Uitspraak Nº AWB - 17 _ 6046. Rechtbank Den Haag, 2018-03-23
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2018:3412 |
Date | 23 Marzo 2018 |
Docket Number | AWB - 17 _ 6046 |
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 17/6046
(gemachtigde: mr. T. van der Weijde),
en
(gemachtigde: mr. T.I.A. van Weelden).
Bij besluit van 27 maart 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiseres een bestuurlijke boete opgelegd van € 3.000,-.
Bij besluit van 18 juli 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 februari 2018.
Eiseres zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Daarnaast is namens eiseres verschenen [directeur-eigenaar], directeur-eigenaar. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
1. Op 3 augustus 2016 heeft GGD Haaglanden een inspectiebezoek gebracht aan gastouder [gastouder]. In het inspectierapport van 13 september 2016 adviseert GGD Haaglanden om handhavend op te treden. De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (hierna: de risico-inventarisatie) van de gastouder is gedateerd op 11 mei 2015. Op het moment van de inspectie is de risico-inventarisatie dus langer dan een jaar geleden uitgevoerd. Daarnaast is de verhoging van het aantal kindplaatsen niet tijdig doorgegeven.
2. Bij brief van 10 januari 2017 heeft verweerder meegedeeld dat hij voornemens is om eiseres een bestuurlijke boete op te leggen van € 5.000,-. Dit bedrag is opgebouwd uit twee onderdelen: € 3.000,- voor het niet voldoen aan de voorschriften aangaande de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid op de dag van inspectie en € 2.000,- voor het niet onverwijld doorgeven dat het aantal kindplaatsen met drie kinderen is uitgebreid. In reactie hierop heeft eiseres op 20 januari 2017 een zienswijze ingediend.
3. Bij besluit van 27 maart 2017 heeft verweerder een bestuurlijke boete opgelegd van € 3.000,- voor het niet voldoen aan de voorschriften aangaande de risico-inventarisatie op de dag van inspectie. Verweerder heeft bij het bestreden besluit van 18 juli 2017 dit besluit in stand gelaten.
4. Eiseres kan zich hiermee niet verenigen en voert – samengevat weergegeven – het volgende aan. De term ‘jaarlijks’ uit artikel 7, tweede lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (hierna: het Besluit) moet worden geïnterpreteerd als ‘ieder kalenderjaar’ en niet ‘iedere 12 maanden’ zoals verweerder doet. Eiseres vindt voor...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT