Uitspraak Nº AWB 20-2486. Rechtbank Den Haag, 2020-08-13

ECLIECLI:NL:RBDHA:2020:8233
Docket NumberAWB 20-2486
Date13 Agosto 2020
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG


Zittingsplaats Amsterdam

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 20/2486

V-nummer: [V-nummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen [eiser] ,

geboren op [geboortedatum] , van Ghanese nationaliteit, eiser

(gemachtigde: [naam] ),

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, namens de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij brief van 15 november 2019 heeft eiser bezwaar gemaakt tegen het formulier van

12 november 2019 waaruit blijkt dat eiser niet is toegelaten tot de LVV1. Het bezwaar is bij besluit van 5 maart 2020 (het bestreden besluit) ongegrond verklaard.

Op 25 maart 2020 heeft de rechtbank het beroepschrift van eiser tegen dit besluit ontvangen.

De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld te laten weten of zij op een zitting willen worden gehoord. Geen van partijen heeft laten weten dat te willen, waarna de rechtbank heeft bepaald dat een zitting achterwege blijft en vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Eiser heeft de rechtbank verzocht om vrijstelling van de betaling van het griffierecht wegens betalingsonmacht. Eiser is in de gelegenheid gesteld om dit te onderbouwen. Hij heeft dit in deze procedure nagelaten. Eiser moet daarom in deze procedure griffierecht betalen. Dat heeft eiser (alsnog) gedaan.

2. Eiser is een ongedocumenteerde vreemdeling. Op 12 november 2019 heeft eiser zich in persoon gemeld bij het LOA2 en verzocht om toegang tot de LVV. Eiser heeft op dezelfde dag een formulier ontvangen waaruit blijkt dat hij niet is toegelaten tot de LVV. Tegen dit formulier heeft eiser bezwaar gemaakt.

3. In het bestreden besluit heeft verweerder overwogen dat eiser niet in aanmerking komt voor de LVV, aangezien hij afkomstig is uit een veilig land (Ghana) en hij daarmee niet tot de doelgroep behoort. Ook wijst verweerder eiser erop dat hij zich kan melden op de VBL3 onder de voorwaarde dat hij meewerkt aan zijn vertrek uit Nederland. In de VBL zal worden beoordeeld of hij in aanmerking komt voor plaatsing. Verweerder kan volstaan met dit aanbod voor onderdak in de VBL volgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling). Van een schending van artikelen 3 en 8 van het EVRM4 is dan ook geen sprake, aldus verweerder.

4. Eiser voert aan dat verweerder de procedure zoals omschreven in het Convenant5 en het Programma Vreemdelingen niet heeft gevolgd. De casus van eiser is niet kenbaar besproken op het LSO6. Eiser is een ouder kwetsbaar persoon. Volgens eiser heeft verder ten onrechte geen verdragsrechtelijke afweging van zijn belangen plaatsgevonden. Ook is geen rekening gehouden met het corona-virus. Ten aanzien van de VBL voert eiser aan dat verweerder niet kan volstaan met dit...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT