Uitspraak Nº AWB - 18 _ 2141. Rechtbank Amsterdam, 2018-07-20

ECLIECLI:NL:RBAMS:2018:5181
Docket NumberAWB - 18 _ 2141
Date20 Julio 2018
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM


Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 18/2141

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juli 2018 in de zaak tussen [eiseres] eiseres

(gemachtigde: mr. J. Koekkoek),

en

de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voorheen minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder

(gemachtigde: mr. B.J. van Gent).

Procesverloop

Bij besluit van 17 januari 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiseres een bestuurlijke boete opgelegd van € 8.000,- wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav).

Bij besluit van 8 februari 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Op 21 maart 2018 heeft de rechtbank het beroepschrift van eiseres tegen dit besluit ontvangen. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 juli 2018. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam] , bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn voornoemde gemachtigde. Ook was ter zitting aanwezig [naam] , werkzaam bij een van de opdrachtgevers van eiseres. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

Feiten en omstandigheden

1. Uit het op ambtseed door de inspecteurs van de Arbeidsinspectie opgemaakte boeterapport van 27 juni 2016 (het boeterapport) blijkt dat de vreemdeling [naam] , van [nationaliteit] nationaliteit (de vreemdeling), tijdens de controle op 21 januari 2016 en in de weken 41, 43 en 44 van 2015 werkzaamheden heeft verricht bij twee ondernemingen, te weten [naam] en [naam] Eiseres had de vreemdeling uitgeleend aan deze ondernemingen. In het paspoort van de vreemdeling zat een sticker van de Immigratie- en Naturalisatiedienst dat hij niet gerechtigd was om arbeid te verrichten zonder tewerkstellingsvergunning en dat arbeid als zelfstandige was toegestaan. De inspecteurs hebben geoordeeld dat de vreemdeling niet als zelfstandige werkzaam was, zodat een tewerkstellingsvergunning was vereist.

2. Verweerder heeft op grond van de resultaten van het boeterapport aan eiseres een boete opgelegd van € 8.000,- wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav. Verweerder legt hieraan ten grondslag dat het boeterapport met bijlagen op ambtseed is opgemaakt en voldoende grondslag biedt voor de geconstateerde overtreding.

Standpunt eiseres

3.1

Eiseres voert aan dat de vreemdeling staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel als zelfstandige en zich ook zo presenteert. Hij heeft een eigen visitekaartje, een BTW-nummer, VAR-verklaring en een aansprakelijkheidsverzekering. De vreemdeling had meerdere opdrachtgevers. De opdrachtovereenkomst tussen eiseres en de vreemdeling is op initiatief van de vreemdeling tot stand gekomen. De vreemdeling werd niet betaald bij ziekte, had geen recht op werk, bouwde geen pensioen op, bepaalde zelf zijn tarieven en hij kon opdrachten weigeren. De vreemdeling had zijn eigen onderneming en droeg zelf alle risico’s. Ook ontving hij geen loonstroken maar factureerde aan eiseres. Ten onrechte is in het boeterapport genoteerd dat hij dezelfde beloning ontving als de werknemers van eiseres. Dat de vreemdeling samen met de andere uitzendkrachten van en naar de hotels werd gereden en van materiaal werd voorzien is niet van belang volgens eiseres. Ook het feit dat de vreemdeling op sommige momenten hetzelfde werk heeft verricht als een of meer werknemers van eiseres neemt volgens eiseres niet weg dat de vreemdeling zelfstandig handelde voor wat betreft de uitvoering van de werkzaamheden. Ter onderbouwing van haar betoog heeft eiseres verwezen naar verschillende uitspraken en arresten.

3.2

Daarnaast voert eiseres aan dat de boete onevenredig is. De boetes die de klanten van eiseres hebben gekregen voor dezelfde overtreding, worden verrekend met de nota van eiseres. De continuïteit van de bedrijfsvoering van eiseres komt derhalve in gevaar. Ook ter onderbouwing hiervan verwijst eiseres naar verschillende uitspraken.

Overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav

4. De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat de vreemdeling de werkzaamheden heeft verricht. Wel is in geschil of de vreemdeling de werkzaamheden als zelfstandige heeft verricht.

5. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling)1 geldt bij beantwoording van de vraag of zich in een concreet geval een overtreding heeft voorgedaan, gelet op de waarborgen die voortvloeien uit artikel 6...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT