Uitspraak Nº AMS 19/3391, 20/3057 en 20/5328. Rechtbank Amsterdam, 2021-02-18

ECLIECLI:NL:RBAMS:2021:637
Date18 Febrero 2021
Docket NumberAMS 19/3391, 20/3057 en 20/5328
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummers: AMS 19/3391, 20/3057 en 20/5328

uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiseres] , te [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. J.G.M. de Koning),

en

de burgemeester van de gemeente Amsterdam, verweerder (hierna: de burgemeester)

(gemachtigde: mr. M. Kappelhof en mr. R. Nomden).

Procesverloop

In de zaak AMS 19/3391

Met het besluit van 24 december 2018 (het primaire besluit I) heeft de burgemeester het verzoek om opheffing van de sluiting van de coffeeshop van eiseres afgewezen.

Met het besluit van 13 mei 2019 (het bestreden besluit I) heeft de burgemeester het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

In de zaak AMS 20/3057

Met het besluit van 19 maart 2019 (het primaire besluit II) heeft de burgemeester de exploitatievergunning en gedoogverklaring van de coffeeshop ingetrokken en het adres van de coffeeshop van de gedooglijst geschrapt.

Met het besluit van 17 april 2020 (het bestreden besluit II) heeft de burgemeester het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

In de zaak AMS 20/5328

Met het besluit van 31 december 2019 (het primaire besluit III) heeft de burgemeester de aanvraag om verlenging van de exploitatievergunning en de gedoogverklaring van de coffeeshop afgewezen.

Met het besluit van 15 september 2020 (het bestreden besluit III) heeft de burgemeester het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

In alle zaken

Eiseres heeft tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. De burgemeester heeft een verweerschrift ingediend.

De rechtbank heeft de beroepen behandeld op de zitting op 19 januari 2021. Namens eiseres is verschenen [naam 1] , een van de exploitanten van eiseres, bijgestaan door zijn gemachtigde en mr. C.L. Heijnen-Bos. Ook was aanwezig [naam 2] . De burgemeester heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden en mr. [naam 3] .

Overwegingen


Wat aan de zaken voorafging

1.1.

Op 29 september 2018 heeft een explosie plaatsgevonden in de [adres] in Amsterdam, ter hoogte van het perceel waar de coffeeshop is gevestigd. De explosie was afkomstig van zwaar voorwerk bestemd voor professioneel gebruik, een zogenoemde vuurwerkmortier. Naar aanleiding van dit incident heeft de burgemeester met het besluit van 29 september 2018 onmiddellijke sluiting voor onbepaalde tijd van de coffeeshop bevolen.

1.2.

Op 9 oktober 2018 heeft eiseres een heropeningsverzoek ingediend. De burgemeester heeft het verzoek met het primaire besluit I afgewezen, omdat er geen vertrouwen is dat de openbare orde duurzaam kan worden hersteld. Met het bestreden besluit I heeft de burgemeester de afwijzing van het verzoek gehandhaafd.

1.3.

Met de brief van 24 december 2018 heeft de burgemeester aan eisers het voornemen bericht om de exploitatievergunning en de gedoogverklaring in te trekken en het adres [adres] (het adres) te schrappen van de gedooglijst. De burgemeester heeft met het primaire besluit II dit voornemen ten uitvoer gebracht en met het bestreden besluit II dit besluit gehandhaafd.

1.4.

Op 23 augustus 2019 heeft eiseres een verlengingsaanvraag exploitatievergunning en gedoogverklaring ingediend om de coffeeshop te mogen exploiteren. De burgemeester heeft de aanvraag met het primaire besluit III afgewezen. Met het bestreden besluit III heeft de burgemeester de afwijzing van de aanvraag gehandhaafd.
Besluitvorming door de burgemeester

2. De burgemeester heeft aan de bestreden besluiten I, II en III de feiten ten grondslag gelegd die volgen uit de bestuurlijke rapportages van 29 september 2018 (explosies van vuurwerkmortieren) en 18 oktober 2018. Uit de bestuurlijke rapportage van 29 september 2018 blijkt volgens verweerder– samengevat – dat op die datum twee explosies hebben plaatsgevonden in de [adres] , ter hoogte van het perceel [nummer] , in Amsterdam. De politie heeft grote schade aangetroffen die past bij de ontploffing van een zwaar explosief. De etalageruit van de coffeeshop was volledig vernield, meerdere ramen van bovengelegen woningen en enkele ramen van naastgelegen portieken waren vernield, er was schade aan een personenauto. Buurtbewoners hebben tegenover de politie verklaard dat zij zich al langere tijd onveilig voelen door de aanwezigheid van de coffeeshop en haar bezoekers, dat er wordt gedeald en dat zij overlast ervaren. Zij durven de bezoekers niet aan te spreken of melding of aangifte te doen. Uit de aanvullende rapportage van 18 oktober 2018 blijkt – samengevat – dat de coffeeshop sinds februari 2018 in onderzoek is bij het Integraal Horecateam van de politie (het IHT) in verband met het vermoeden van handel in harddrugs. Sinds 2013 zijn er regelmatig anonieme klachten van omwonenden binnengekomen over de coffeeshop. Er zijn meldingen en klachten gedaan over afval, agressief gedrag en bedreiging bij het aanspreken van bezoekers van de coffeeshop en overlast van auto’s, taxi’s, scooters en personen. Er is een gesprek gevoerd met de heer [naam 1] , die zich niet in de klachten herkende, maar aangaf bereid te zijn om de problemen op te lossen. Na het gesprek zijn de meldingen bij de politie blijven binnenkomen. De exploitanten van de coffeeshop hebben meerdere malen aangifte gedaan van vernieling en bedreiging. Uit observatie van het IHT komt naar voren dat er veel aanloop is naar de coffeeshop van jeugdige bezoekers met antecedenten op het gebied van vermogensdelicten, geweldsdelicten en handel in harddrugs. 25 buurtbewoners hebben verklaard over hun ervaringen met de coffeeshop.


De afwijzing van de heropening (AMS 19/339)

Standpunten van partijen

3.1.

Met het bestreden besluit I heeft de burgemeester de afwijzing van het verzoek om heropening gehandhaafd. Gelet op de ernst van het incident, de openbare orde-situatie en de inschatting van de bereidheid en bekwaamheid van de exploitanten om nieuwe incidenten te voorkomen, acht de burgemeester voortzetting van de sluiting gerechtvaardigd. De burgemeester acht de tijdelijke opschorting van het sluitings- en heropeningsbeleid ten aanzien van coffeeshops1 niet van toepassing. Aan de opschorting is als voorwaarde verbonden dat de exploitanten van de betreffende coffeeshop vóór een mogelijk incident een intentieverklaring hebben ondertekend, waarmee ze zich verplichten om alle noodzakelijke maatregelen te treffen om beschietingen te voorkomen. Eiseres heeft niet vóór het incident een dergelijke verklaring overgelegd.

3.2.

Eiseres bestrijdt in beroep de afwijzing van het heropeningsverzoek. Eiseres voert daartoe – kort samengevat – aan dat de burgemeester uit de politierapporten onjuiste conclusies trekt. Zo is de relatie tussen de vuurwerkontploffingen en de coffeeshop niet vast komen te staan. Een dader is niet bekend, evenmin als de toedracht. Het onderzoek door de politie is geseponeerd. Ten aanzien van handel in harddrugs is alleen sprake van een vermoeden. Eiseres heeft altijd meegewerkt aan politieonderzoeken, dat wordt haar nu tegengeworpen. De politie heeft gedurende een aantal dagen camera’s op de coffeeshop gericht, maar dat heeft nergens toe geleid. Hieruit kan worden afgeleid dat het kennelijk nogal meevalt met de strafbare feiten en overlast. Volgens eiseres is de relatie met de omwonenden over het algemeen goed te noemen, dit blijkt uit verklaringen die eiseres overlegt. Eiseres...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT