Uitspraak Nº AWB 20_6287 en 20_5238. Rechtbank Gelderland, 2020-12-17
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2020:6659 |
Docket Number | AWB 20_6287 en 20_5238 |
Date | 17 Diciembre 2020 |
Court | Rechtbank Gelderland (Neederland) |
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummers: ARN 20/6287, 20/5238
(gemachtigde: mr. M.T. Lamers),
en
(gemachtigde: mr. E.A.M. Terwindt).
Bij besluit van 19 juni 2020 heeft de burgemeester besloten dat het pand aan de [locatie] in [woonplaats] met ingang van 29 juni 2020 voor de duur van 12 maanden gesloten moet worden.
Bij besluit van 24 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft online plaatsgevonden op 14 december 2020. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De burgemeester heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en mr. C. Brunenberg.
Waarover gaat deze zaak?
1. Deze zaak gaat over de last tot sluiting van het pand aan de [locatie] in [woonplaats] . De burgemeester heeft gelast de woning met ingang van 29 juni 2020 voor de duur van 12 maanden te sluiten en gesloten te houden. De burgemeester heeft ingestemd de ingangsdatum van de sluiting uit te stellen naar 2 juli 2020. Vanaf 2 juli 2020 is het pand gesloten.
Verzoeker is de eigenaar van het pand aan de [locatie] , een rijtjeswoning in een woonwijk in [woonplaats] . Naar aanleiding van een anonieme melding is op 24 april 2020 in de woning een vuilniszak met hennepresten gevonden. In de schuur bij de woning is het volgende aangetroffen:
- 99 hennepplanten;
- 20 assimilatielampen;
- 2 koolstoffilters
- een aan/afzuiginstallatie.
De burgemeester heeft hierin aanleiding gezien het pand te sluiten voor de duur van 12 maanden. Hij doet dit op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet omdat in de woning middelen als bedoeld in lijst II van deze wet aanwezig waren.
Verzoeker is het niet eens met het besluit waarin de sluiting wordt gelast en hij is hiertegen in beroep gegaan. Verzoeker wil daarnaast dat het bestreden besluit wordt geschorst. Daarom heeft hij een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.
Na afloop van de zitting is de voorzieningenrechter tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. De voorzieningenrechter doet daarom ook uitspraak op het beroep. Artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dit mogelijk.
Waarom is verzoeker het niet eens met de sluiting?
2. Verzoeker voert allereerst aan dat de burgemeester er ten onrechte vanuit gaat dat het pand geen woning is, maar een ‘overig lokaal’ zoals bedoeld in zijn beleid. Volgens verzoeker is sprake van een woning. Het pand heeft een woonbestemming, is een rijtjeshuis in een woonwijk en de woning is door verzoeker vanaf 1 januari 2020 voor de duur van één jaar verhuurd aan [huurder] . Uit de informatie van de politie blijkt dat de begane grond er bewoond uit zag. Het feit een hennepkwekerij op het adres is ontmanteld deed de huurovereenkomst niet eindigen. Omdat de huurder één maand na de inval nog steeds niet te bereiken was en geen huur meer betaalde, is verzoeker rond 1 juni 2020 zelf de woning gaan bewonen. Daarbij wijst hij op de verklaring van de buren, die hebben gezien dat zijn auto er dagelijks geparkeerd stond, dat...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT