Uitspraak Nº AWB - 16 _ 2254 en 17_3250. Rechtbank Noord-Holland, 2017-08-08

ECLIECLI:NL:RBNHO:2017:6702
Date08 Agosto 2017
Docket NumberAWB - 16 _ 2254 en 17_3250
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 16/2254 en 17/3250

uitspraak van de meervoudige kamer van 8 augustus 2017 in de zaken tussen [eiser 1] en [eiser 2] , wonende te [woonplaats] ,

(gemachtigde: mr. M.A. Hoogkamer),

en

de besliscommissie van het Schadeschap luchthaven Schiphol, verweerder

(gemachtigde: mr.dr. B.J.P.G. Roozendaal en mr. O.M. te Rijdt).

Procesverloop

Bij besluit van 3 december 2012 (het primaire besluit) heeft verweerder, hierna: het Schadeschap, de aanvraag van eisers om toekenning van schadevergoeding op grond van de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol (de Regeling) afgewezen.

Bij besluit van 11 april 2016 (het bestreden besluit I) heeft het Schadeschap het bezwaar van eisers gegrond verklaard en alsnog aan eisers een bedrag van € 5.610,00 toegekend ter vergoeding van schade. Het Schadeschap heeft tevens wettelijke rente en kosten van rechtsbijstand in de bezwaarfase vergoed.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit I beroep ingesteld.

Bij besluit van 17 maart 2017 (bestreden besluit II) heeft het Schadeschap eisers een aanvullende schadevergoeding van (eveneens) € 5.610,00 met wettelijke rente toegekend.

Eisers hebben tegen bestreden besluit II bezwaar gemaakt en met toepassing van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het Schadeschap verzocht in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter.

Het Schadeschap heeft ingestemd met het verzoek.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 mei 2017. Eisers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Het Schadeschap heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigden.

Overwegingen

1. Eisers zijn eigenaar van een woning in de wijk Vrijschot in Hoofddorp-Noord nabij de Polderbaan.

2. De Polderbaan is op 1 november 2003 in gebruik genomen en sindsdien ondervinden eisers hiervan (geluid)hinder, met name vanwege grondgeluid (laagfrequent geluid) veroorzaakt door startende vliegtuigen. In 2011 en 2013 zijn in het agrarisch gebied gelegen tussen Hoofddorp-Noord en de Polderbaan zogeheten ribbels (wigvormige heuvels) in het landschap aangelegd met het oogmerk de overlast van het grondgeluid dat wordt veroorzaakt door startende vliegtuigen op de Polderbaan, te verminderen. De eerste fase van deze ribbels is eind 2013 gereed gekomen. De tweede fase van de ribbels zou uiterlijk per 1 januari 2017 worden gerealiseerd, maar dat is niet gebeurd.

3. Eisers hebben op 26 maart 2010 bij het Schadeschap een verzoek ingediend om toekenning van schadevergoeding. Eisers stellen onder meer schade te hebben geleden als gevolg van de ingebruikneming op 1 november 2003 van de Polderbaan. Met name van het grondgeluid dat wordt veroorzaakt door startende vliegtuigen ondervinden zij hinder.

4.1.

Met het primaire besluit heeft het Schadeschap, onder verwijzing naar de adviezen van de Adviescommissie Van der Schans, de aanvraag om toekenning van schadevergoeding afgewezen. Eisers hebben tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt.

4.2.

Vervolgens heeft het Schadeschap met het oog op een volledige heroverweging in bezwaar aanleiding gezien een nieuw advies te vragen aan een andere adviescommissie onder leiding van mr. I.P.A. van Heijst (Adviescommissie Van Heijst). De Adviescommissie Van Heijst heeft - kort samengevat - geconcludeerd dat het door eiser gestelde nadeel toe te rekenen is aan het bestemmingsplan “Schiphol-West en omgeving”. Dit bestemmingsplan maakte de aanleg van de Polderbaan mogelijk. De Adviescommissie Van Heijst is van oordeel dat de planologische situatie voor wat betreft de schadefactor grondgeluid nadelig is gewijzigd en dat er in zoverre sprake is geweest van planologische verslechtering. Om de waardevermindering van de woning als gevolg van het grondgeluid te bepalen is gebruik gemaakt van de zogenaamde Vercammen 3-10% (norm)curve (hierna ook: Vercammen-35). In een rapportage van akoestisch adviesbureau LBP Sight B.V. (LBP Sight) van 2 maart 2015 is - voor zover hier van belang - geconcludeerd dat Vercammen-35 in de wijk Vrijschot, waar eisers wonen, wordt overschreden. Voor de woningen gelegen in de zogenoemde eerste lijn van bebouwing ten opzichte van de Polderbaan, heeft de Adviescommissie Van Heijst geconcludeerd dat de waarde is verminderd met 5% van de WOZ-waarde per peildatum 1 november 2003. De waarde van de overige woningen, ook wel de zogenoemde tweede lijn van bebouwing, is verminderd met 3% van de waarde van deze woningen per peildatum 1 november 2003.

Omdat het op grond van het evaluatieonderzoek van TNO van juni 2014 aannemelijk is dat met de aanleg van de ribbels in de eerste fase (in de loop van 2013) de hinder van grondgeluid gedeeltelijk, namelijk met ongeveer 5,5 dB, is afgenomen en na de aanleg van de tweede fase (uiterlijk in de loop van 2016) nog verder zal afnemen, maar in elk geval niet volledig zal kunnen worden weggenomen, acht de Adviescommissie Van Heijst het redelijk om per

1 januari 2014 de aanleg van de eerste fase van de ribbels voor een deel van de schade ter grootte van 1% van de waarde van de woningen in aanmerking te nemen als een vorm van compensatie in natura en voor de, nog niet aangelegde, tweede fase van de ribbels eveneens een deel van de schade ter grootte van 1% van de waarde van de woningen in aanmerking te nemen als een vorm van compensatie in natura. De Adviescommissie Van Heijst heeft geadviseerd daarbij wel te bepalen dat als de tweede fase van de ribbels per 1 januari 2017 niet volgens plan zijn aangelegd, eisers alsnog een aanvullend schadebedrag ter grootte van 1% van de waarde van hun woning, vermeerderd met wettelijke rente, zal worden vergoed.

4.3.

Het Schadeschap heeft het advies van de Adviescommissie Van Heijst ten grondslag gelegd aan het bestreden besluit I. Omdat de woning van eisers is gelegen in de zogenaamde tweede lijn van bebouwing is aan eisers een schadevergoeding toegekend van 3% van de Woz-waarde van € 561.000,00 per 1 januari 2003. Na aftrek van de compensatie in natura van tweemaal een bedrag van € 5.610,00 is hen een bedrag van € 5.610,00 aan schadevergoeding toegekend.

Het bestreden besluit I

5. De hoorzitting in bezwaar

5.1.

Eisers hebben aangevoerd dat zij tijdens de bezwaarschriftprocedure in hun belangen zijn geschaad, omdat hen de mogelijkheid is onthouden tijdens een hoorzitting mondeling hun standpunten over onder meer de Peutz-notities naar voren te brengen.

5.2.

Uit het dossier blijkt dat nadat een eerdere hoorzitting was uitgesteld, het Schadeschap bij brief van 16 juni 2015 eisers heeft uitgenodigd voor een hoorzitting op 13 juli 2015. Voorafgaand aan de hoorzitting hebben eisers het Schadeschap laten weten dat zij vanwege de late ontvangst van de Peutz-notities op 2 juli 2015 meer tijd nodig hadden om zich voor te bereiden. Zij hebben om uitstel van de hoorzitting gevraagd. Het Schadeschap heeft het verzoek om uitstel afgewezen. Eisers zijn vervolgens op de hoorzitting niet verschenen en hebben zich ook niet laten vertegenwoordigen.

5.3.

Op grond van artikel 7:2, eerste lid, van de Awb dient het bestuursorgaan belanghebbende in de gelegenheid te stellen te worden gehoord. Met de uitnodiging voor de hoorzitting op 13 juli 2015 heeft het Schadeschap hieraan voldaan. De beslissing van het Schadeschap het verzoek om uitstel voor het houden van de hoorzitting niet in te willigen, is niet in strijd met de goede procesorde. Eisers hadden de Peutz-notities op het moment van de hoorzitting tien dagen in hun bezit. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, valt niet in te zien dat zij onvoldoende gelegenheid hadden deze stukken bij hun voorbereiding op de hoorzitting te betrekken. Bovendien hadden zij op de hoorzitting naar voren kunnen brengen dat zij vanwege de ontvangst van de Peutz-notities kort voor de hoorzitting meer tijd nodig hadden om hun standpunt verder uit te werken, waarna hen die gelegenheid alsnog had kunnen worden geboden. Eisers hebben er echter voor gekozen de hoorzitting aan zich voorbij te laten gaan en zich evenmin te laten vertegenwoordigen. De gevolgen van deze keuze komen voor hun eigen rekening. De beroepsgrond slaagt niet.

6. Grondslag van de schadevergoeding

6.1.

Eisers hebben aangevoerd dat andere schadeveroorzakende factoren ten onrechte buiten beschouwing zijn gelaten. Volgens eisers is sprake van luchtvervuiling en roetvervuiling en doen zich gezondheidsrisico’s voor vanwege roet, kerosinedampen en (ultra)fijnstof.

6.2.

De rechtbank stelt op grond van de stukken en hetgeen eisers op de zitting naar voren hebben gebracht vast dat eisers de hinder die zij stellen te ondervinden, uitdrukkelijk verbinden aan de aanleg en het gebruik van de Polderbaan. De rechtbank is van oordeel dat het Schadeschap bij de beoordeling van het planologisch nadeel mocht uitgaan van het advies van de Adviescommissie Van Heijst die de schadefactor grondgeluid als dominante schadefactor heeft aangemerkt, omdat dit de factor betreft waarvan duidelijk is dat deze wezenlijk van invloed is op de waarde van de woningen.

6.3.

Eisers hebben naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat de schadefactoren die zij noemen, (overwegend) het gevolg zijn van de aanleg en de ingebruikneming van de Polderbaan. In dat verband wijst de rechtbank erop dat Schiphol, naast de Polderbaan, beschikt over vier andere start- en landingsbanen met veel vliegverkeer. Evenmin is gebleken dat in dit verband sprake is van zelfstandige schadefactoren die op een andere manier dan als vermindering van het woongenot in de waardedaling van de woning tot uitdrukking zouden kunnen en moeten komen.

6.4.

Deze beroepsgrond van eisers slaagt niet.

7. De vaststelling van de omvang van de planschade

7.1.

Prijsontwikkeling

7.1.1.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT