Uitspraak Nº 8089790 / CV EXPL 19-20659. Rechtbank Amsterdam, 2020-09-11

ECLIECLI:NL:RBAMS:2020:4956
Date11 Septiembre 2020
Docket Number8089790 / CV EXPL 19-20659
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rolnummer: 8089790 / CV EXPL 19-20659

uitspraak: 11 september 2020

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van

JORIS WOUTER BODDAERT in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap [naam 1] B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiser,

gemachtigde mr. J.W. Boddaert ,

tegen

de naamloze vennootschap

ABN AMRO BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

gemachtigde mr. J. Meuleman.

Partijen zullen hierna de curator en ABN genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 28 augustus 2019, met producties;

  • -

    de conclusie van antwoord, met producties;

  • -

    het tussenvonnis van 20 januari 2020, waarbij een bijeenkomst van partijen is bevolen welke bijeenkomst als gevolg van de COVID 19 maatregelen niet is doorgegaan;

  • -

    de rolmededeling van de kantonrechter van 24 april 2020 waarin is bepaald dat na een daartoe strekkend voorstel en de tijdige reactie daarop van ABN schriftelijk zal worden voort geprocedeerd en dat nadien, mocht daar nog behoefte aan bestaan, een gemotiveerd verzoek voor het houden van een mondelinge behandeling beoordeeld zal worden;

  • -

    een bericht van 18 juni 2020 van de curator die aangeeft om hem moverende reden af te zien van repliek.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[naam 1] B.V. – voorheen genaamd [naam 2] B.V., hierna: [naam 1] – dreef een onderneming die zich richtte op interieurbouw voor de zakelijke markt. De heer [betrokkene 1] was (indirect) bestuurder en aandeelhouder van [naam 1] . [naam 1] is op 22 november 2016 in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. J.W. Boddaert als curator.

2.2.

[betrokkene 1] bankierde met een voorganger van [naam 1] , actief in de stand- en interieurbouw, sinds 2007 bij ABN.

2.3.

In het kader van een herfinanciering bij [naam 1] heeft op 22 maart 2016 een bespreking plaatsgevonden tussen [betrokkene 1] en de heer [betrokkene 2] van ABN. Daarbij is onder meer gesproken over een door [naam 1] gewenste wijziging van haar productieproces waaronder het mogelijk uitbesteden van een deel van de fabricage.

2.4.

Een volgende bespreking heeft op 6 april 2016 plaatsgevonden. Daarbij heeft [naam 1] , tezamen met haar enig aandeelhouder [naam 3] B.V., een kredietovereenkomst gesloten met ABN met datum 6 april 2016 waarbij een rekening courant krediet ad € 435.000 is verstrekt (hierna: kredietovereenkomst). De kredietovereenkomst volgt op eerdere kredietovereenkomsten die ABN met [naam 1] en aan haar gerelateerde groepsvennootschappen had gesloten. Als onderdeel van de kredietovereenkomst heeft [naam 1] een “AKTE VAN VERPANDING (…) voor Voorraden, Inventaris en Vorderingen” getekend waarmee [naam 1] , kort gezegd, tot zekerheid voor haar verplichtingen een pandrecht vestigt op al haar voorraden, bedrijfsinventaris en vorderingen.

2.5.

Op 15 april 2016 is door [naam 4] N.V. executoriaal beslag gelegd op roerende zaken van [naam 1] . Op verzoek van [naam 1] heeft ABN nadien de geregistreerd pandaktes beschikbaar gesteld voor de beslaglegger.

2.6.

Op 15 april 2016 heeft [betrokkene 1] een document van veilinghuis BVA Auctions getekend waarin hij verklaart dat er op de (te veilen) goederen geen beslagen en/of pandrechten rusten.

2.7.

Op 9 mei 2016 heeft [betrokkene 1] ABN geïnformeerd dat hij een nieuwe vennootschap heeft opgericht met de naam [naam 5] B.V. (hierna: [naam 5] ).

2.8.

Van 20 tot en met 26 mei 2016 heeft een internetveiling plaatsgevonden via BVA Auctions waarbij [naam 1] bedrijfsmiddelen heeft verkocht.

2.9.

Op 27 mei 2016 heeft [betrokkene 1] telefonisch contact met ABN opgenomen met het verzoek de afkoopsom door te geven van twee bedrijfswagens die sinds 2011 in financial lease zaten bij ABN AMRO lease N.V. omdat hij de leases wilde beëindigen. [betrokkene 1] heeft dit verzoek per e-mail van 30 mei 2016 bevestigd. Deze e-mail bevat, voor zover relevant, het volgende:

Hierbij zoals afgesproken het verzoek tot een afrekennota voor de 2 volgende auto’s: (…)
De Iveco is verkocht op de veiling voor € 15.401,00 (…)

De Polo is een ontslagvergoeding voor een van de projectmanagers die hier 24 jaar heeft gewerkt. (…)”

2.10.

Bij e-mail van 30 mei 2016 heeft ABN als volgt gereageerd:

“Dank voor de informatie, graag verneem ik van je of je de vrijgekomen middelen kan inzetten om de r.c. limiet te verlagen.”

2.11.

Diezelfde dag heeft [betrokkene 1] per e-mail gereageerd. Deze e-mail bevat, voor zover relevant, het volgende:

De opbrengst van de machines en de vrachtwagen wordt op de rekening gestort (…)”

2.12.

Daarop heeft de heer [naam 6] van ABN telefonisch contact...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT