Uitspraak Nº AWB - 15 _ 9500. Rechtbank Den Haag, 2016-06-21

ECLIECLI:NL:RBDHA:2016:6873
Date21 Junio 2016
Docket NumberAWB - 15 _ 9500
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 15/9500

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 juni 2016 in de zaak tussen [eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. C.W.J.M. Jansen),

en

de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Roos).

Procesverloop

Bij besluit van 3 april 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder eisers verzoek tot volledige vergoeding van de onderwijskosten voor zijn twee dochters voor de [school 2] afgewezen.

Bij besluit van 13 november 2015 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 mei 2016.

Eiser noch zijn gemachtigde zijn verschenen. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn echtgenote [persoon] Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1 De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

1.1

Eiser is aangesteld bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Op 25 februari 2015 is tussen vertegenwoordigers van het ministerie van Buitenlandse Zaken, van het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties en eiser een convenant gesloten waarin is vastgelegd dat eiser met ingang van 1 maart 2015 tot 1 september 2018 op detacheringsbasis wordt geplaatst op de functie van plaatsvervangend directeur van het Kabinet van de Gouverneur van [land] . Blijkens dit convenant is gedurende de detacheringsperiode de regeling Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VUBZK) op eiser van toepassing. Zijn gezin – echtgenote en twee dochters - is hem op 4 april 2015 gevolgd.

1.2

Bij memorandum van 21 februari 2015 heeft eiser de Directeur Koninkrijksrelaties op grond van artikel 9.2 van het VUBZK (hardheidsclausule) verzocht om een aanvullende tegemoetkoming ter hoogte van de extra noodzakelijke scholingskosten van internationaal onderwijs in [land] ten behoeve van zijn beide dochters van vijf en zeven jaar.

1.3

Bij e-mail van 27 februari 2015 heeft eiser de directeur van [bedrijf] , [bedrijf] , verzocht om positief te adviseren op zijn verzoek.

2.1

Bij besluit van 3 april 2015 per e-mail is dit verzoek afgewezen. Aan dat besluit heeft verweerder - kort gezegd – het volgende ten grondslag gelegd. De ambtenaar die door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitgezonden wordt, kan op basis van het VUBZK ten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT