Uitspraak Nº AWB - 18/6794. Rechtbank Den Haag, 2020-03-27

ECLIECLI:NL:RBDHA:2020:2921
Docket NumberAWB - 18/6794
Date27 Marzo 2020
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 18/6794

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 maart 2020 in de zaak tussen [eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. drs. B.J.P.M. Zwinkels),

en

het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland, verweerder

(gemachtigde: ir. G. de Bruijn).

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van een volgens hem van rechtswege verleende omgevingsvergunning.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 maart 2020.

Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser, woonachtig aan de [adres] te [woonplaats] , is eigenaar van de percelen kadastraal bekend als gemeente [plaats] , [kadastraal nummers] .

1.1.

Op 4 april 2018 heeft eiser een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) aangevraagd voor het bouwen van een schapenschuur in de tuin bij zijn woning.

1.2.

Bij brief van 18 april 2018 heeft verweerder eiser gemeld dat de aanvraag nog niet compleet is en hem verzocht een aantal ontbrekende bescheiden aan te leveren, zodat zijn aanvraag in behandeling genomen kan worden. In die brief heeft verweerder eiser medegedeeld dat op zijn aanvraag de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is en dat binnen acht weken op de aanvraag zal worden beslist.

1.3.

Op 30 april 2018 heeft eiser aanvullende stukken ingediend. Vervolgens heeft verweerder eiser bij brief van 15 juni 2018 meegedeeld dat naar aanleiding van deze aanvullende stukken is gebleken dat de aanvraag behandeld moet worden aan de hand van de uitgebreide voorbereidingsprocedure.

1.4.

Bij brief van 14 augustus 2018 heeft eiser aan verweerder gemeld dat hij van mening is dat door het verstrijken van de beslistermijn van acht weken een omgevingsvergunning van rechtswege is ontstaan. Eiser heeft verweerder in gebreke gesteld en verzocht om binnen veertien dagen na dagtekening van deze brief over te gaan tot bekendmaking van de van rechtswege ontstane omgevingsvergunning voor het bouwen van de schapenschuur.

1.5.

Bij brief van 21 augustus 2018 heeft verweerder aan eiser gemeld dat aan zijn verzoek geen gevolg wordt gegeven. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat op de aanvraag de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is en dat daarom geen omgevingsvergunning van rechtswege is verleend. Verweerder heeft toegelicht dat de schapenschuur niet kan worden vergund met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Wabo in samenhang met artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), nu geen sprake is van een bijbehorend bouwwerk. Volgens verweerder is de schapenschuur niet functioneel verbonden met het hoofdgebouw op het perceel waarop de bestemming “Wonen” rust. Verweerder stelt zicht op het standpunt dat het hobbymatig houden van landbouwhuisdieren binnen de geldende woonbestemming past, maar dat in dit geval geen sprake is van een hobbymatige activiteit gelet op de omvang en intensiteit van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT