Uitspraak Nº 8673847 CV EXPL 20-3625. Rechtbank Limburg, 2020-07-30

ECLIECLI:NL:RBLIM:2020:5668
Docket Number8673847 CV EXPL 20-3625
Date30 Julio 2020

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer / rolnummer: 8673847 CV EXPL 20-3625

Vonnis van de kantonrechter in kort geding van 30 juli 2020

in de zaak van

1. [eiseres sub 1]

[eiseres sub 1] ,

gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,

2. [eiser],

wonende te [woonplaats 1] ,

3. [eiseres sub 2],

wonende te [woonplaats 2] ,

eisers,

gemachtigde mr. B.A.L.H. Robijns te Heerlen,

tegen

[gedaagde]

,

gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,

gedaagde,

gemachtigde mr. W.E. Widdershoven te Maastricht.

Partijen zullen hierna [eiseres sub 1] – afzonderlijk aan te duiden als [eiseres sub 1] , [eiser] en [eiseres sub 2] – en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding met producties 1 tot en met 15

  • -

    de door [eiseres sub 1] overgelegde producties 16 tot en met 20

  • -

    de door [gedaagde] overgelegde producties 1 tot en met 13 en de nagezonden productie 14

  • -

    de mondelinge behandeling op 30 juli 2020.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De beoordeling
2.1.

De kantonrechter is van oordeel dat de vorderingen van [eiseres sub 1] moeten worden voorgelegd aan een kamer voor andere zaken dan kantonzaken, nu de opheffing van het beslag enkel gevraagd kan worden bij de rechter die het beslag heeft opgelegd. De kantonrechter heeft partijen ter zitting van 30 juli 2020 op de hoogte gesteld van haar voornemen om zich ambtshalve onbevoegd te verklaren.

2.2.

Partijen hebben ter zitting verklaard geen bezwaar te hebben tegen het voornemen van de kantonrechter in kort geding om de zaak te verwijzen naar de voorzieningenrechter van de handelskamer van de rechtbank Limburg.

2.3.

De kantonrechter zal dan ook de zaak in de staat en stand waarin deze zich bevindt ambtshalve verwijzen naar de voorzieningenrechter van de handelskamer van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht. De kantonrechter wijst er nog op dat eisers na verwijzing een verhoogd griffierecht verschuldigd zijn. Ook is gedaagde na verwijzing griffierecht verschuldigd.

3 De beslissing

De kantonrechter

3.1.

verklaart zich onbevoegd om van de onderhavige vorderingen kennis te nemen,

3.2.

verwijst de zaak ter mondelinge behandeling in kort geding in de stand waarin deze zich bevindt naar de voorzieningenrechter van de kamer voor andere zaken...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT