Uitspraak Nº 514532 HA / RK 20-324. Rechtbank Midden-Nederland, 2020-12-22

ECLIECLI:NL:RBMNE:2020:5650
Docket Number514532 HA / RK 20-324
Date22 Diciembre 2020
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

WRAKINGSKAMER

Locatie: Utrecht

Zaaknummer/rekestnummer: 514532 HA / RK 20-324

Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van

22 december 2020

op het verzoek in de zin van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv) van:

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,

(verder te noemen: verzoeker).

1 De procedure
1.1.

Verzoeker heeft ter zitting van 18 december 2020 van de kamer voor de behandeling van wrakingszaken (verder: de eerste wrakingskamer) de eerste wrakingskamer in de zaak met zaaknummer 513742 / HA RK 20-303 gewraakt. Het verzoek tot wraking is gericht tegen mrs. M.C. Oostendorp, voorzitter, en N.E.M. Kranenbroek en W.S. Ludwig, als leden van de eerste wrakingskamer en tegen de gehele rechterlijke macht, omdat alle rechters partijdig en bevooroordeeld zijn.

1.2.

De eerste wrakingskamer behandelde het door verzoeker op 2 december 2020 ter zitting gedane verzoek tot wraking van mr. E.A.A. van Kalveen in de procedure met zaaknummer C/16/512583 / FA RK 20-6573.

1.3.

De wrakingskamer heeft, gelet op het onderstaande, afgezien van een mondelinge behandeling.

2 De ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek
2.1.

Uitgangspunt is dat een wrakingsverzoek op een zitting wordt behandeld. Wanneer het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, kan van dit uitgangspunt worden afgeweken in de gevallen die zijn genoemd in onderdeel 9.1 a t/m i van het wrakingsprotocol van deze rechtbank.1

2.2.

De wrakingskamer is van oordeel dat verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk is in zijn wrakingsverzoek. Zij overweegt daartoe als volgt.

2.3.

Verzoeker heeft ter onderbouwing van zijn wrakingsverzoek enkel gesteld dat alle rechters partijdig en bevooroordeeld zijn. Concrete feiten en omstandigheden waaruit zou moeten blijken waarom de behandelend rechters van de eerste wrakingskamer tegenover verzoeker vooringenomen zouden zijn, heeft verzoeker niet gesteld. Het verzoek is dus niet gemotiveerd. Verzoeker is daarom niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek.

2.4.

Verzoeker lijkt tevens de gehele rechterlijke macht te wraken. Gelet op het bepaalde in artikel 36 Rv is dit niet mogelijk. Alleen de met de behandeling van de zaak belaste rechter(s) kan/kunnen worden gewraakt. Ook in dit deel van het verzoek is verzoeker daarom niet-ontvankelijk.

Wrakingsverbod

2.5.

De...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT