikel 40:

"1. Rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, werkzaam bij de rechtbanken zijn:

a. senior rechters A;

b. senior rechters;

c. rechters;

d. rechters-plaatsvervangers.

2. De rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast in een rechtbank zijn van rechtswege rechter-plaatsvervanger in de overige rechtbanken."

- Artikel 58:

"1. Rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, werkzaam bij de gerechtshoven zijn:

a. senior raadsheren;

b. raadsheren;

c. raadsheren-plaatsvervangers.

2. De rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast in een gerechtshof zijn van rechtswege raadsheer-plaatsvervanger in de overige gerechtshoven."

4.3

De Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (hierna: Wrra).

- Artikel 1 lid 1:

"In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

(...)

b. rechterlijke ambtenaren: de rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

(...)

e. ambt: de door de rechterlijk ambtenaar te vervullen functie;

(...)."

- Artikel 2 leden 1 en 2:

"1. De benoeming in het ambt van president van, vice-president van, raadsheer in of raadsheer in buitengewone dienst bij de Hoge Raad, senior raadsheer, raadsheer of raadsheer-plaatsvervanger in een gerechtshof, senior rechter A, senior rechter, rechter of rechter-plaatsvervanger in een rechtbank, of procureur-generaal, plaatsvervangend procureur-generaal, advocaat-generaal of advocaat-generaal in buitengewone dienst bij de Hoge Raad, geschiedt bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister voor het leven.

2. De benoeming in het ambt van procureur-generaal, deel uitmakend van het College van procureurs-generaal, landelijk hoofdadvocaat-generaal bij het ressortsparket, hoofdadvocaat-generaal, senior advocaat-generaal of advocaat-generaal bij het ressortsparket of het parket-generaal, dan wel hoofdofficier van justitie, plaatsvervangend hoofdofficier van justitie, senior officier van justitie A, senior officier van justitie, officier van justitie of substituut-officier van justitie bij een arrondissementsparket, het landelijk parket, het functioneel parket, het parket centrale verwerking openbaar ministerie of het parket-generaal geschiedt bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister."

- Artikel 5g:

"1. Een rechterlijk ambtenaar legt bij een benoeming in een ambt voorafgaand aan de datum van indiensttreding de eed of belofte af volgens het formulier zoals dat is vastgesteld in de bijlage bij de wet.

2. Bij een opvolgende benoeming in een ambt, dat bij hetzelfde gerecht of parket wordt vervuld, wordt een rechterlijk ambtenaar, in afwijking van het eerste lid, niet opnieuw beëdigd, tenzij het:

a. de benoeming tot president van of procureur-generaal bij de Hoge Raad betreft; of

b. de benoeming van een gerechtsauditeur, niet tevens zijnde raadsheer-plaatsvervanger of rechter-plaatsvervanger, of de griffier van de Hoge Raad betreft.

3. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de beëdiging van rechterlijke ambtenaren.

4. In afwijking van het eerste lid worden niet als zodanig beëdigd de plaatsvervangers van rechtswege alsmede de door het College van procureurs-generaal benoemde plaatsvervangers."

- Bijlage als bedoeld in artikel 5g lid 1:

"Formulier voor het afleggen van de eed of belofte door een rechterlijk ambtenaar

Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning, en dat ik de Grondwet en alle overige wetten zal onderhouden en nakomen.

Ik zweer/verklaar dat ik middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of voorwendsel ook...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
1 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 22/03034. Hoge Raad, 2022-10-21
    • Nederland
    • 21 oktober 2022
    ...middel faalt op de gronden die zijn vermeld in de rechtsoverwegingen 5.2.1 tot en met 5.3 en 5.4.2 tot en met 5.8 van het arrest met nummer 22/02977 dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken (ECLI:NL:HR:2022:1438). Opmerking verdient nog het volgende. Indien in belastingzaken zich een gev......
1 sentencias
  • Uitspraak Nº 22/03034. Hoge Raad, 2022-10-21
    • Nederland
    • 21 oktober 2022
    ...middel faalt op de gronden die zijn vermeld in de rechtsoverwegingen 5.2.1 tot en met 5.3 en 5.4.2 tot en met 5.8 van het arrest met nummer 22/02977 dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken (ECLI:NL:HR:2022:1438). Opmerking verdient nog het volgende. Indien in belastingzaken zich een gev......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT