Uitspraak Nº 8115747 \ CV EXPL 19-7303. Rechtbank Limburg, 2020-09-23

ECLIECLI:NL:RBLIM:2020:7144
Date23 Septiembre 2020
Docket Number8115747 \ CV EXPL 19-7303
RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Roermond

Zaaknummer: 8115747 \ CV EXPL 19-7303

Vonnis van de kantonrechter van 23 september 2020

in de zaak van:

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,

wonend [adres] ,

[woonplaats] ,

eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,

gemachtigde mr. L.M.J. Corvers, ARAG Rechtsbijstand,

tegen:

de vennootschap naar buitenlands recht Aktiengesellschaft (AG) (Bondsrepubliek Duitsland) [naam] A.G.,

gevestigd te München, Duitsland, met een nevenvestiging te Roermond,

gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,

gemachtigde mr. B.C.J. Berden.

Partijen worden hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd.

1 De procedure in conventie en in reconventie
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding

  • -

    de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie

  • -

    de beslissing waarbij een mondelinge behandeling is bepaald

  • -

    de conclusie van antwoord in reconventie

  • -

    de op 13 augustus 2020 gehouden mondelinge behandeling

  • -

    de door mr. Corvers overgelegde pleitnota.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten in conventie en in reconventie
2.1.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , geboren op [geboortedatum] , is met ingang van 1 april 2004 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in dienst getreden in de functie van shopmanager. Haar laatstelijk verdiende salaris, op basis van 38 uur per week, bedroeg

€ 3.868,06 bruto per maand exclusief emolumenten.

2.2.

Op 17 maart 2006 zijn partijen in aanvulling op de arbeidsovereenkomst overeengekomen dat per maand maximaal 20 overuren aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden uitbetaald.

2.3.

Op 18 januari 2017 heeft er op het filiaal van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in Roermond een gesprek plaatsgevonden over de tegenvallende resultaten. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] was bij dat gesprek aanwezig.

2.4.

Eveneens is op 18 januari 2017 door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in een schriftelijke, door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te ondertekenen overeenkomst, opgenomen dat zij haar functie van shopmanager zou opgeven en dat de overeengekomen uitbetaling van overuren zou komen te vervallen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft deze overeenkomst niet getekend. Bij brief van 24 januari 2017 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] kenbaar gemaakt dat zij niet akkoord gaat met een wijziging van deze arbeidsvoorwaarden.

2.5.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft zich op 10 februari 2017 aanvankelijk met psychische en nadien ook met fysieke klachten ziek gemeld. Vanaf oktober 2018 is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gaan re-integreren bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , waarbij zij werkzaamheden als verkoopmedewerkster verrichtte.

Op 21 januari 2019 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een WIA-beschikking ontvangen van het UWV. Het UWV heeft geoordeeld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] inmiddels weer volledig arbeidsgeschikt is en de bedongen arbeid als shopmanager kan verrichten.

2.6.

Op 15 maart 2017 heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de heer [naam districtsleider] in dienst genomen in de functie van Districtsleider Nederland. De taken van shopmanager die voorheen door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] werden uitgevoerd, maken onderdeel uit van zijn functie.

2.7.

Op 28 januari 2019 is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] naar het werk gegaan om haar functie als shopmanager weer te hervatten. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] werd niet op de werkvloer toegelaten.

Op 29 januari 2019 is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] werkzaamheden van verkoopmedewerkster gaan verrichten.

2.8.

Bij brief van 5 februari 2019 heeft de gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onder meer het volgende aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] meegedeeld:

“Zoals bij u en uw cliënte bekend, bestaat de oorspronkelijke functie (storemanager) van uw verzekerde niet meer wegens een reeds eerder doorgevoerde reorganisatie, mede met het oog op de verdere ambities van cliënte in Nederland. De taken en bevoegdheden van de vroegere storemanager zijn opgegaan in de functie van personeelsleider Nederland, de heer [naam districtsleider] . Hiermee is tevens een verplatting ontstaan van het managementniveau.”

2.9.

Bij brief van 22 februari 2019 heeft de gemachtigde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onder meer het volgende aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] meegedeeld:

“(…) om voor cliënte moverende redenen heeft zij besloten voor dit moment te berusten in het feit dat zij de werkzaamheden van verkoopmedewerkster verricht, zij het onder protest. Dit is echter wel met volledige behoud van haar arbeidsvoorwaarden. Zij doet uitdrukkelijk ook geen afstand van haar eigen functie van store manager en behoudt zich uitdrukkelijk alle rechten en weren voor.”

2.10.

Op 9 januari 2020 is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] opnieuw arbeidsongeschikt geraakt wegens fysieke klachten.

3 Het geschil in conventie en in reconventie
3.1.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert, samengevat en na wijziging van eis ter zitting:

I. te verklaren voor recht dat de arbeidsomvang van de arbeidsovereenkomst van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] 185 uur per maand bedraagt;

II. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , zodra zij daartoe volgens de bedrijfsarts weer in staat is (al dan niet in eerste instantie in het kader van de re-integratie), toe te laten tot het verrichten van haar werkzaamheden als Storemanager/filiaalmanager in volle omvang voor 185 uur per week, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen;

III. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen:

A. het op dit moment opeisbare achterstallige salaris van 20 uren per maand, over de maanden februari 2019 tot en met augustus 2019, zijnde een totaalbedrag van € 3.259,60 bruto;

B. de opgebouwde doch niet uitbetaalde vakantietoeslag over het salaris (van 20 uur per maand) over de periode september 2014 tot en met mei 2019 ten bedrage van € 2.050,22 bruto;

C. de wettelijke verhoging;

D. het overeengekomen salaris ter zake 185 uur vanaf 1 september 2019 tot aan het moment waarop de dienstbetrekking rechtsgeldig zal eindigen;

E. de wettelijke rente over het onder A tot en met D gevorderde;

F. de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 512,90;

IV. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om aan [eiseres...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT