Uitspraak Nº AWB- 20_6264 VV. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-06-19
ECLI | ECLI:NL:RBZWB:2020:2619 |
Docket Number | AWB- 20_6264 VV |
Date | 19 Junio 2020 |
Court | Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland) |
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/6264 WABO VV
gemachtigde: mr. W.J.B.M. Alkemade
en
Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen [vergunninghouder], te Wijk en Aalburg,
gemachtigde: mr. R. Stiekema.
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder van 31 maart 2020 (bestreden besluit) inzake de aan derde partij verleende omgevingsvergunning voor het gewijzigd uitvoeren van een eerder vergund bouwplan op het perceel [adres perceel] .
Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 9 juni 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. W.J.B.M. Alkemade. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [woordvoerder verweerder] . Derde partij is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. R. Stiekema en door [woordvoerder vergunninghouder]
1. Derde partij beschikt over een omgevingsvergunning voor een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan voor een periode van 10 jaar ten behoeve van de vestiging van een Welkoopwinkel in een bestaande bedrijfshal op het perceel [adres perceel] . Onderdeel van deze omgevingsvergunning is de bouw van een magazijn met een diepte van 6 meter en een breedte van 24 meter. Omdat bij nader inzien een magazijn met een diepte van 10 meter en een breedte van 15 meter geschikter bleek te zijn, is ten behoeve van het gewijzigd uitvoeren van dit magazijn de in geding zijnde omgevingsvergunning aangevraagd.
Verzoeker woont op het aangrenzende perceel [adres aangrenzend perceel] en exploiteert daar een melkrundveehouderij. Hij heeft bezwaren tegen de vergunde wijziging omdat het magazijn nu langwerpig wordt uitgevoerd en daardoor dichter op de emissiepunten van zijn veehouderij komt te liggen. Volgens verzoeker wordt nu de 50 meter-grens die ingevolge de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) moet worden aangehouden bij een geurgevoelig object overschreden en wordt zijn bedrijfsvoering daardoor (verder) beperkt. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om het bestreden besluit te schorsen. Volgens verweerder en derde partij wordt verzoeker door de gewijzigde...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT