Uitspraak Nº AWB- 20_7438 VV. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-07-28

ECLIECLI:NL:RBZWB:2020:3479
Docket NumberAWB- 20_7438 VV
Date28 Julio 2020
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 20/7438 NOW VV

uitspraak van 28 juli 2020 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen [naam verzoekers] te [vestigingsplaats verzoekers], verzoekster,

en

de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

namens deze de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV; kantoor Breda), verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 8 juli 2020 (bestreden besluit) van de minister inzake de afwijzing van haar aanvraag om een tegemoetkoming op grond van de Tweede tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (Now2). Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 23 juli 2020. Verzoekster is, met voorafgaand bericht, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L. Weterings. Aan het einde van de zitting heeft de voorzieningenrechter het onderzoek gesloten.

Verzoekster heeft na de zitting nog stukken ingebracht. Omdat het onderzoek al gesloten is, worden deze stukken niet betrokken bij de beoordeling.

Overwegingen

1. Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting gaat de voorzieningenrechter uit van de volgende feiten en omstandigheden.

Verzoekster heeft een aanvraag gedaan voor een subsidie op grond van de Now2.

Bij bestreden besluit is de aanvraag afgewezen.

2. Verzoekster heeft, samengevat, aangevoerd dat er wel een loonsom bekend is bij het UWV. Door een menselijke fout zijn in de aangiften van januari, februari en maart 2020 niet de juiste waarden ingevuld. De bedragen zijn echter ongewijzigd en op 3 juni 2020 stond dit ook zo in de systemen van de belastingdienst. Het is daarom onnavolgbaar en disproportioneel om de aanvraag af te wijzen. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht te bepalen dat het UWV, namens de minister, binnen 24 uur een bedrag van € 45.360,-- moet betalen. Met haar schrijven van 22 juli 2020 heeft verzoekster haar verzoek uitgebreid. Verzoekster wil een bedrag aan loonkostensubsidie van € 85.500,-- ontvangen, zij eist een schadevergoeding en een opheffing van het belverbod/sanctionering van wangedrag.

3. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT