Uitspraak Nº 9897600 / VZ VERZ 22-7183. Rechtbank Rotterdam, 2022-09-13

ECLIECLI:NL:RBROT:2022:7739
Date13 Septiembre 2022
Docket Number9897600 / VZ VERZ 22-7183
RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9897600 / VZ VERZ 22-7183

uitspraak: 13 september 2022

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

[naam verzoeker] ,

wonende te [woonplaats verzoeker],

verzoeker,

tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek,

gemachtigden: mr. G.A. Tsiris en mr. R.A.C. Zwarthoed, advocaten te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ROTTERDAM RAIL FEEDING B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

verweerster,

tevens verzoekster in het zelfstandig tegenverzoek,

gemachtigde: mr. B.L.A. van Drunen, advocaat te Amsterdam.

Partijen worden hierna [naam verzoeker] en RRF genoemd.

1. De procedure
1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het verzoekschrift van [naam verzoeker], dat op 10 mei 2022 ter griffie is ontvangen;

  • -

    de 39 producties van [naam verzoeker];

  • -

    het verweerschrift, tevens houdende verzoekschrift met nevenvorderingen van RRF;

  • -

    de 5 producties van RRF;

  • -

    de mondelinge behandeling van de onderhavige zaak op 21 juli 2022, die gelijktijdig doch niet gevoegd plaats vond met die inzake:

de verzoekschriftprocedure met zaaknummer 9871256 / VZ VERZ 22-6597, met RRF als verzoekster en [naam verzoeker] als verweerder; -

de verzoekschriftprocedure met zaaknummer C/10/637501 / HA RK 22-437, met [naam 1] (hierna: [naam 1]) als verzoeker tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek en RRF als verweerster tevens verzoekster in het zelfstandig tegenverzoek;

de verzoekschriftprocedure met zaaknummer C/10/638016 / HA RK 22-476, met RRF als verzoekster en [naam 1] als verweerder;

  • -

    de spreekaantekeningen van [naam verzoeker] (en [naam 1]);

  • -

    de spreekaantekeningen van RRF.

1.2

De uitspraak in de vier procedures is vervolgens bepaald op heden.

2. De feiten

In deze procedure wordt uitgegaan van de volgende feiten.

2.1

RRF maakt onderdeel uit van de Genesee & Wyoming-groep (hierna: de GW-groep), die wereldwijd actief is op goederenspoorwegen. Genesee & Wyoming Inc. (hierna: GW Inc.), gevestigd in de Verenigde Staten, is de topholding van de GW-groep. Enig aandeelhouder van RRF is Genesee & Wyoming UK Europe Limited (hierna: GW UK).

2.2

RRF verzorgt goederenvervoer over het spoor en rangeerdiensten voor spoorweg-ondernemingen in Nederland en Duitsland. De machinisten die zij daarvoor inzet, zijn deels in dienst bij RRF en deels ingeschakeld als zelfstandige of via een detacheringsbureau (de zogenaamde contractors). RRF voert een aanzienlijk deel van haar activiteiten uit in de Rotterdamse haven en meer specifiek op het emplacement Waalhaven Zuid. Voor de toegang tot en het gebruik van het Nederlandse spoorwegnet heeft zij een toegangsovereenkomst gesloten met ProRail. Op die overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van ProRail van toepassing.

2.3

[naam verzoeker], geboren op [geboortedatum verzoeker], is op 1 september 2011 in dienst getreden bij RRF in de functie van directeur Finance EU. Het salaris van [naam verzoeker] bedroeg laatstelijk € 11.200,83 bruto per maand exclusief vakantiebijslag. In zijn arbeidsovereenkomst is, voor zover relevant, het volgende bepaald:

“(…)

10. REGELING BIJ EINDE DIENSTVERBAND

10.1

Indien opzegging door de Vennootschap niet haar uitsluitende of voornaamste reden vindt in handelingen of nalatigheden van de Werknemer ten aanzien waarvan deze een ernstig verwijt treft of welke een dringende reden in de zin der wet voor ontslag op staande voet vormen en anders dan beëindiging na twee jaar ziekte van de Werknemer, maar in andere omstandigheden zoals bijvoorbeeld fusie, overname, reorganisatie of fundamentele wijziging van het te voeren beleid, zal de Vennootschap bij het einde van het dienstverband naast inachtneming van de in artikel 3.4 genoemde opzegtermijn een schadeloosstelling aan de Werknemer betalen, welke als volgt wordt berekend:

a. per vol gewerkt dienstjaar tot de 35-jarige leeftijd van de Werknemer ontvangt de Werknemer een half maal (0,5) het bruto vaste salaris als bedoeld in artikel 4.1 per maand;

b. per vol gewerkt dienstjaar tussen de 35- en 45 jarige leeftijd van de Werknemer

ontvangt de Werknemer anderhalf maal (1,5) het bruto vaste salaris als bedoeld in artikel 4.1 per maand;

c. per vol gewerkt dienstjaar tussen de 45- en 55 -jarige leeftijd van de Werknemer ontvangt de Werknemer één en drie kwart maal (1,75) het bruto vaste salaris als bedoeld in artikel 4.1 per maand;

d. per vol gewerkt dienstjaar vanaf de 55-jarige leeftijd van de Werknemer ontvangt de Werknemer twee maal (2) het bruto vaste salaris als bedoeld in artikel 4.1 per maand.

(…)

14 . NON-CONCURRENTIEBEDING
14.1

De Werknemer verbindt zich om zowel tijdens de overeenkomst als gedurende een periode van één (1) jaar na het einde daarvan, direct noch indirect, noch voor zichzelf noch voor

anderen, in enigerlei vorm werkzaam of betrokken te zijn in of bij enige onderneming met activiteiten op een terrein, gelijk aan of anderszins concurrerend met dat van de Vennootschap, of met dat van andere ondernemingen waarmede de Vennootschap in een groep is verbonden noch daarbij zijn bemiddeling, in welke vorm ook, direct of indirect, te verlenen. Deze verplichting geldt uitsluitend voor enige werkzaamheid of betrokkenheid van de Werknemer als hiervoor bedoeld binnen het werkgebied van Europa.

(…)

14.3

Indien de Werknemer in strijd met zijn verplichtingen uit hoofde van het bepaalde onder leden 1 en 2 van dit artikel handelt, zal hij aan de Vennootschap zonder dat enige ingebrekestelling vereist is, voor iedere overtreding een boete verbeuren ten bedrage van EUR 20,000, alsmede een boete ten bedrage van EUR 2,000 voor elke dag dat de overtreding heeft plaatsgevonden en voortduurt. In plaats daarvan is de Vennootschap gerechtigd om volledige schadevergoeding te vorderen.

(…)”

2.4

Daarnaast was [naam verzoeker] statutair bestuurder van Genesee & Wyoming B.V., GWI Holding B.V., GWI International B.V. en Rail Feeding Solutions B.V. (hierna gezamenlijk: de vier zustervennootschappen), waarvan GW UK enig aandeelhouder is. Dit waren administratieve benoemingen waaruit geen aanvullende werkzaamheden en ook geen beloning voortvloeiden.

2.5

[naam verzoeker] vormde samen met [naam 1] het management van RRF. [naam 1] vervulde, naast [naam 2] (hierna: [naam 2]), de functie van statutair bestuurder c.q. managing director bij RRF en was, net als [naam verzoeker], statutair bestuurder van de vier zustervennootschappen.

2.6

Op 13 september 2019 heeft spoorwegbeheerder ProRail het emplacement Waalhaven Zuid met onmiddellijke ingang gesloten voor treinen met gevaarlijke stoffen vanwege veiligheidsproblemen met een brandblusinstallatie. Deze sluiting heeft geduurd tot 1 april 2021.

Door de Waalhavenbeperking moesten treinen worden omgeleid naar andere emplacementen in het Rotterdamse havengebied en dus een langere afstand afleggen. Om dat te ondervangen, heeft RRF extra middelen moeten inzetten, waaronder het uitvoeren van extra diensten (waarvoor extra machinisten nodig waren) en het inzetten van zwaardere, duurdere diesellocomotieven. De diensten werden uitgevoerd door een mix van werknemers en contractors.

2.7

Bij e-mail van 13 september 2019 heeft [naam verzoeker], met een cc aan [naam 1], intern het volgende bericht gedeeld:

“Als gevolg hiervan en in voorbereiding op een claim richting ProRail:

- Communiceren aan alle inhuurpartijen (machinisten (…) en PC (…)) dat vanaf de late dienst vandaag (!) tot aan opheffing beperking (…):

o Op de facturatie staat vermeld per dienst “Extra inzet als gevolg van beperking emplacement Waalhaven”

o Indien dit er niet op staat worden facturen niet goedgekeurd en dus niet betaald

o Dit geldt voor alle inhuurdiensten vanaf de late dienst vandaag!!

o Partijen die hier niet aan mee willen/ kunnen werken, kunnen zich bij mij melden

- (…): (…): alle dieseltractie facturen die we reeds ontvangen hebben, na vandaag laten crediteren en opnieuw laten factureren (dus vanaf morgen t/m einde maand) met omschrijving “Extra diesel traction due to restriction Waalhaven yard”.

Op dezelfde datum heeft RRF die instructie per e-mail aan de contractors afgegeven.

Op 17 september 2019 heeft RRF aan de contractors medegedeeld dat niet alle diensten de generieke factuuromschrijving hoefden te vermelden, maar enkel de door RRF geselecteerde diensten.

2.8

In oktober 2019 heeft ProRail aan de spoorwegondernemingen ter compensatie van de schade als gevolg van de Waalhavenbeperking een compensatieregeling aangeboden in de vorm van een vast bedrag van € 482,37 voor elke omgeleide trein. De spoorwegondernemingen vonden dat bedrag te laag en verenigden zich in belangenorganisatie RailGood, die met ProRail in gesprek ging over een hoger compensatiebedrag. Dat heeft in april 2020 uiteindelijk geresulteerd in een bedrag van € 539,07 per trein (met terugwerkende kracht).

Op 10 juli 2020 heeft ProRail aan Railgood medegedeeld dat zij geen grond ziet om voormeld compensatiebedrag aan te passen en dat ProRail de individuele spoorwegondernemingen zal benaderen met de vraag of ze gebruik willen maken van de huidige compensatieregeling, dan wel hun claim met facturen kunnen onderbouwen zodat de claim op basis van de algemene voorwaarden afgehandeld kan worden.

2.9

In een telefoongesprek op 16 juli 2020 heeft [naam verzoeker] aan ProRail mondeling een voorstel gedaan, waarin werd gevraagd om toekenning van een aanvullende compensatie van € 156,00 per omgeleide RRF-trein ter dekking van de extra kosten van machinistendiensten. Terwijl de individuele onderhandelingen daarover werden voortgezet, heeft ProRail voorschotbetalingen aan RRF gedaan op basis van de door haar oorspronkelijk...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT