Uitspraak Nº 6752922 CV18-1223. Rechtbank Den Haag, 2019-01-24

ECLIECLI:NL:RBDHA:2019:952
Date24 Enero 2019
Docket Number6752922 CV18-1223
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
Rechtbank den haag

Zittingsplaats Gouda

PF

Zaaknummer 6752922/ CV EXPL 18-1223

VONNIS van de kantonrechter d.d. 24 januari 2019 in de zaak:

de stichting Stichting Sociëteit So What,

gevestigd te Gouda,

eisende partij,

gemachtigde: mr. drs. P. Eymaal,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vloerenbedrijf [gedaagde] B.V.,

gevestigd te Gouda,

gedaagde partij,

gemachtigde: mr. drs. G. de Hoog-Geurts.


Partijen worden aangeduid als “So What” en “ [gedaagde] ”.

1 Procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:

  • -

    de dagvaarding d.d. 14 maart 2018;

  • -

    de conclusie van antwoord;

  • -

    de in het geding gebrachte producties.

Op 30 augustus 2018 heeft er een comparitie van partijen plaatsgevonden waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Nadien zijn de volgende stukken in het geding gebracht:

  • -

    de akte zijdens So What;

  • -

    de akte zijdens [gedaagde] ;

  • -

    de brief van de gemachtigde van So What van 14 december 2018;

  • -

    de akte zijdens [gedaagde] .

2
2. Feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten.
2.1 So What heeft in maart 2014 met [gedaagde] een overeenkomst gesloten om in een deel van het door haar gehuurde pand op een bestaande vloer pvc-tegels te leggen van 50x50 met ‘mes/groef thermisch gelast’.
2.2 Voor een totaaloppervlakte van 203 m2 heeft [gedaagde] hiervoor op 1 september 2014 een bedrag van € 14.973,75 aan So What in rekening gebracht. De desbetreffende factuur is door So What betaald.
2.3 Op 30 september 2014 heeft [gedaagde] aan So What een onderhoud- en garantieverklaring per e-mail toegezonden.
2.4 In het najaar van 2014 hebben partijen met elkaar gecorrespondeerd over de vloer en met name de omstandigheid dat de lasnaden tussen de tegels het begaven. [gedaagde] heeft vervolgens meerdere reparaties uitgevoerd.
2.5 So What heeft meerdere malen ingebrekestellingen aan [gedaagde] verzonden.
2.6 [gedaagde] heeft bij e-mail van 13 mei 2015 aan So What voorgesteld om over de vloer een zwarte polymeer en/of een transparante coating aan te brengen om de vloer waterdicht te maken. So What heeft van dit aanbod geen gebruik gemaakt.
2.7 Bij e-mail van 29 december 2015 heeft [gedaagde] opnieuw aangeboden de vloer te sealen.
2.8 So What heeft vervolgens een deskundige, te weten de heer M. Geesing van Hanselman expertise, ingeschakeld. Naar aanleiding van het rapport van 26 april 2016 van deze deskundige heeft So What bij brief van 7 juli 2016 de overeenkomst tussen partijen partieel ontbonden, voor zover de overeenkomst ziet op de vloer in de voorzaal waaronder een houten vloer is gelegen (oppervlakte 89,25 m2). [gedaagde] is gesommeerd om als gevolg van de ontbinding een bedrag van € 4.908,75 aan So What te betalen.
2.9 [gedaagde] heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen en heeft het genoemde bedrag niet aan So What betaald. Zij heeft zich wederom op het standpunt gesteld dat een coating met succes kon worden aangebracht om de vloer waterdicht te krijgen.
2.10 Bij brief van 31 januari 2018 heeft (de gemachtigde van) So What [gedaagde] wederom gesommeerd tot betaling van een bedrag van € 4.908,75, te vermeerderen met daarover verschuldigde btw, zijnde in totaal € 5.939,59. Voorts heeft zij in die brief de
...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT