Uitspraak Nº AWB - 16 _ 1638, AWB - 16_1639, AWB - 16 _ 1640. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-02-26

ECLIECLI:NL:RBNNE:2019:718
Date26 Febrero 2019
Docket NumberAWB - 16 _ 1638, AWB - 16_1639, AWB - 16 _ 1640
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 16/1638, LEE 16/1639 en LEE 16/1640

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 26 februari 2019 in de zaak tussen

[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde eiseres] ),

en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Emmen, verweerder

(gemachtigde: [gemachtigde verweerder] ).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister.

Procesverloop

Naheffingsaanslag F.01.1501 (16/1640)

Verweerder heeft voor het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011 aan eiseres een naheffingsaanslag, met aanslagnummer F.01.1501, opgelegd in de omzetbelasting (hierna: OB) ten bedrage van € 7.648. Deze naheffingsaanslag is gedagtekend 25 juli 2013. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 406 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Bij uitspraak op bezwaar van 24 juni 2016 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. De beschikking heffingsrente is verminderd tot een beschikking vastgesteld naar een bedrag van € 262.

Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft dit beroep geregistreerd onder het zaaknummer 16/1640.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Naheffingsaanslag F.01.3501 (16/1639)

Verweerder heeft voor het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2013 aan eiseres een naheffingsaanslag, met aanslagnummer F.01.3501, opgelegd in de OB ten bedrage van € 26.444. Deze naheffingsaanslag is gedagtekend 25 juli 2013. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 117 aan belastingrente in rekening gebracht.

Bij uitspraak op bezwaar van 24 juni 2016 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. De beschikking belastingrente is verminderd tot een beschikking vastgesteld naar een bedrag van € 110.

Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft dit beroep geregistreerd onder het zaaknummer 16/1639.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Naheffingsaanslag F.01.3241 (16/1638)

Verweerder heeft voor het tijdvak 1 april 2013 tot en met 30 juni 2013 aan eiseres een naheffingsaanslag, met aanslagnummer F.01.3241, opgelegd in de OB ten bedrage van € 2.469. Deze naheffingsaanslag is gedagtekend 26 september 2013.

Bij uitspraak op bezwaar van 11 maart 2016 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft dit beroep geregistreerd onder het zaaknummer 16/1638.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Zaaknummers 16/1638 tot en met 16/1640

Bij brief van 18 december 2018 heeft de rechtbank eiseres verzocht om een aantal stukken en een toelichting. Eiseres heeft voorafgaand aan het onderzoek ter zitting op dit verzoek gereageerd. De rechtbank heeft de stukken van eiseres aan verweerder doorgezonden.

Het onderzoek ter zitting in bovenstaande zaken heeft plaatsgevonden op 9 januari 2019. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, bijgestaan door [accountant eiseres] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [naam] . Eiseres heeft ter zitting een pleitnotitie voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan verweerder. De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling het onderzoek gesloten.

De rechtbank heeft bij brief van 23 januari 2019 het onderzoek heropend om verweerder in de gelegenheid te stellen om kennis te nemen van de tijdens de zitting door eiseres overgelegde brief van de provincie [X] met dagtekening 14 februari 2011.

Bij brief van 28 januari 2019 heeft verweerder aangegeven dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat de rechtbank deze brief aan het dossier toevoegt. De rechtbank heeft daarop het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Feiten

1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.

1.1.

Eiseres is op 9 december 2009 opgericht en heeft blijkens artikel 2 van de statuten als statutaire doelstelling:

‘a. het bevorderen, in stand houden en waar noodzakelijk verbeteren van de kwaliteit van de musea in [X] in de ruimste zin,

b. het aanspreekpunt zijn voor de provinciale overheid op het gebied als hiervoor omschreven,

c. het aanbieden van diensten aan participanten van de stichting;

d. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.’

1.2.

In de statuten van eiseres is, voor zover van belang, voor het overige het volgende vermeld:

‘DEFINITIE

Participant een museum in de provincie [X] dat zich betrokken voelt bij de stichting en daarnaast zelf of namens haar een aantoonbare bijdrage levert of doet leveren aan het doel van de stichting;

(…)

De stichting kent naast het bestuur het volgende orgaan.
de vergadering van participanten.

BESTUUR: SAMENSTELLING, WIJZE VAN BENOEMEN

Artikel 3

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van te minste drie bestuurders

  2. De bestuurders worden benoemd, ontslagen en geschorst door het bestuur, met dien verstande dat één bestuurder wordt benoemd op voordracht van de vergadering van participanten. Van deze voordracht kan slechts worden afgeweken bij bestuursbesluit, genomen bij unanimiteit van het aantal in functie zijnde bestuurders. In het geval van afwijken van de voordracht is de vergadering van participanten bevoegd een nieuwe voordracht te doen.

(…)
BESTUUR: TAAK EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 4

1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.

(…)

VERGADERING VAN PARTICIPANTEN
Artikel 9
  1. De vergadering van participanten wordt gevormd door alle participanten tezamen.

  2. Het bestuur zal bij afzonderlijk reglement regels opstellen omtrent de minimumeisen waaraan voldaan moet worden om aangemerkt te worden als participant.

  3. De functie van de vergadering van participanten is drieledig:

  4. de vergadering van participanten fungeert als klankbord van het bestuur van de stichting en staat het bestuur met raad en daad ter zijde;

  5. het bestuur legt jaarlijks verantwoording aan de vergadering van participanten af omtrent het gevoerde beleid; de vergadering van participanten is bevoegd (ongevraagd) advies te geven aan het bestuur;

  6. het doen van een voordracht voor een bestuurder.’

1.3.

Bij de stukken van het geding bevindt zich een historisch overzicht dat ziet op de periode van 2008 tot en met 2013, waarin de aanloop naar de oprichting van eiseres en de activiteiten van eiseres zijn beschreven.

1.4.

Eiseres heeft haar voorgenomen activiteiten destijds vastgelegd in het projectplan [Projectplan A] . Dit projectplan is eind 2011 herzien en vervangen door het projectplan ‘ [Projectplan B] ’.

1.5.

Voor de activiteiten van eiseres, zoals neergelegd in de bij 1.4. genoemde projectplannen, is in de periode 2009 tot en met 2012 subsidie aangevraagd bij de provincie [X] .

1.6.

De provincie [X] heeft met dagtekening 1 juni 2010 een brief aan het bestuur van [eiseres] gestuurd met als onderwerp ‘Verlening incidentele prestatiesubsidie voor activiteitenprogramma 2010 [eiseres] ; verplichtingennummer: [#####]’.

1.7.

De provincie [X] heeft met dagtekening 22 december 2010 een brief aan [eiseres] gestuurd met als onderwerp ‘Toekenningsbrief incidentele subsidie Versterken culturele infrastructuur [X] Museumbeleid Beleidsplan [Projectplan A]’.

1.8.

De provincie [X] heeft met dagtekening 14 februari 2011 een brief aan het bestuur van [eiseres] gestuurd met als onderwerp ‘Subsidieaanvraag Beleidsplan [Projectplan A].

1.9.

Op 28 november 2011 heeft eiseres een brief gestuurd aan het College van Gedeputeerde Staten in de provincie [X] met als onderwerp ‘herziene subsidieaanvraag “ [Projectplan A] ”’.

1.10.

De provincie [X] heeft op 20 december 2011 een brief aan [eiseres] , het bestuur, gestuurd met als onderwerp ‘Aanvullende subsidie herzien projectplan [Projectplan A]’.

1.11.

In het dossier zit een drietal verklaringen van het [musea 1] , [musea 2] en de [musea 3] . Eiseres (aangeduid als [eiseres] ) is in deze verklaringen aangemerkt als subsidieaanvrager en respectievelijk [musea 1] , [musea 2] en [musea 3] zijn aangemerkt als subsidiegerechtigde. De verklaringen bevatten steeds de volgende tekst:

‘Ondergetekenden:

(…)

Verklaren hierbij dat subsidieaanvrager namens subsidiegerechtigde alsmede de overige [X] musea bij de Provincie subsidies heeft aangevraagd waarbij:

  • -

    Subsidieaanvrager de subsidies op eigen naam heeft aangevraagd, maar heeft gehandeld als penvoerder;

  • -

    Subsidieaanvrager de subsidies heeft ontvangen van de Provincie, namens subsidiegerechtigde;

  • -

    [eiseres] diensten tegen overeengekomen vergoeding heeft verleend aan subsidiegerechtigde;

  • -

    [eiseres] de haar toekomende vergoedingen heeft verrekend met de bedragen welke zij als penvoerder namens subsidiegerechtigde heeft ontvangen;

  • -

    Voor deze wijze van afwikkeling is gekozen vanuit doelmatigheidsoverwegingen.’

1.12.

Met dagtekening 18 september 2012 heeft de accountant van eiseres een brief aan verweerder verstuurd, waarin zij om de toekenning van een BTW-nummer heeft verzocht. In deze brief is het volgende vermeld:

‘Geachte heer/mevrouw,

Namens onze...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT