Uitspraak Nº AWB - 19 _ 7141. Rechtbank Gelderland, 2020-04-30

ECLIECLI:NL:RBGEL:2020:2399
Date30 Abril 2020
Docket NumberAWB - 19 _ 7141
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)
RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummers: AWB 19/5664 en 19/5671 (beroepen) en 19/7138 en 19/7141 (voorlopige voorzieningen)

uitspraak van de voorzieningenrechter van

op de beroepen en de verzoeken om voorlopige voorziening in de geschillen tussen

[eisers] , (19/5664 en 19/7141)

[eisers] , (19/5671 en 19/7138)
beiden te [woonplaats] ,

eisers,

(gemachtigde: mr. I.E. Nauta),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard te Bemmel, verweerder.

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 21 december 2017 (de primaire besluiten) heeft verweerder eisers een last onder dwangsom opgelegd. Bij afzonderlijke besluiten van 10 april 2018 heeft verweerder het tegen deze besluiten ingediende bezwaar ongegrond verklaard en de begunstigingstermijn om aan de last te voldoen verlengd tot en met 31 augustus 2018. De hiertegen ingediende beroepen zijn door deze rechtbank bij uitspraak van 17 juli 2018 ongegrond verklaard (AWB 18/2647).

Bij uitspraak van 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) het hoger beroep gegrond verklaard, en heeft zij de uitspraak van de rechtbank van 17 juli 2018 en de besluiten op bezwaar van 10 april 2018 vernietigd.1

Bij separate besluiten van 27 augustus 2019 (de bestreden besluiten) heeft verweerder opnieuw op de bezwaren van eisers beslist, de bezwaren ongegrond verklaard en de besluiten van 21 december 2017 in stand gelaten. Hierbij heeft verweerder de begunstigingstermijn om aan de last te voldoen bepaald op 1 maart 2020.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 februari 2020. Eisers zijn verschenen, bijgestaan door zowel hun gemachtigde als hun adviseur [adviseur] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigden T.J.E. Lodders LL.B en E.P.H. Weijde.

Bij besluit van 18 februari 2020, verzonden 25 februari 2020, heeft verweerder de begunstigingstermijn verlengd tot 1 juli 2020.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep. Artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht maakt dat mogelijk.

Inleiding

2. Eisers exploiteren beiden een glastuinbedrijf in [woonplaats] , [eisers] aan de

[locatie] in [woonplaats] en [eisers] aan de [locatie].

[eisers] gebruikt zijn kassen voor het telen van gewassen, zoals sperziebonen, basilicum, dille en munt, voor de restaurantketen [bedrijf] , en voor het stallen van caravans. [eisers] heeft 1 hectare aan kassen waarvan hij 30 á 40% gebruikt voor teelt en 50% voor caravanstalling. Het resterende deel staat leeg. [eisers] teelt in zijn kassen paprika’s, komkommers en spinazie voor zaadveredelaar [bedrijf] (thans [bedrijf] ), en stalt daarnaast ook caravans. [eisers] heeft 1,5 hectare aan kassen, waarvan hij 40% gebruikt voor teelt en 60% voor caravanstalling. Naar eigen zeggen zijn eisers voor hun inkomen geheel of grotendeels afhankelijk van de caravanstalling aangezien de teelt nog niet ( [eisers] ) of nauwelijks ( [eisers] ) kostendekkend is.

Vanaf de jaren ’90 worden van overheidswege plannen ontwikkeld voor de herontwikkeling van het gebied tussen Huissen en Bemmel ten behoeve van grootschalige glastuinbouw. In de Structuurvisie 2012 is dit gebied onderverdeeld in een glastuinbouwconcentratiegebied en een glastuinbouwintensiveringsgebied. Het gebied de [locatie] is in het provinciale beleid aangewezen als glastuinbouwintensiveringsgebied. In 2017 hebben de provincie en de gemeente Lingewaard de samenwerkingsovereenkomst ‘[bedrijf]’ gesloten. Deze overeenkomst is gericht op het verbeteren van de toekomstmogelijkheden (marktpositie, innovatie, duurzaamheid) voor de glastuinbouw en regelt tevens subsidiemogelijkheden. In het kader van deze samenwerkingsovereenkomst heeft de gemeente in juli 2017 voor de kleinschalige glastuinbouwbedrijven met leegstaande kassen op de [locatie] het innovatieve project Living Lab gestart. Het doel van dit project is het behoud en het voortbestaan van de kleinschalige glastuinbouwbedrijven. Dit wordt bereikt door de telers te begeleiden in een transitie naar het kweken van nieuwe producten. Eisers werken mee aan dit project (o.a. door de teelt van komkommers, paprika’s en spinazie en de teelt van onder meer sperziebonen in het kader van het project ‘korte keten glastuinbouw’). Onder leiding van de gemeente is de werkgroep De [locatie] geformeerd, waarin de voortgang in de ontwikkelingen van de innovatieve teelten wordt besproken.

In het coalitieprogramma ‘Samen bouwen aan Lingewaard’ 2018-2022 wordt beschreven dat [bedrijf] voor de [locatie] wordt uitgevoerd. Ook wordt beschreven dat nog eens goed zal worden gekeken naar de herstructurering in de gebieden [locatie] en een deel van de Leutse Leigraaf en dat zal worden overlegd met de provincie of er ook andere mogelijkheden zijn.

In het College Uitvoeringsprogramma 2018-2022 wordt beschreven hoe zij dit gaan uitvoeren:

Aanpak :Verkenning ontwikkelingsrichtingen welke op de langere termijn kansrijk zijn. Afhankelijk van de uitkomsten wordt beoordeeld of een actualisatie van de visie nodig is.

Resultaat: Nieuwe visie op herstructurering van deze tuinbouwgebieden

Planning:

2018: Verkennen ontwikkelingsrichtingen; 2019: Zo nodig actualiseren visie.

Besluitvorming

3. Bij besluiten van 21 december 2017 is aan eisers een last onder dwangsom opgelegd om het met het bestemmingsplan strijdige gebruik te staken en gestaakt te houden. De Afdeling heeft in de uitspraak van 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1752 het hoger beroep tegen deze besluiten gegrond verklaard en geoordeeld dat verweerder ten onrechte niet is ingegaan op het betoog over de evenredigheid van het handhavend optreden (rechtsoverweging 5.1). De begunstigingstermijn is door verweerder verlengd tot 1 juli 2020.

4. In de beslissing van 27 augustus 2019 heeft verweerder opnieuw op de bezwaren beslist.

Bevoegdheid van het college

5. Niet in geschil is dat stalling van caravans in strijd is met het geldende bestemmingsplan. Verweerder is daarom bevoegd om handhavend op te treden.

Beginselplicht tot handhaving

6. Gelet op het algemeen belang dat is gediend met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.

7. Eisers stellen dat verweerder wegens de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden ten onrechte niet van handhaving heeft afgezien.

Vertrouwensbeginsel

7.1

Eisers betogen in de eerste plaats dat verweerder in strijd heeft gehandeld met het vertrouwensbeginsel.

Verweerder was ervan op de hoogte dat zij nog onvoldoende inkomsten konden genereren uit het telen van gewassen. Wethouder [wethouder] heeft gezegd dat de handhaving ’on hold’ gezet zal worden/tot vijf voor twaalf gewijzigd kan worden als [locatie]/[bedrijf] telers ervoor tekenen dat zij zich...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT