Uitspraak Nº AWB 19/6375. Rechtbank Den Haag, 2020-12-21
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2020:13533 |
Date | 21 Diciembre 2020 |
Docket Number | AWB 19/6375 |
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
Zittingsplaats Dordrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 19/6375
V-nummer: [nummer 1] ,
mede namens haar minderjarige kinderen:
[naam kind 1] , geboren op [geboortedatum kind 1] 2012
V-nummer: [nummer 2] ,
[naam kind 2] , geboren op [geboortedatum kind 2] 2014
V-nummer: [nummer 3] ,
[naam kind 3] , geboren op [geboortedatum kind 3] 2018,
gemachtigde: mr. A. Šimičević,
en
gemachtigde: mr. L.T. Krabbenborg.
Bij besluit van 16 oktober 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder vastgesteld dat het verblijfsrecht van eiseres als gemeenschapsonderdaan is geëindigd.
Bij besluit van 15 februari 2018 (het bestreden besluit I) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 19 oktober 2018 heeft deze rechtbank, zittingsplaats Rotterdam, het beroep tegen het bestreden besluit I gegrond verklaard en dat besluit vernietigd (zaaknummer AWB 18/1769).
Bij uitspraak van 27 februari 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) het hoger beroep van verweerder tegen de genoemde uitspraak van de rechtbank kennelijk ongegrond verklaard en deze uitspraak bevestigd (zaaknummer 201809160/1/V3).
Bij besluit van 26 juli 2019 (het bestreden besluit II) heeft verweerder het bezwaar van eiseres opnieuw ongegrond verklaard.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit II.
Eiseres heeft nadere stukken ingediend.
Verweerder heeft een verweerschrift en nadere stukken ingediend.
Eiseres heeft nadere stukken ingediend.
Verweerder heeft een aanvullend verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 november 2020 in Dordrecht. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens is verschenen [naam] , tolk.
Inleiding
1. Eiseres is geboren op [geboortedatum eiseres] en heeft de Spaanse nationaliteit. Haar minderjarige kinderen [naam kind 1] en [naam kind 2] hebben ook de Spaanse nationaliteit. Haar minderjarige kind [naam kind 3] heeft de Nederlandse nationaliteit. De vaders van de kinderen hebben ook de Nederlandse nationaliteit.
2. Bij het bij het bestreden besluit I gehandhaafde primaire besluit heeft verweerder vastgesteld dat het verblijfsrecht van eiseres als gemeenschapsonderdaan op grond van artikel 8.12 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb) van rechtswege is geëindigd.
3. Bij de uitspraak van 19 oktober 2018 heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit I gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. De rechtbank heeft daartoe over het standpunt van verweerder dat de schoolgaande kinderen van eiseres geen aanspraak kunnen maken op artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 1612/68 (thans artikel 10 van Verordening 492/2011) nu eiseres slechts twee maanden reële en daadwerkelijke arbeid heeft verricht, het volgende overwogen. Uit de arresten...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT