Uitspraak Nº 9958107\AZ22-62 25102022. Rechtbank Limburg, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:RBLIM:2022:8265
Docket Number9958107\AZ22-62 25102022
Date25 Octubre 2022
RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Roermond

Zaaknummer: 9958107 \ AZ VERZ 22-62

Beschikking van de kantonrechter van 25 oktober 2022

in de zaak van:

[verzoekster] ,

wonend [adres] ,

[woonplaats] ,

werkneemster,

gemachtigde mr. R.A.J. van der Leeuw,

verzoekende partij in het verzoek,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DECOZORG B.V.,

gevestigd te Elsloo,

werkgever,

gemachtigde R. Heiligers,

verwerende partij in het verzoek.

Partijen zullen hierna [werkneemster] en decoZorg worden genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit het navolgende:

  • -

    het op 24 juni 2022 ingekomen verzoekschrift met bijlagen,

  • -

    het op 16 september 2022 ingediende verweerschrift met bijlagen,

  • -

    de nadere producties 6 tot en met 8 van [werkneemster] ,

  • -

    de mondelinge behandeling van het verzoek op 27 september 2022,

  • -

    de ter zitting overgelegde pleitnota van mr. R.A.J. van der Leeuw.

1.2.

Ten slotte is beschikking bepaald.

2 De feiten
2.1.

[werkneemster] is op 30 maart 2022 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan met decoZorg en wel voor de duur van 1 jaar, ingaande 1 mei 2022. De arbeidsovereenkomst ziet op de functie van Dagbestedingscoach tegen een bruto salaris van € 2.241,62 per maand, exclusief 8% vakantietoeslag, op basis van een 28-urige werkweek.

2.2.

[werkneemster] was voorheen in dienst bij Zuyderland Zorgcentra B.V. (hierna: Zuyderland) op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Vanwege het aanvaarden van een nieuwe functie bij decoZorg heeft [werkneemster] de arbeidsovereenkomst met Zuyderland op 31 maart 2022 opgezegd.

2.3.

[werkneemster] heeft zich voorheen op 7 maart 2022 bij Zuyderland ziek gemeld. Na onderzoek is [werkneemster] op 12 april 2022 gediagnosticeerd met een agressieve vorm van longkanker.

2.4.

DecoZorg heeft bij brief van 28 april 2022 de arbeidsovereenkomst opgezegd. Er is sprake van een proeftijdontslag.

3 Het geschil
3.1.

[werkneemster] verzoekt in deze procedure decoZorg op grond van het bepaalde in artikel 7:681 lid 1 sub c BW veroordeling van decoZorg tot betaling van het netto equivalent van

€ 57.346,05 bruto en € 5.000,00 netto ten titel van billijke vergoeding, te verhogen met een vergoeding wegens pensioenschade en telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening.

3.2.

[werkneemster] legt aan het vorenstaande – samengevat - het navolgende ten grondslag.

[werkneemster] stelt zich op het standpunt dat decoZorg de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd vanwege haar handicap of chronische ziekte. Nadat [werkneemster] is geconfronteerd met de diagnose longkanker heeft haar echtgenoot meerdere malen telefonisch contact gehad met decoZorg. In die contacten is telkens van de kant van decoZorg aangegeven dat de ziekte van [werkneemster] de reden voor ontslag was.

3.3.

In de opzeggingsbrief van 28 april 2022 (productie 2 bij verzoekschrift) heeft decoZorg het volgende vermeld:

(…)

“De huidige situatie staat ons helaas niet toe een andere beslissing te nemen”.

(…)

3.4.

[werkneemster] is de mening toegedaan dat er sprake is van een discriminatoire opzegging. Uit artikel 4 Wet gelijke behandeling handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) juncto artikel 1 Wgbh/cz volgt dat het verboden is om onderscheid te maken bij het aanbieden, aangaan en beëindigen van een arbeidsverhouding, waarbij als (direct) onderscheid wordt aangemerkt de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT