Uitspraak Nº 23-003982-12. Gerechtshof Amsterdam, 2015-06-22

ECLIECLI:NL:GHAMS:2015:2410
Docket Number23-003982-12
Date22 Junio 2015
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

Parketnummer: 23-003982-12

Datum uitspraak: 22 juni 2015

TEGENSPRAAK

Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 september 2012 in de strafzaak onder parketnummer 13-657193-11 tegen:

[verdachte] [verdachte],

geboren te[geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,

adres: [adres],

thans gedetineerd in PI Utrecht - HvB locatie Nieuwegein te Nieuwegein.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 juni 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1:
hij op of omstreeks 14 november 2011 in de gemeente Amsterdam opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,

- voorzien van een vuurwapen, in ieder geval een dergelijk wapen/voorwerp, een cafe genaamd [bedrijf 1], betreden en/of

- meermalen, in ieder geval éénmaal, met een vuurwapen, in ieder geval met een dergelijk wapen/ voorwerp, op het lichaam van die [slachtoffer] geschoten,

tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;

2:
hij op of omstreeks 15 november 2011 in de gemeente Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 39,6 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof de voorkeur geeft aan een andere bewijsconstructie dan de door de eerste rechter gebezigde.

Bewijsoverwegingen en bespreking van de gevoerde verweren ten aanzien van feit 1


De raadsvrouw heeft primair bepleit dat de verdachte integraal moet worden vrijgesproken van het

onder 1 ten laste gelegde feit, aangezien het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat de verdachte de schutter is geweest die [slachtoffer] om het leven heeft gebracht. Daartoe is - zakelijk weergegeven - aangevoerd dat de herkenning van de verdachte door de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] niet kan bijdragen aan het bewijs en dat de camerabeelden niet met voldoende zekerheid aantonen dat de verdachte bij het schietincident betrokken is geweest. De verklaringen van de overige getuigen leveren geen belastend bewijs op en het dossier bevat voor het overige onvoldoende bewijsmiddelen om tot een veroordeling te komen, aldus de raadsvrouw. Bovendien heeft de verdachte een alibi voor het tijdstip van het schietincident.

De raadsvrouw heeft subsidiair vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde moord nu het wettig en overtuigend bewijs voor de voorbedachte raad ontbreekt. Daartoe is - zakelijk weergegeven - gesteld dat op basis van het dossier niet bewezen kan worden dat sprake was van een vooropgezet plan, dan wel het voornemen om [slachtoffer] om het leven te brengen. Iedere aanwijzing over de mogelijke aanleiding en de toedracht van het incident ontbreekt en niet kan worden vastgesteld op welk moment de schutter de beschikking over het wapen heeft gekregen. Het enkele feit dat de schutter een wapen bij zich droeg is onvoldoende om voorbedachte raad aan te nemen. Er kan sprake zijn geweest van een hevige gemoedsontwikkeling (het hof begrijpt: gemoedsopwelling) die ontstond vlak voordat de schutter het café binnenging. Het dossier biedt volgens de raadsvrouw voldoende contra-indicaties die de voorbedachte raad onaannemelijk maken en zij merkt in dit verband nog het volgende op:

- indien de schutter de schietpartij zorgvuldig zou hebben gepland, dan is het waarschijnlijk dat hij de moeite zou hebben genomen zich te vermommen;

- het feit dat de schutter op de beelden niet lijkt te aarzelen is een teken dat sprake is van één doorgaande aaneenschakeling van handelingen voortgekomen uit een enkele opwelling;

- de schoten worden gelost in een zeer kort tijdsbestek, wat betekent dat er geen moment van bezinning kan zijn geweest en dat alles uit één en dezelfde plotselinge gemoedsopwelling moet zijn voortgekomen;

- het schietincident vond plaats in een café waar andere mensen aanwezig waren, waar iedereen door de ramen naar binnen kon kijken, op een tijdstip waarop het druk is in de stad. Het is ondenkbaar dat iemand, die niet in een opwelling handelt, met al deze omstandigheden geen rekening zou houden.

Het hof overweegt hieromtrent als volgt.

Inleiding

Op maandag 14 november 2011 hebben agenten rond 01:41 uur melding gekregen om naar de [straatnaam 1] te gaan. Het bleek te gaan om een schietincident in het café [bedrijf 1] aan de [straatnaam 2] in Amsterdam waarbij de (mede-)eigenaar [slachtoffer] (verder: [slachtoffer]) was neergeschoten. Op de camerabeelden die zijn veiliggesteld is te zien dat die dag omstreeks 01.36 uur het café wordt betreden door een man met een vuurwapen. [slachtoffer] staat op dat moment achter de bar met zijn rug naar de ingang van het café. De man met het vuurwapen loopt richting de bar en schiet tweemaal gericht op voornoemde [slachtoffer]. Deze komt op zijn buik achter de bar terecht. De schutter loopt om de bar heen, schiet nog meerdere malen gericht op het slachtoffer en verlaat het café. [slachtoffer] wordt kort daarna overgebracht naar het ziekenhuis alwaar hij volgens het sectierapport om 02.26 uur is overleden.

De aanwezigheid van de verdachte op de plaats van het delict

Op de camerabeelden die zijn gemaakt voorafgaand aan en tijdens het schietincident is te zien dat ruim een uur voor het schietincident een man meerdere malen over het trottoir van de [straatnaam 1] langs café [bedrijf 1] loopt. Daarbij kijkt de man kennelijk bij het café naar binnen. De man is gekleed in een lange broek en draagt een donkere jas tot over de broeksriem. Onder de jas komt een licht kledingstuk uit. In de jas lopen horizontaal vier banen. De man draagt onder zijn jas een tasje op zijn heup.

Om 00.28.18 uur heeft die persoon contact met, naar later blijkt, [getuige 1], een jongere broer van de verdachte. Te zien is dat [getuige 1] vlak na die ontmoeting het café [bedrijf 1] binnengaat. [getuige 1] is hierover door de politie bevraagd en heeft verklaard dat hij zijn broer [verdachte] die avond nog buiten heeft gezien voordat hij de [bedrijf 1] (ook wel: café [bedrijf 1]) binnenging. Er zijn op dat moment geen andere personen op straat te zien en het hof gaat er dan ook van uit dat het de verdachte is die een uur voor het schietincident meerdere malen langs café [bedrijf 1] loopt en op voornoemd tijdstip voor de ingang van café [bedrijf 1] kort contact heeft met zijn jongere broer.

Op de camerabeelden is voorts te zien dat de schutter is gekleed in een lange broek en een jas tot over de broeksriem. In de jas lopen horizontaal vier banen. Over de jas draagt de schutter een tasje. Het hof heeft ter zitting de camerabeelden getoond en bekeken en waargenomen dat grote gelijkenis bestaat tussen de man die ruim een uur voor de schietpartij op de beelden is te zien is en de latere schutter, met name gelet op de kleding en het postuur.

Blijkens een proces-verbaal van bevindingen van 14 november 2011 is de verdachte door verbalisant [verbalisant 1] herkend op de camerabeelden van het schietincident vanaf 01.36.30 uur. Verbalisant [verbalisant 1] heeft gerelateerd dat hij op 14 november 2011 de opgenomen bewegende beelden heeft bekeken. Zijn conclusie luidt onder andere als volgt: “Ik verbalisant [verbalisant 1] herken [verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte) aan zijn gelaat, uiterlijk, houding, postuur en type kleding.” Daarnaast heeft hij vermeld dat hij [verdachte] al verschillende jaren kent en vaak met hem in contact is geweest.

Blijkens een proces-verbaal van bevindingen van 14 november 2011 is de verdachte ook door verbalisant [verbalisant 2] herkend op de camerabeelden. [verbalisant 2] heeft bij het zien van de beelden als volgt gerelateerd: “Ik herkende de schutter aan zijn bewegingen, postuur en gezicht als zijnde voornoemde [verdachte] [verdachte]”.

Beide verbalisanten zijn bij de raadsheer-commissaris uitvoerig bevraagd over de herkenning van de verdachte op de camerabeelden van het schietincident en de wijze waarop die herkenning tot stand is gekomen. Verbalisant [verbalisant 1] heeft tegenover de raadsheer-commissaris verklaard dat hij volledig zeker was van zijn herkenning. Ook verbalisant [verbalisant 2] heeft tijdens zijn verhoor bij de raadsheer-commissaris verklaard dat hij de verdachte heel goed kent uit het verleden en dat hij misschien wel honderden keren beroepsmatig contact met hem heeft gehad. Hij herkende de verdachte aan alles, zijn gezicht, zijn lopen, zijn bewegen, alles.

Het hof is van oordeel dat, mede gelet op de kwaliteit en duidelijkheid van de camerabeelden, de verbalisanten tot de slotsom hebben kunnen komen dat zij de verdachte op de betreffende beelden herkennen. Dat de verbalisanten voorafgaand aan het bekijken van de camerabeelden reeds de naam van de verdachte hadden gehoord alsmede dat zij de beelden in het bijzijn van anderen hebben bekeken, doet niet af aan die herkenningen.

Blijkens het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] van 14 november 2011 heeft zij de camerabeelden van het schietincident op haar telefoon kunnen bekijken en herkende ook zij de schutter meteen als een oude klant, genaamd [verdachte] [verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte). [getuige 2] is mede-eigenaar van café [bedrijf 1] en als zodanig ook werkzaam in genoemd café.

De raadsvrouw heeft verklaard dat er naast de personen die de verdachte hebben herkend op de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT