Uitspraak Nº 268954 / HA RK 19-199. Rechtbank Limburg, 2020-02-05

ECLIECLI:NL:RBLIM:2020:950
Date05 Febrero 2020
Docket Number268954 / HA RK 19-199

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer / rekestnummer: 268954 / HA RK 19-199

Beschikking van 5 februari 2020

in de zaak van

[appellant] ,

wonend te [woonplaats] ,

appelant, hierna te noemen “ [appellant] ”

advocaat mr. C.C.W. Plaat.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het beroepschrift ex art. 315 Faillissementswet (Fw) met producties, ter griffie ontvangen op 18 september 2019,

- de zienswijze van de rechter-commissaris neergelegd in zijn brief van 7 oktober 2019,

- de mondelinge behandeling van 17 december 2019.

1.2.

Ter zitting zijn verschenen:

- dhr. [appellant] , bijgestaan door mr. Plaat.

1.3.

Mr. C.J.M. Scheeren, bewindvoerder, is - hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen - niet ter gelegenheid van de mondelinge behandeling verschenen, noch is harerzijds een bericht van verhindering gegeven.

Dit laatste vormde voor de rechtbank reden om mr. Scheeren bij brief van de griffier van 18 december 2019 in de gelegenheid te stellen een recent voortgangsverslag (periode 18 april 2019-heden) uiterlijk 31 december 2019 over te leggen.

1.4.

Omdat 4 februari 2020 nog geen voortgangsverslag was ontvangen, is bepaald dat heden beschikking zal worden gegeven.

2 De feiten
2.1.

Bij vonnis van deze rechtbank van 22 juli 2016 is [appellant] toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) met benoeming van mr. M.M.T. Coenegracht tot rechter-commissaris en met aanstelling van mr. C.J.M. Scheeren tot bewindvoerder (insolventienummer C/03/16/557 R). Inmiddels is mr. P. Hoekstra tot rechter-commissaris benoemd.

2.2.

Bij beschikking van 13 september 2019 heeft de rechter-commissaris het verzoek van [appellant] om de looptijd van de schuldsanering te verkorten van vijf jaar naar drie jaar afgewezen. De motivering voor die beslissing luidt – kort samengevat – dat de rechtbank destijds bij de toelating goed heeft uitgelegd waarom de looptijd van de schuldsanering op vijf jaar is gesteld, namelijk dat schuldenaren in vergelijkbare situaties vaak niet tot de schuldsanering worden toegelaten. Omdat het ging om een hoge schuld en [appellant] een goede baan had met een royale afloscapaciteit – daarbij ongetwijfeld ook denkend aan het belang van de schuldeisers – is gekozen voor een termijn van vijf jaar. Die looptijd is echter niet expliciet in het vonnis vermeld...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT