Uitspraak Nº 6761079 CV EXPL 18-10727. Rechtbank Rotterdam, 2020-04-10

ECLIECLI:NL:RBROT:2020:3370
Docket Number6761079 CV EXPL 18-10727
Date10 Abril 2020
RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 6761079 CV EXPL 18-10727

uitspraak: 10 april 2020

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

1 [eiser 1] ,

2. [eiser 2],

beiden wonende te [woonplaats eisers] ,

eisers,

gemachtigde: mr. A. Rhijnsburger te Rotterdam,

tegen

de rechtspersoonlijkheid bezittende stichting

Stichting Havensteder,

gevestigd te Rotterdam,

gedaagde,

gemachtigde: aanvankelijk mr. K.A.M. Jaspers, thans mr. E. Boot te Rotterdam.

Partijen worden hierna aangeduid als “ [eisers] ” en “Havensteder”.

1. Het verloop van de procedure
1.1

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen.

  • -

    het exploot van dagvaarding van 19 maart 2018;

  • -

    de akte aan de zijde van [eisers] , met producties;

  • -

    de conclusie van antwoord, met producties;

  • -

    het tussenvonnis van 23 mei 2018, waarin een comparitie van partijen is bepaald;

  • -

    de voorafgaande aan de comparitie van partijen aan de zijde van [eisers] overgelegde brief van 20 juli 2018, met producties;

  • -

    de voorafgaande aan de comparitie van partijen aan de zijde van Havensteder overgelegde brief van 24 juli 2018, met producties;

  • -

    het proces-verbaal van de op 31 juli 2018 gehouden comparitie van partijen;

  • -

    de akte uitlaten getuigenverhoor aan de zijde van [eisers] ;

  • -

    de (fax)brief van 16 november 2018 aan de zijde van [eisers] ;

  • -

    de brief van 27 november 2018 aan de zijde van [eisers] , met producties;

  • -

    het proces-verbaal van getuigenverhoor van 3 december 2018 aan de zijde van [eisers] ;

  • -

    de akte uitlaten contra-enquête aan de zijde van Havensteder, met producties;

  • -

    het proces-verbaal van getuigenverhoor van 4 april 2019 aan de zijde van Havensteder;

  • -

    de brief van 24 juni 2019 aan de zijde van Havensteder;

  • -

    het proces-verbaal van getuigenverhoor van 8 juli 2019 aan de zijde van Havensteder;

  • -

    de conclusie na enquête aan de zijde van [eisers] , met producties;

  • -

    de conclusie na enquête aan de zijde van Havensteder;

  • -

    de akte na getuigenverhoor aan de zijde van [eisers] , met producties;

  • -

    de akte na getuigenverhoor aan de zijde van Havensteder.

1.2

De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2. De vaststaande feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten.

2.1

Tussen Havensteder als verhuurder en [eisers] als huurder bestaat sinds
4 december 2002 een huurovereenkomst met betrekking tot de woonruimte staande en gelegen aan de Einsteinplaats 103 te Rotterdam. De woning is gelegen op de vijfde verdieping.

2.2

Tussen Havensteder als verhuurder en de [naam 1] , een gezin met drie kinderen waarvan het jongste kind in 2018 is geboren, als huurder bestaat sinds 26 mei 2014 een huurovereenkomst met betrekking tot de woonruimte staande en gelegen aan de [adres 1] . Die woning bevindt zich (precies) boven de woning van [eisers] , op de zesde verdieping.

2.3

In het flatgebouw waarin de woningen van [eisers] en de [naam 1] zijn gelegen wonen nagenoeg alleen oudere bewoners.

2.4

[eisers] en ook buren en omwonenden hebben (via [eisers] ) vanaf
10 februari 2015 vele honderden klachten bij Havensteder, de politie, de wijkagent, (de secretaris van) de bewonersvereniging, de huismeester van het flatgebouw en de (coördinator woonoverlast van de) gemeente Rotterdam ingediend en meldingen gedaan over (kort gezegd) geluidsoverlast door de [naam 1] .

2.5

In oktober 2015 heeft de gemeente Rotterdam een geluidsmeter in de woning van [eisers] geplaatst en geluidsmetingen uitgevoerd. Uit de metingen is gebleken dat 40% van de geluiden als overlast moet worden aangemerkt en 60% van de geluiden als leefgeluiden.

2.6

Bij brief van 11 januari 2017 heeft Havensteder aan [eisers] meegedeeld dat het “dossier” wordt gesloten, omdat sprake is van leefgeluiden.

2.7

[eisers] heeft begin 2017 een klacht ingediend bij de geschillenadvies-commissie over geluidsoverlast. Op 4 april 2017 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Twee leden van de geschillenadviescommissie hebben op 12 april 2017 een huisbezoek
(van 20 minuten afgelegd) aan de woningen van [eisers] en de [naam 1] .

Op 25 april 2017 heeft de geschillenadviescommissie uitspraak gedaan en onder andere geoordeeld dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de geluiden van één buurgezin afkomstig zijn. Havensteder heeft daarop geen actie ondernomen richting de [naam 1] .

2.8

Begin april 2017 heeft Muddebouw op verzoek van Havensteder een gespecialiseerd (installatie)bedrijf ingeschakeld om de leidingen in de woningen van [eisers] en de [naam 1] te onderzoeken. Daarbij is vastgesteld dat zich geen gebreken bevinden in of aan die leidingen.

2.9

De [naam 1] heeft niet meegewerkt aan buurtbemiddeling.

3. De vordering
3.1

[eisers] heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

primair:

a. Havensteder te veroordelen om een procedure aanhangig te maken jegens de [naam 1] strekkende tot ontbinding van de huurovereenkomst tussen Havensteder en de [naam 1] met betrekking tot het gehuurde gelegen aan de [adres 1] , binnen een maand na betekening van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag dat Havensteder daarmee in gebreke blijft;

subsidiair:

b. Havensteder te veroordelen om een procedure aanhangig te maken jegens de [naam 1] en daarin te vorderen dat de [naam 1] zich zal onthouden van stamp- en klopgeluiden en dat zij verplicht zal worden om zachte vloerbedekking (tapijt) aan te brengen in de gehele woning, binnen een maand na betekening van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag dat Havensteder daarmee in gebreke blijft;

alles met veroordeling van Havensteder in de proceskosten.

3.2

Aan de vorderingen heeft [eisers] naast de hierboven onder 2.1 tot en met 2.6 en 2.9 vermelde vaststaande feiten - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende ten grondslag gelegd.

De [naam 1] veroorzaakt al sinds augustus 2014 ernstige en structurele (geluids)overlast aan [eisers] en ook aan andere buren en omwonenden. De [naam 1] doet er niets aan om die overlast te beperken en wenst ook niet mee te werken aan het bereiken van een oplossing middels mediation en/of buurtbemiddeling. Op de momenten dat de [naam 1] niet thuis is, ondervindt [eisers] geen geluidsoverlast. Het kan niet van [eisers] worden gevergd dat de onderhavige situatie nog langer blijft voortduren. Havensteder heeft haar taken op het gebied van overlastbestrijding niet uitgevoerd en verschaft niet het rustig woongenot aan [eisers] . Havensteder is verplicht om rechtsmaatregelen tegen de [naam 1] te treffen. De overlast die de [naam 1] veroorzaakt rechtvaardigt dat Havensteder een procedure aanhangig maakt jegens de [naam 1] en daarin ontbinding van de huurovereenkomst tussen Havensteder en de [naam 1] vordert. Subsidiair dient Havensteder in die procedure te vorderen dat de [naam 1] haar gedrag aanpast en verplicht wordt om zachte vloerbedekking aan te brengen in de woning.

4. Het verweer

Havensteder heeft de vorderingen betwist en heeft geconcludeerd tot afwijzing daarvan, met veroordeling van [eisers] in de kosten van de procedure. Havensteder heeft daar het volgende - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - voor aangevoerd.

Het is niet vast komen te staan dat sprake is van objectieve overlast, veroorzaakt door de [naam 1] . Er is alleen vastgesteld dat sprake is van leefgeluiden, die horen bij het wonen in een (gehorig) flatgebouw. Het klopt dat is geconstateerd dat de woonkamer van de [naam 1] uit één grote ruimte bestaat, maar op de vloer liggen inmiddels wel dikke tapijten. Havensteder is van mening dat zij voldoende actie heeft ondernomen om de door [eisers] gestelde overlast te onderzoeken en, voor zover mogelijk, aan te pakken. Uit het door Havensteder overgelegde overlastdossier blijkt welke acties Havensteder en de gemeente Rotterdam in dit verband hebben ondernomen. Gelet hierop bestaat geen grond voor de vorderingen van [eisers]...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT