Uitspraak Nº 3080813 UC EXPL 14-7891. Rechtbank Midden-Nederland, 2015-11-25

ECLIECLI:NL:RBMNE:2015:8275
Date25 Noviembre 2015
Docket Number3080813 UC EXPL 14-7891
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht

kantonrechter

locatie Utrecht

zaaknummer: 3080813 UC EXPL 14-7891 ip/1198

Vonnis van 25 november 2015

inzake

[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,

eisende partij,

gemachtigde: mr. drs. P.B. van den Bos,

tegen:

1. de naamloze vennootschap

VvAA Levensverzekeringen N.V.,

gevestigd te Utrecht,

gedaagde partij

gemachtigde: prof. mr. drs. M. Heemskerk,

2. de naamloze vennootschap

Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V.,

gevestigd te Rotterdam,

gedaagde partij,

gemachtigde: aanvankelijk mr. W.E. de Koning-Boeters, thans mr. R.J.G. Veugelers.

Partijen zullen hierna worden aangeduid als eiser en gedaagden, gedaagden ieder afzonderlijk ook als VvAA en NN.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 10 maart 2014

  • -

    het tussenvonnis van 14 mei 2014 waarmee de rechtbank de abusievelijke inschrijving van deze kantonprocedure op de handelsrol ongedaan heeft gemaakt

  • -

    de conclusie van antwoord van NN

  • -

    de conclusie van antwoord van VvAA

  • -

    de conclusie van repliek

  • -

    de conclusie van dupliek van VvAA

  • -

    de conclusie van dupliek van NN

  • -

    de brief van de gemachtigde van eiser van 30 juni 2015 met de nadere producties genummerd 15 tot en met 22

  • -

    het faxbericht van de gemachtigde van eiser van 6 juli 2015 met productie 23 en een concept akte houdende wijziging van eis

  • -

    de pleitaantekeningen van eiser, VvAA en NN die ter gelegenheid van de pleidooien op 7 juli 2015 zijn overgelegd.

1.2.

Tot slot is vonnis bepaald.

1.3.

VvAA en NN hebben bezwaar gemaakt tegen de wijziging van eis bij pleidooi. De kantonrechter heeft dit bezwaar gehonoreerd en beslist dat de wijziging geheel buiten beschouwing blijft. De reden daarvoor is dat de wijziging op onderdelen een vermeerdering van eis zou opleveren en dat gedaagden op die onderdelen niet meer behoorlijk kunnen reageren. Toelating van de wijziging zou daarom strijd met de eisen van een goede procesorde opleveren.

2 De feiten
2.1.

Eiser, geboren op [1949] , is van 1 februari 1991 tot 1 november 1994 als algemeen directeur in dienst geweest van de onderlinge waarborgmaatschappij Onderlinge Levensverzekering Maatschappij voor Artsen u.a. (hierna: OLMA). Nadat de onderlinge waarborgmaatschappij op enig moment was omgezet in een naamloze vennootschap heeft per 1 januari 2011 een juridische fusie plaatsgevonden met VvAA. Daardoor zijn alle verplichtingen van OLMA jegens eiser overgegaan op VvAA.

2.2.

Onderdeel van de arbeidsvoorwaarden van eiser was de pensioenregeling voor personeelsleden in vast dienstverband van OLMA. Deze pensioenregeling was ten tijde van de indiensttreding van eiser vastgelegd in het pensioenreglement van september 1988 (hierna: het pensioenreglement). Dit reglement was door verwijzing onderdeel van en als bijlage gevoegd bij de arbeidsovereenkomst. Het reglement gold ook nog toen de arbeidsovereenkomst van eiser eindigde.

2.3.

Eiser heeft op grond van artikel 13 van het pensioenreglement na einde dienstverband een premievrije aanspraak op ouderdoms-, weduwe- en wezenpensioen behouden. In artikel 13 staat over de rechten bij tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap als laatste zin: “Van deze aanspraken wordt de deelnemer een bewijs gegeven”.

2.4.

Na einde dienstverband heeft de onderlinge waarborgmaatschappij aan eiser geen bewijs gegeven van zijn premievrije aanspraken. Nadat de onderlinge waarborgmaatschappij was omgezet in een naamloze vennootschap heeft deze vennootschap op 22 maart 2000, 8 januari 2002, 6 februari 2004, 11 februari 2005 en 23 februari 2006 aan eiser overzichten verstrekt van de door hem opgebouwde pensioenrechten. Op al deze overzichten staat als datum uitdiensttreding 31 december 1995 vermeld. Als datum van opname in de pensioenregeling is 1 maart 1980 (fictief) vermeld. Eiser heeft door waardeoverdracht van pensioenaanspraken uit (een) vorig(e) dienstverband(en) deelnemersjaren vanaf 1 maart 1980 in de pensioenregeling van OLMA verkregen. Op grond van de PSW hoefde aan eiser maar één keer in de vijf jaar een opgave te worden gedaan van de opgebouwde pensioenrechten.

2.5.

In artikel 19 van het pensioenreglement is de aanspraak op toeslag (indexatie) als volgt verwoord:

Artikel 19. Toeslagen

Indien, en voorzover gehoord de actuaris, de middelen uit de resultatendeling van de Onderlinge dan wel beschikbaar gesteld door de Onderlinge zulks toelaten, worden jaarlijks de reeds ingegane pensioenen van (gewezen) deelnemers alsmede de uitgestelde aanspraken van gewezen deelnemers met toeslagen verhoogd.

Deze toeslagen zijn gebaseerd op wijzigingen van de pensioengrondslag, zoals bepaald in artikel 14, lid 2. Indien voornoemde middelen niet toereikend zijn worden de toeslagen naar rato gekort.

In artikel 14 lid 2 van het reglement staat voor zover van belang het volgende:

(…) voornoemde pensioengrondslag jaarlijks wordt aangepast aan de hand van de bij de Onderlinge geldende algemene salariswijzigingen alsmede van de AOW-wijzigingen- indien de middelen, beschikbaar uit de resultatendeling van de Onderlinge dan wel door de Onderlinge beschikbaar gesteld, dit toelaten.

In artikel 17 van het pensioenreglement staat onder meer het volgende:

Artikel 17. Algemene bepalingen

  1. Indien te eniger tijd naar het oordeel van de directie en/of de commissarissen van de Onderlinge gezien de bedrijfsresultaten aanpassing van deze pensioenregeling wenselijk wordt geacht zal verplicht overleg plaatsvinden met alle betrokken deelnemers.

  2. Indien sociale wetten of publiekrechtelijk c.q. privaatrechtelijk verplicht gestelde regelingen met betrekking tot pensioenvoorzieningen mochten worden ingevoerd of gewijzigd dan behoudt de Directie van de Onderlinge zich het recht voor de uit dit reglement voortvloeiende pensioenregeling aan te passen en dit reglement dienovereenkomstig te wijzigen.

  3. (…)

  4. Wijzigingen als in de leden 1 en 2 bedoeld zijn slechts van toepassing op nog komende deelnemersjaren; verkregen rechten worden niet aangetast.

(…)

2.6.

OLMA heeft de pensioenaanspraken van eiser jaarlijks verhoogd met het percentage van de structurele loonsverhoging overeenkomstig de CAO voor het Verzekeringsbedrijf (Binnendienst). Deze toeslag zal hierna de cao-loonindex worden genoemd.

2.7.

Pensioenfondsen en verzekeraars konden op grond van de Pensioen- en Spaarfondsenwet ontheffing krijgen van de verplichting om de pensioenen voor de eigen werknemers elders onder te brengen. In artikel 20 van het pensioenreglement is daarover het volgende vermeld:

Artikel 20. Verzekeringen

  1. Voor dekking van de pensioenen worden verzekeringen in guldens gesloten bij de Onderlinge. Aan de Onderlinge is per brief d.d. 24 november 1972, nr. 43561, van het Ministerie van Sociale Zaken toestemming verleend de pensioentoezeggingen te verzekeren door bij het eigen bedrijf te sluiten verzekeringen.

  2. De in enig jaar te vestigen pensioenaanspraken worden gefinancierd door middel van koopsomstortingen die, behoudens indien een korting wordt toegepast als bedoeld in artikel 12 lid 2, steeds zodanig zijn dat op elk moment de rechten die betrekking hebben op de reeds verstreken deelnemersjaren volledig zijn ingekocht.

  3. (…)

De uit de resultatendeling van de Onderlinge beschikbaar komende middelen terzake van de verzekeringen betrekking hebbende op gewezen deelnemers zijn bestemd voor toeslagen zoals geregeld in artikel 18 dan wel voor verhoging van de aanspraken van de invalide deelnemers zoals geregeld in artikel 14.

In artikel 12 van het pensioenreglement is geregeld dat OLMA de kosten van de pensioenregeling draagt indien en voor zolang deze kosten jaarlijks niet meer bedragen dan 15% van de salarissom. Voor het geval de bijdrage van 15% van de salarissom onvoldoende is om de in dat jaar te vestigen aanspraken te financieren is een kortingsregeling opgenomen.

2.8.

VvAA heeft de pensioenen voor de eigen werknemers, daaronder begrepen de werknemers die voorheen in dienst zijn geweest van OLMA, per datum fusie ondergebracht bij NN. Dat heeft VvAA gedaan door overdracht van haar volledige pensioenportefeuille (184 polissen) overeenkomstig de regeling van artikel 112 en volgende van de Wet op het Financieel Toezicht (Wft). VvAA heeft gedurende het jaar 2011 de voorgeschreven procedure gevolgd en heeft eind 2011 de benodigde toestemming van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) verkregen voor overdracht van haar pensioenportefeuille aan NN met terugwerkende kracht per 1 januari 2011. De portefeuille omvatte behalve de pensioenpolissen voor het eigen personeel ook pensioenpolissen van enkele andere bedrijven en enkele individuele pensioenverzekeringen.

2.9.

Volgens opgave van VvAA aan DNB (productie 5 bij dagvaarding) had zij 12 premievrije polissen van levensverzekering in portefeuille waarin een aanspraak op toeslag conform de cao-loonindex was opgenomen. Met een memo van 29 april 2011 heeft VvAA onder meer het volgende aan DNB bericht:

1. CAO-index

Toelichting

Polissen gekoppeld aan de CAO-index betreft polissen waarbij de verhogingen gelijk zijn aan de structurele salarisverhogingen zoals genoemd in de CAO voor het Verzekeringsbedrijf (Binnendienst).

Voorstel voor overdracht

De koppeling met de CAO-index zal bij NN niet worden voortgezet. Polishouders krijgen een vaste gegarandeerde jaarlijkse indexatie aangeboden. De hoogte van deze gegarandeerde indexatie is gebaseerd op de hoogte van de CAO-index van de afgelopen 10 jaar verminderd met een afslag van 0,1% vanwege toekomstige zekerheid van deze indexatie in relatie tot onzekerheid over de hoogte van toekomstige CAO-indexaties.

De gemiddelde loonindex van de CAO...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT