Uitspraak Nº ak_17 _ 866. Rechtbank Overijssel, 2017-12-05

ECLIECLI:NL:RBOVE:2017:4537
Date05 Diciembre 2017
Docket Numberak_17 _ 866
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 17/866

uitspraak van de meervoudige kamer in het geschil tussen

[eiser] , te [woonplaats] eiser,

gemachtigde: mr.dr. R.M. Schnitker, te Veldhoven

en

de minister van Infrastructuur en Waterstaat, rechtsopvolger van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 16 juli 2015 (het primaire besluit) is de aan eiser verstrekte medische verklaring voor luchtvaartpersoneel nietig verklaard.

Bij besluit van 3 december 2015 heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 15 september 2016 (Awb 16/219) heeft deze rechtbank het besluit van 3 december 2015 vernietigd en verweerder gelast om met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen opnieuw op het bezwaar te beslissen.

Bij besluit van 3 maart 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar gegrond verklaard voor wat betreft de in bezwaar gemaakte proceskosten. Aan eiser is op voet van artikel 7:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een proceskosten-vergoeding van € 495,-- toegekend. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit voor het overige in stand gelaten. Daarbij heeft verweerder gesteld dat hij niet bereid is om eiser op zijn verzoek schadevergoeding toe te kennen.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 november 2017. Eiser is verschenen, bijgestaan door mr. dr. R.M. Schnitker. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. S.J.D. Eilyas en J. van Egmond.

Overwegingen
1.1

Eiser is verkeersvlieger en gezagvoerder. Eiser, die als zelfstandige werkzaam is, verricht regelmatig werkzaamheden als gezagvoerder voor Ryanair.

1.2

Aan eiser was op 13 november 2014 een medische verklaring voor luchtvaartpersoneel afgegeven door het European Aviation Medical Center te Rijen. Bij het primaire besluit heeft verweerder de aan eiser verstrekte medische verklaring met onmiddellijke ingang nietig verklaard omdat gebleken was dat deze onbevoegd was afgegeven. Het tegen dit besluit gemaakte bezwaar is bij besluit van 3 december 2015 ongegrond verklaard.

1.3

Bij uitspraak van 15 september 2016 (Awb 16/219) heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 3 december 2015 gegrond verklaard en het besluit van 3 december 2015 vernietigd.

1.4

Eiser heeft zich nadat het primaire besluit aan hem bekend was gemaakt zo spoedig mogelijk laten herkeuren. Aan eiser is na medisch onderzoek een nieuwe medische verklaring afgegeven door keuringscentrum AEC Medicals. Eiser heeft als gevolg van het met onmiddellijke ingang ongeldig verklaren van zijn medische verklaring drie dagen lang geen werkzaamheden als verkeersvlieger en gezagvoerder kunnen verrichten.

2.1

De rechtbank stelt voorop dat ten behoeve van eiser inmiddels een nieuwe verklaring is afgegeven waarmee hij zijn werkzaamheden als verkeersvlieger en gezagvoerder heeft kunnen hervatten. Eiser heeft nog steeds belang bij de beoordeling van het bestreden besluit omdat hierbij het primaire besluit (wederom) is gehandhaafd. Het oordeel over de rechtmatigheid van het gehandhaafde primaire besluit is van belang voor de beantwoording van de vraag of eiser in aanmerking kan komen voor schadevergoeding wegens het handhaven van dat besluit.

2.2

Uitgangspunt voor de beoordeling van dit geschil vormt de uitspraak van de rechtbank van 15 september 2016...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT