Uitspraak Nº AWB - 16 _ 4095, 16_4861, 16_4208. Rechtbank Den Haag, 2016-12-06

ECLIECLI:NL:RBDHA:2016:14855
Date06 Diciembre 2016
Docket NumberAWB - 16 _ 4095, 16_4861, 16_4208
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummers: SGR 16/4095, SGR 16/4861 en SGR 16/4208

uitspraak van de meervoudige kamer van 6 december 2016 in de zaak tussen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk, eiser 1

(gemachtigde: mr. F.P. van Galen)

de Katwijkse Ondernemersvereniging,

Marina Rijnsburg B.V.,

Oostingh Staalbouw Katwijk B.V., eisers 2

[eiser] , eiser 3

(gemachtigde: mr. G.R. van der Plas)

en

het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, verweerder

(gemachtigde: mr. E.C.M. Schippers)

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: de minister van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, (vergunninghouder)

(gemachtigde: mr. F.S. de Waal).

Procesverloop

Bij besluit van 29 september 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder ontheffing aan vergunninghouder verleend voor het tijdelijk vastleggen van de beweegbare brugdekken van de brug in de Rijksweg A44 over de (Oude) Rijn te Leiden.

Bij besluit van 19 april 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren van eisers ongegrond verklaard.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 november 2016.

De beroepen zijn gelijktijdig behandeld.

Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Voor eisers 2 zijn [persoon 1] en [persoon 2] verschenen.

[eiser] is in persoon ter zitting verschenen.

Overwegingen

1. Ingevolge artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, aanhef en ten tweede, van de Scheepvaartverkeerswet zijn gedeputeerde staten het bevoegd gezag voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als het een scheepvaartweg betreft die in beheer is bij een provincie.

Ingevolge artikel 1.1 van de Vaarwegenverordening Zuid-Holland (hierna: de Vaarwegenverordening) beoogt deze verordening de vrijheid en/of de veiligheid van de scheepvaart en de instandhouding en bruikbaarheid van de vaarweg en de oever te beschermen.

Ingevolge artikel 2.2.1., aanhef en onder a, is het een ieder verboden de scheepvaart geheel of gedeeltelijk te stremmen of te belemmeren.

Ingevolge artikel 4.1.1., eerste lid, kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen van het verbod, vervat in artikel 2.2.1., aanhef en onder a.

Ingevolge artikel 4.1.8., eerste lid, mag een ontheffing alleen worden geweigerd in het belang van de vrijheid en/of de veiligheid van de scheepvaart en van de instandhouding en bruikbaarheid van de vaarweg en de oever.

2 Op 29 januari 2015 heeft vergunninghouder een verzoek om ontheffing ingediend voor het tijdelijk vastleggen van de brug in de rijksweg A44 voor de periode van juli 2015 tot de oplevering van de nieuwe brug in 2022 over de Oude Rijn in het kader van het project RijnlandRoute.

Bij het primaire besluit heeft verweerder, na...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT