Uitspraak Nº AMS 18/4341. Rechtbank Amsterdam, 2019-07-16

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:5181
Docket NumberAMS 18/4341
Date16 Julio 2019
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 18/4341

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juli 2019 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: [naam gemachtigde] ),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,

verweerder

(gemachtigde: mr. J.E. Carter en mr. R. Lo Fo Sang).

Procesverloop

Bij besluit van 18 december 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiseres een bestuurlijke boete opgelegd en ingevorderd van € 20.500,-.

Bij besluit van 24 mei 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres

ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 juni 2019. Partijen zijn vertegenwoordigd door hun gemachtigde(n).

Overwegingen

Feiten en omstandigheden

1.1

Eiseres is eigenaar van de woning op het adres [adres] (hierna: de woning). Het betreft een appartement in een flatgebouw. Uit de gegevens van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen blijkt dat de woning uit een bouwlaag en twee kamers bestaat en een oppervlakte heeft van 68 m2. De woning heeft de bestemming ‘wonen’. Eiseres komt uit China en heeft ter investering de woning gekocht met de intentie om het te verhuren. Eiseres heeft zich voor advies gewend tot [naam makelaarskantoor] te [plaats] (de makelaar) en aan hem een volmacht gegeven om namens haar huurovereenkomsten af te sluiten. Zij betaalde een maandelijks bedrag voor de geleverde diensten.

1.2.

Op 31 oktober 2017 heeft een huisbezoek in de woning plaatsgevonden, waarvan de bevindingen zijn neergelegd in het rapport van bevindingen met dezelfde datum. Blijkens het rapport hebben toezichthouders, vergezeld van een journalist van het Parool, omstreeks 09:25 uur een controle verricht in de woning. De toezichthouders hebben aangebeld op het adres, waarop de deur is geopend door een vrouw. De toezichthouders hebben zich gelegitimeerd en voorgesteld en hebben haar het doel van hun bezoek meegedeeld. De vrouw geeft aan dat zij afkomstig is uit Roemenië en dat in totaal zes personen in de woning wonen. Alle personen komen uit Roemenië en werken voor “Werk en ik” op Schiphol. Zij betalen ieder apart huur aan Mployment Housing. Zij betaalt € 350,- aan huur. Zij heeft onlangs nog een huurcontract getekend maar niet meegekregen, daarom toont zij een oud huurcontract. In de woonkamer treffen de toezichthouders nog twee vrouwen aan, stellen zich ook voor aan deze vrouwen en leggen de reden van hun komst uit. Deze vrouwen vertellen ook dat zij werken voor ‘Werk en ik’ op Schiphol en dat zij ieder € 350,- betalen voor hun verblijf in de woning. Zij tonen de toezichthouders hun huurcontract. Als zij geen werk meer hebben bij ‘Werk en ik’, moeten zij hun kamer uit. Het werk is tijdelijk, althans je weet niet zeker of er straks nog werk is. Dat is de reden dat zij zich niet inschrijven op het adres van de woning. Ook verklaren zij dat iedereen in de woning zijn eigen huurcontract heeft met Mployment Housing. De toezichthouders lopen met toestemming van de drie vrouwen door de woning en zij vinden het ook goed dat er foto’s worden gemaakt. In totaal treffen de toezichthouders zes slaapplaatsen aan verdeeld over drie verschillende kamers in de woning. Ze maken gezamenlijk gebruik van de douche, toilet, keuken en woonkamer.

1.3.

Bij brief van 15 november 2017 heeft verweerder eiseres bericht voornemens te zijn haar een boete op te leggen van € 20.500,- wegens het zonder vergunning onttrekken van de woning aan de bestemming tot bewoning en wegens het zonder vergunning omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte. Bij brief van 28 november 2017 heeft eiseres haar zienswijze gegeven op het voornemen.

1.4.

Bij het primaire besluit, gehandhaafd bij het bestreden besluit, heeft verweerder eiseres de bestuurlijke boete opgelegd van € 20.500,- en deze boete ingevorderd, omdat eiseres de woonruimte zonder over een vergunning te beschikken aan de bestemming tot bewoning heeft onttrokken. Verweerder heeft zich in het bestreden besluit verder op het standpunt gesteld dat er twee overtredingen zijn geconstateerd, namelijk ook het omzetten van de zelfstandige woning naar een onzelfstandige woning, maar dat verweerder ervoor heeft gekozen om slechts één van de overtredingen te beboeten. Niet is aangevoerd dan wel gebleken dat er sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder de opgelegde boete zou moeten matigen.

1.5.

Eiseres heeft het bestreden besluit in beroep gemotiveerd bestreden.

Juridisch kader

2.1.

Op grond van artikel 21, aanhef en onder a en c, van de Huisvestingswet 2014 is het verboden om een woonruimte, behorend tot een met het oog op het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad door de gemeenteraad in de huisvestingsverordening aangewezen categorie gebouwen en die gelegen is in een in de huisvestingsverordening aangewezen wijk, zonder vergunning van burgemeester en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT