Uitspraak Nº AWB - 15 _ 2993u + AWB - 15 _ 2925u. Rechtbank Limburg, 2017-06-30

ECLIECLI:NL:RBLIM:2017:6235
Date30 Junio 2017
Docket NumberAWB - 15 _ 2993u + AWB - 15 _ 2925u
RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Bestuursrecht

Zaaknummers: 1. ROE 15 / 2925

2. ROE 15 / 2993

Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juni 2017 in de zaken tussen

1. [naam 1], wonend te [plaatsnaam] , eiser,

2. [naam 2], [naam 3] en [naam 4], allen wonende te [plaatsnaam] , eisers,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 28 januari 2015 heeft verweerder een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een strandpaviljoen aan de Velkenskamp 1 te Heel.

Bij besluit van 31 augustus 2015 (hierna: het bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren van eiser sub 1 tegen het besluit van 28 januari 2015 ongegrond verklaard (onder aanvulling van de motivering van laatstgenoemd besluit) en de bezwaren van eisers sub 2 tegen dit besluit niet-ontvankelijk verklaard.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

De rechtbank heeft met toepassing van artikel 8:26, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) Emterra BV en Fun Beach BV (hierna ook: de derde-belanghebbenden) in de gelegenheid gesteld als partijen aan de gedingen deel te nemen, van welke gelegenheid gebruik is gemaakt.

Verweerder heeft de stukken die op de zaken betrekking hebben ingezonden.

De derde-belanghebbenden hebben een schriftelijke uiteenzetting over de zaken gegeven.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 april 2016, waar eiser sub 1, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. B. Smit, werkzaam bij ARAG Rechtsbijstand, eisers [naam 2] en [naam 4] , bijgestaan door hun gemachtigde mr. B.J. Meruma, advocaat te Amsterdam, en verweerder, vertegenwoordigd door [naam 5] en [naam 6] , beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Voorts zijn ter zitting de derde-belanghebbenden, vertegenwoordigd door [naam 7] en mr. G.J.A. van Dinter, advocaat te Roermond, gehoord.

Bij brief van 22 april 2016 heeft de rechtbank het onderzoek heropend en medegedeeld dat dit wordt voortgezet met een onderzoek ter plaatse, als bedoeld in artikel 8:50 van de Awb. Dit onderzoek heeft op 4 juli 2016 plaatsgevonden. Hiervan is door de griffier een proces-verbaal opgemaakt, dat aan partijen is toegezonden.

Vervolgens is het onderzoek ter zitting voortgezet op 20 december 2016, waar partijen in dezelfde samenstelling zijn verschenen als op 14 april 2016, met dien verstande dat eisers sub 2 ditmaal zijn bijgestaan door mr. B. Krot, kantoorgenoot van hun gemachtigde.

Overwegingen

1. Op 28 november 2014 is namens Emterra BV een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een strandpaviljoen op de locatie Fun Beach, een dagstrand gelegen aan de Velkenskamp 1 te Heel. Emterra BV is de eigenaresse van het strandpaviljoen; Fun Beach BV de exploitant daarvan.

2. Bij het besluit van 28 januari 2015 heeft verweerder de gevraagde vergunning verleend.

3. Eiser sub 1 en eisers sub 2 hebben (afzonderlijk) tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Ter zake van dit bezwaar heeft op 12 mei 2015 een hoorzitting plaatsgevonden van de commissie bezwaarschriften van de gemeente Maasgouw, een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb (hierna: de commissie). Op 13 juli 2015 heeft commissie haar advies uitgebracht.

Belanghebbendheid eisers

4. Bij het bestreden besluit heeft verweerder – overeenkomstig het advies van de commissie – eisers sub 2 niet-ontvankelijk verklaard in hun bezwaar omdat zij niet als belanghebbenden bij het besluit van 28 januari 2015 zijn aan te merken. De woningen van eisers sub 2 zijn op respectievelijk 296 meter, 183 meter en 138 meter afstand van de projectlocatie gelegen en geen van deze eisers heeft zicht op deze locatie.

5. De derde-belanghebbenden hebben in hun schriftelijke uitzetting dit standpunt van verweerder onderschreven. Ter zitting hebben zij hieraan toegevoegd dat ook eiser sub 1 niet als belanghebbende is aan te merken.

6. Eisers voeren in dit kader in beroep aan – zakelijk weergegeven – dat zij belanghebbenden zijn, omdat de bestaande kwaliteit van hun woon- en leefomgeving (als omwonenden) wordt geraakt door de gevolgen van het bouwplan. In dit verband stellen zij met name veel geluids- en parkeeroverlast van het gebruik van het strandpaviljoen te (gaan) ondervinden.

7. Met betrekking tot de – ook ambtshalve te beantwoorden – vraag of (alle) eisers als belanghebbende kunnen worden aangemerkt, overweegt de rechtbank als volgt.

8. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

Ingevolge artikel 7:1, eerste lid, van de Awb, voor zover hier van belang, dient degene aan wie het recht is toegekend beroep bij een bestuursrechter in te stellen, alvorens beroep in te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT