Uitspraak Nº 8204701 CV EXPL 19-5602. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-07-29

ECLIECLI:NL:RBZWB:2020:3232
Docket Number8204701 CV EXPL 19-5602
Date29 Julio 2020
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken

Breda

zaak/rolnr.: 8204701 CV EXPL 19-5602

vonnis d.d. 29 juli 2020

inzake

1 [eiser]

2. [eiseressen] ,

beiden wonende te [adres 1] ,

eiseres,

gemachtigde: mr. I. van Grimbergen, jurist ten kantore van D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V. te Amsterdam,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon [gedaagde],

zetelend en kantoorhoudende te [adres 2] ,

gedaagde,

gemachtigde: mr. S.A.L. van de Sande en mr. I.C. den Bieman, advocaten te Breda.

1 Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:

a. het tussenvonnis van 26 februari 2020 met de daarin genoemde processtukken;

b. de aantekeningen van de griffier van de op 2 juli 2020 gehouden mondelinge behandeling.

2 Het geschil
2.1

Eisers (verder te noemen [eisers] – mannelijk enkelvoud) vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde (verder te noemen de gemeente) te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 8.063,30 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, vermeerderd met een bedrag van € 778,17 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van de gemeente in de proceskosten, inclusief wettelijke rente en nakosten.

2.2

De gemeente concludeert [eisers] in zijn vorderingen niet ontvankelijk te verklaren, dan wel hen deze te ontzeggen, met hoofdelijke veroordeling van [eisers] in de proceskosten, inclusief nakosten en wettelijke rente.

3 De beoordeling
3.1

De kantonrechter stelt de volgende feiten vast:

- [eisers] is eigenaar van de woning aan de [adres 1] . De [straatnaam] komt uit op de [straatnaam 2] .

- De gemeente heeft (onder andere) in de periode van 8 januari 2018 tot en met 25 april 2018 werkzaamheden in het kader van de herinrichting van de [straatnaam 2] uitgevoerd.

- Als gevolg van de herinrichting heeft de gemeente een omleidingsroute ingesteld om de [straatnaam 2] heen.

- [eisers] heeft de gemeente op 20 april 2018 schriftelijk aansprakelijk gesteld voor schade aan zijn woning.

- De gemeente heeft haar aansprakelijkheidsverzekering Centraal Beheer Achmea (Achmea) ingeschakeld. Deze heeft een expertise laten uitvoeren door [naam] te Rotterdam naar de schade aan de woning van [eisers]

- [naam] heeft op 27 juli 2018 een rapport van expertise afgegeven: Hierin staat – voor zover thans van belang – het volgende:

“ Wederpartij fotografeerde zelf de scheuren op 30 maart 2018, minder dan 3 maanden nadat de verkeersintensiteit toegenomen zou zijn. De scheuren in de buitengevels zijn dan al zodanig vervuild dat het ontstaan ervan in de overlastperiode uitgesloten kan worden. Op opnamen van Google Streetview uit augustus 2016 zijn de contouren van de scheuren al waarneembaar en dit moment is geruime tijd voordat er sprake was van trillingsoverlast. De inpandige scheuren brengen wij ook niet in verband met verkeerstrillingen.

Voor het beoordelen van de invloed van (verkeers)trillingen op gebouwen heeft de Stichting Bouw Research grenswaarden bepaald en opgenomen in de Meet- en beoordelingsrichtlijn SBR-A. De kans op schade aan de draagconstructie als gevolg van trillingen is met minder dan 1% aanvaardbaar klein zolang hieraan wordt voldaan.

Inpandig waarneembare trillingen kunnen weliswaar hinderlijk zijn voor personen, maar zijn geen maatstaf voor het aannemen van een schadelijk karakter voor het gebouw waarin zij zich bevinden. Indien schade optreedt bij een minder hoog trillingsniveau is de oorzaak een geotechnische of een bouwkundige (bijvoorbeeld van nature voorkomende zettingen, hygrothermische spanningen enz.).

Gelet op de ruime afstand tussen de woning en de openbare weg van 12 meter en de toereikende wegvlakheid, achten wij het niet aannemelijk dat de passages van het toegestane wegverkeer bij de gegeven maximum snelheid van 30 km/u gepaard gaan of gingen met een overschrijding van hiervoor genoemde grenswaarden. Bewijs hiervan heeft wederpartij vooralsnog niet middels trillingsmetingen geleverd. Daarnaast bevestigt het schadebeeld het ontbreken van een causaal verband tussen de scheuren en de verkeerspassages” .

- Bij e-mail van 28 augustus 2018 aan [eisers] heeft Achmea aan [eisers] de aansprakelijkheidsstelling afgewezen. De e-mail luidt – voor zover relevant – als volgt:

“Hoewel er sprake kan zijn van een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT