Uitspraak Nº AMS 18/3817. Rechtbank Amsterdam, 2019-10-21

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:7902
Docket NumberAMS 18/3817
Date21 Octubre 2019
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 18/3817

uitspraak van de meervoudige kamer van 21 oktober 2019 in de zaak tussen [eisers] , [eisers] , [eisers] , [eisers] , [eisers] ,

[eisers] , [eisers] en [eisers] , te [woonplaats] , eisers,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam als rechtsopvolger van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel [stadsdeel] van de gemeente Amsterdam, verweerder,

gemachtigde: [naam] .

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:

[naam] , te [woonplaats] , vergunninghouder.

De rechtbank zal partijen hierna aanduiden als eisers, het college en [naam] . Onder het college wordt ook verstaan het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel [stadsdeel] van de gemeente Amsterdam .

Procesverloop

Met een besluit van 23 augustus 2017 (het primaire besluit) heeft het college een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) verleend aan [naam] voor het verhogen van het pand op de locatie [adres] in [woonplaats] (hierna: het pand) met een kapverdieping en het plaatsen van een dakterras.

Met een besluit van 17 april 2018 (het bestreden besluit) heeft het college de bezwaren van eisers tegen de omgevingsvergunning ongegrond verklaard.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is behandeld op een zitting van 11 september 2019. Namens eisers zijn [eisers] , [naam] en [eisers] verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. [naam] is, zonder bericht van verhindering, niet verschenen.

Overwegingen

1. Wat ging er aan deze procedure vooraf?

1.1.

[naam] heeft op 26 juni 2017 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning op grond van de Wabo voor het bouwen van een dakopbouw en het plaatsen van twee dakterrassen op het pand.

1.2.

Met het primaire besluit heeft het college een omgevingsvergunning aan [naam] verleend voor het verhogen van het pand met een kapverdieping en het plaatsen van een dakterras. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Zij wonen allemaal in de buurt van het pand.

1.3.

In een e-mail van 7 januari 2018 heeft [naam] het college in gebreke gesteld omdat nog niet was beslist op zijn bezwaar en de beslistermijn al was verstreken.

1.4.

In een brief van 22 januari 2018 hebben [naam] en [naam] het college in gebreke gesteld omdat nog niet was beslist op het bezwaar en de beslistermijn al was verstreken.

1.5.

Met het bestreden besluit heeft het college de bezwaren van eisers ongegrond verklaard. Verder heeft het college aan alle eisers tezamen een dwangsom van € 1.260,- toegekend voor het niet tijdig beslissen op het bezwaar. Dit komt neer op een dwangsom van € 210,- per indiener van een bezwaarschrift.

1.6.

Voor de toepasselijke regelgeving verwijst de rechtbank naar de bijlage bij deze uitspraak.

2. Beoordeling door de rechtbank

2.1.

Vast staat dat het verhogen van het pand met een kapverdieping in strijd is met het bestemmingsplan ‘ [naam] ’. Het college heeft de omgevingsvergunning verleend op grond van artikel 4, vierde lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Volgens het college is er namelijk sprake van een ‘dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw’ als bedoeld in dat artikel.

2.2.

Niet in geschil is dat het bij een dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van bijlage II van het Bor ook kan gaan om een uitbreiding van een gebouw met een extra verdieping met een plat dak, oftewel een kapverdieping.

2.3.

Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) berust het besluit om toestemming te verlenen om te bouwen in strijd met het bestemmingsplan op een discretionaire bevoegdheid van het college. Dat betekent dat de rechtbank bij de toetsing van dat besluit de vraag dient te beantwoorden of het college in redelijkheid tot dat besluit heeft kunnen komen.1

Is er strijd met een goede ruimtelijke ordening?

2.4.

Eisers voeren aan dat er sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening. Het college heeft namelijk feitelijk toestemming gegeven voor een dakopbouw die niet voldoet aan de 45-gradenregel2 (aan zowel de voor- als achterzijde) in de Beleidsregels buitenplanse afwijkingen omgevingsvergunning (hierna: Beleidsregels). Hiermee wordt het eerste criterium van een goede ruimtelijke ordening, zekerheid voor de burger over de in het bestemmingsplan aangegeven bebouwing wat betreft de omvang en functie, aangetast.

2.5.

Het college stelt daartegenover dat met toepassing van paragraaf 3.2 van de Beleidsregels maatwerk is toegepast en op die grond voor het verhogen van het pand met een kapverdieping een omgevingsvergunning aan [naam] is verleend.

2.6.

De rechtbank kan eisers niet volgen in het standpunt dat het toestaan van de verhoging van het pand met een kapverdieping in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Niet ter discussie staat dat de onderhavige kapverdieping niet kan worden aangemerkt als een dakopbouw in de zin van de Beleidsregels. Anders dan waar eisers van uitgaan, is alleen hierom al de 45-gradenregel in de Beleidsregels (paragraaf 7.1) niet van toepassing.

2.7.

Verweerder heeft het project als een kap aangemerkt, omdat het onderhavige project niet is aan te merken als een van de andere in de Beleidsregels genoemde dakconstructies. In paragraaf 6.2 van de Beleidsregels is een kap aangemerkt als een bijzondere bouwlaag.

In de Beleidsregels zijn geen nadere specifieke regels met betrekking tot een kap opgenomen. Gelet hierop kon verweerder er toe overgaan om maatwerk toe te passen. Het toepassen van maatwerk kan er toe leiden dat een vergunning wordt verleend voor een project met een omvang die groter is dan volgens het bestemmingsplan is toegestaan. Dat maakt nog niet dat er strijd is met een goede ruimtelijke ordening, mits aan de vergunningverlening een goede belangenafweging ten grondslag wordt gelegd. Het voorgaande brengt ook mee dat er voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT