Uitspraak Nº AWB - 18 _ 2353. Rechtbank Den Haag, 2019-01-24

ECLIECLI:NL:RBDHA:2019:943
Date24 Enero 2019
Docket NumberAWB - 18 _ 2353
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 18/2353

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 januari 2019 in de zaak tussen [eiser], te [plaats], eiser

(gemachtigde: mr. H. Yousef),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. L. Mol).

Procesverloop

Bij besluit van 12 juli 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder het Nederlanderschap van eiser ingetrokken met terugwerkende kracht tot de datum van de verlening 14 oktober 2015.

Bij besluit van 26 februari 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Bij brief van 6 en 10 december 2018 heeft eiser aanvullende gronden en stukken ingediend.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 december 2018.

Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.

Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Als tolk is verschenen H.-Al-Saadoun.

Overwegingen
1.1

Eiser is geboren op [geboortedatum] 1971 te [plaats] (Egypte).

1.2

Eiser is met een geldige machtiging tot voorlopig verblijf Nederland ingereisd en heeft op 6 mei 2009 een aanvraag ingediend om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking “verblijf bij echtgenote [X]”.

De gevraagde verblijfsvergunning is aan eiser verleend op 19 mei 2009 met een geldigheidsduur tot 19 mei 2010, laatstelijk verlengd tot 6 mei 2015.

1.3

Op 7 mei 2012 heeft eiser een verzoek om naturalisatie tot Nederlander ingediend. Bij besluit van 24 juni 2014 is dit naturalisatieverzoek afgewezen. Hiertegen heeft eiser een bezwaarschrift ingediend.

1.4

Op 8 mei 2015 heeft eiser een aanvraag ingediend om verlening van een EU-verblijfsdocument “langdurig ingezetene”. Bij besluit van 9 juni 2015 is het verzochte document een eiser verleend. Eiser is nog steeds in het bezit van dit document.

1.5

Bij besluit van 15 september 2015 is het bezwaar tegen de afwijzing van het naturalisatieverzoek gegrond verklaard. Bij Koninklijk Besluit van 14 oktober 2015, uitgereikt op 8 januari 2016, is aan eiser het Nederlanderschap verleend.

1.6

Op 10 december 2015 heeft eiser zich bij de gemeente Den Haag gemeld om zijn echtscheiding, uitgesproken op 14 juli 2014 door een rechtbank in Egypte, te laten inschrijven in de Basisregistratie Personen (Brp).

2. Bij brief van 18 augustus 2016 heeft verweerder een voornemen uitgebracht om het Nederlanderschap van eiser in te trekken op grond van artikel 14, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN), omdat eiser de echtscheiding niet tijdig heeft doorgegeven. Indien eiser verweerder daarvan tijdig op de hoogte had gesteld, zou verweerder het naturalisatieverzoek hebben afgewezen. De ontbinding van het huwelijk zou tevens een reden zijn geweest voor intrekking van de verblijfsvergunning van eiser, omdat niet voldaan werd aan de beperking waarvoor de verblijfsvergunning was verleend. Eiser zou dientengevolge ook niet in aanmerking zijn gekomen voor een EU-verblijfsdocument.

3. Eiser heeft bij brief van 1 november 2016 en 25 november 2016, en op een hoorzitting van 19 april 2017, tegen het voornemen aangevoerd dat hij niet op de hoogte van de echtscheiding was. De (ex-)echtgenote van eiser heeft in zijn afwezigheid en zonder eiser in te lichten, echtscheiding in Egypte aangevraagd en gekregen. Eiser heeft met zijn

(ex-)echtgenote samengeleefd tot november 2015 als ware zij gehuwd. Pas in december 2015 kwam eiser er achter dat zij in 2014 de echtscheiding stiekem had geregeld. Daarna heeft eiser de echtscheidingsbeschikking gekregen en deze ingeschreven in de Brp.

4. Bij het primaire besluit heeft verweerder het Nederlanderschap van eiser ingetrokken op grond van artikel 14, eerste lid, van de RWN met terugwerkende kracht tot de datum van de verlening 14 oktober 2015. Verweerder verwijt eiser dat eiser relevante gegevens, namelijk dat zijn huwelijk op 14 juli 2014 is ontbonden, heeft verzwegen waarvan eiser weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het van belang kan zijn voor de beoordeling van zijn naturalisatieverzoek. Eiser heeft pas in december 2015 de Egyptische echtscheidingsakte bij de gemeente Den Haag overgelegd. Eiser heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij eerder niet op de hoogte van de echtscheiding was.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT