Uitspraak Nº 652664-18. Rechtbank Midden-Nederland, 2019-09-17

ECLIECLI:NL:RBMNE:2019:4328
Date17 Septiembre 2019
Docket Number652664-18
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Lelystad

Parketnummer: 16/652664-18 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 17 september 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] ,

wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres 1] .

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 september 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. C. Goedegebuure en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw mr. S.M. Hoogenraad, advocaat te Zoetermeer, naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

op 31 augustus 2018 te Almere samen met één of meer anderen met geweld en/of bedreiging met geweld kledingstukken en een mobiele telefoon van [slachtoffer] heeft gestolen.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde en daartoe aangevoerd dat verdachte niet wist van een van tevoren gemaakte afspraak, dat ook niet is te zien dat hij aangever opwacht en evenmin dat hij met aangever in de lift stapt. Er is geen bewijs dat verdachte aangever heeft vastgehouden, zijn telefoon vast heeft gehad of zijn vest heeft afgepakt. Dat vest kreeg verdachte in zijn handen gedrukt en heeft hij niet weggenomen. Verdachte herkent zichzelf niet op de camerabeelden, de printscreens daarvan zijn vaag en de verdachten passen allemaal in elkaars signalement.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Bewijsmiddelen 1

Aangever [slachtoffer] heeft als volgt verklaard. Op 31 augustus 2018 had hij afgesproken met zijn vriend [A] . [A] zei tegen hem dat hij kleding op moest halen bij de [straatnaam] [nummeraanduiding] in [woonplaats] waar hij met een vriend had afgesproken. [slachtoffer] is samen met [A] naar dat adres gegaan en vervolgens met [A] en de jongen met wie [A] had afgesproken in de lift gaan staan. [slachtoffer] zag daarna een stuk of zes jongens uit een halletje naast de liftdeur komen die allemaal op [A] afrenden. [A] is daarop weggerend en [slachtoffer] ook. Er kwamen nog meer gasten aan die van buiten kwamen, waar een deur is naar de schuren. Buiten waren een aantal jongens aan het filmen. Hij hoorde hen roepen “ [afkorting] !” en “Kijk hoe jullie mannen wegrennen!”. [afkorting] staat voor [......] , de buurt waar die jongens wonen. [voornaam van A] en hij renden in eerste instantie samen weg, maar door een bocht moest [slachtoffer] afremmen waardoor één van de jongens hem vast kon pakken. Er kwam een tweede jongen bij die hem ook vasthield. Beide jongens hebben zijn zakken doorzocht, zijn telefoon uit zijn broekzak gepakt en zijn vest uitgetrokken. Daarna heeft [slachtoffer] zich losgerukt en is hij weggerend.2

[A] heeft verklaard dat hij samen met [voornaam van slachtoffer] omstreeks 16.00 uur naar de [straatnaam] [nummeraanduiding] ging om een broek op te halen bij [voornaam van B] (de rechtbank begrijpt: [B] ) die hem via Snap had laten weten dat hij een Nike broek voor hem had. Samen met [voornaam van slachtoffer] en [voornaam van B] ging hij de lift in. Een paar seconden later zag hij dat een jongen genaamd [voornaam van C] (de rechtbank begrijpt: [C] ), met wie hij ruzie heeft, ook in de lift kwam. Hij zag eerst dat alleen [voornaam van C] erbij kwam, maar daarna dat uit een deur rechts van de portiek nog meer jongens kwamen.3

Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij uit het raam van zijn woning keek en een groep jongens om een andere jongen heen zag staan. Hij zag dat het slachtoffer van achteren werd vastgehouden en dat één van de jongens samen met een andere jongen hardhandig kleding van het slachtoffer aftrok. Het slachtoffer wist zich los te trekken en rende weg. De groep liep verder richting station Oostvaarders.4

Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat één van de jongens het slachtoffer bij zijn nek vastgreep en dat de andere jongens in de broekzakken van het slachtoffer voelden en daar een zwarte telefoon uitpakten. Zij hoorde hen zeggen: “Wat heb je?” en: “Wat heb je nog meer?”. Eén van de jongens trok het shirt van het slachtoffer uit waarna hij in zijn blote bovenlijf stond.5

Op de camerabeelden van het appartementencomplex aan de [straatnaam] van 31 augustus 2018 is te zien dat zeven verdachten, namelijk [C] , [D] , [E] , [F] , [verdachte] , [G] en [H] , gezamenlijk aan komen lopen bij het appartementencomplex. Medeverdachte [B] opent voor hen van binnenuit de toegangsdeur. Vervolgens verdwijnen de zeven verdachten door een inpandige deur naar de berging en wordt de deur gesloten. [B] blijft alleen achter in de hal. Hij wacht in de hal en opent even later de toegangsdeur voor [A] . [A] wenkt naar een persoon en kort daarop komt [slachtoffer] aan fietsen en loopt ook naar binnen. [slachtoffer] , [A] en [B] stappen in de lift. De deur die naar de berging leidt, gaat open en [C] , [F] en [D] lopen naar de lift. [A] verlaat na enkele ogenblikken de lift en [C] , [F] en [D] volgen hem op zeer korte afstand. De deur van de inpandige berging die uitkomt aan de buitenzijde van het complex gaat open en [H] en [verdachte] komen naar buiten en lopen in een rechte lijn op [A] af. [A] rent weg en op datzelfde ogenblik rent ook [slachtoffer] weg. De achtervolging op beiden wordt direct ingezet door [C] , [D] , [E] , [F] , [verdachte] , [G] en [H] en enkele seconden later ook door [B] . Op de camerabeelden die zicht geven op de voorzijde van het complex is te zien dat [A] door het beeld rent, direct gevolgd door [slachtoffer] . [verdachte] rent direct achter [slachtoffer] aan, haalt hem in en pakt hem vast bij zijn kleding en dwingt hem zo vaart te minderen. [verdachte] wordt herkend aan zijn kleding en aan de plastic boodschappentas van het merk [.] die hij voortdurend bij zich draagt. Vervolgens rennen de overige zes...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT