Uitspraak Nº AWB- 20_9180 VV + 20_9181. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-11-26

ECLIECLI:NL:RBZWB:2020:5910
Docket NumberAWB- 20_9180 VV + 20_9181
Date26 Noviembre 2020
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummers: BRE 20/9180 OPIUMW VV en BRE 20/9181 OPIUMW

uitspraak van 26 november 2020 van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [naam verzoeker] , te [woonplaats verzoeker] , verzoeker,

gemachtigde: mr. J.J.H.M. de Crom,

en

de burgemeester van de gemeente Waalwijk, verweerder.

Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen:

[naam derde partij] , te [woonplaats] .

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 28 september 2020 (bestreden besluit) van de burgemeester over de last onder bestuursdwang tot sluiting van een woning en schuur aan [adres] voor de duur van drie maanden op grond van artikel 13b van de Opiumwet (OW).

Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 12 november 2020. Verzoeker was daarbij aanwezig met [naam X] en zijn gemachtigde. De burgemeester heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam vertegenwoordiger] . Derde partij is niet verschenen.

Overwegingen

1. Feiten en omstandigheden

Eiser is, samen met zijn ex-echtgenote [naam derde partij] , eigenaar van het perceel aan [adres] (het perceel). Op het perceel zijn een woning en een aangrenzende schuur aanwezig.

Op 15 januari 2020 is het perceel bezocht door een toezichthouder van de gemeente en een medewerker van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant voor een controle op een verbouwing (asbest). Zij hebben de politie eenheid Zeeland-West-Brabant geïnformeerd dat er in de schuur op het perceel voorwerpen zijn aangetroffen die in hennepkwekerijen worden gebruikt. De politie heeft vervolgens het volgende aangetroffen:

- 2 tijdschakelaars ingesteld op 12 uur;

- diverse droognetten;

- 1 dompelpomp;

- 2 armaturen;

- 2 assimilatielampen van 600 watt;

- 2 transformatoren van 600 watt;

- 1 professionele elektronische knipmachine van het merk The Canna Cutter;

- 2 zwarte kweektenten;

- 2 flenzen;

- 2 flessen Bio Nova voedingsmiddelen van 1 liter;

- 2 buisventilatoren;

- 1 gripzakje;

- 2 rollen elektrakabels;

- 2 flenzen;

- 1 handmatige vernevelaar.

Daarnaast heeft de politie geconstateerd dat alle wanden en het plafond van de schuur waren voorzien van lichtkleurige isolerende platen. In het plafond zaten meerdere bevestigingshaken en restanten van purschuim. Ook zaten in het plafond twee grote ronde gaten. In de wand waar de loopdeur aanwezig was, zat een groot rond gat naar buiten. Volgens de politie kan de schuur snel weer in gebruik worden genomen als hennepkwekerij.

Bij brief van 10 maart 2020 heeft de burgemeester aan verzoeker en aan zijn ex-echtgenote het voornemen kenbaar gemaakt om met toepassing van artikel 13b OW een last onder bestuursdwang op te leggen, waarbij hen zal worden gelast om de woning en de schuur te sluiten voor een periode van drie maanden.

Verzoeker heeft zijn zienswijze tegen dit voornemen kenbaar gemaakt.

Bij besluit van 9 april 2020 (het primaire besluit) heeft de burgemeester aan verzoeker en aan zijn ex-echtgenote een last onder bestuursdwang opgelegd tot sluiting van de woning en de schuur voor een periode van drie maanden met ingang van 14 mei 2020 om 10.00 uur.

Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Ook heeft hij een verzoek om voorlopige voorziening ingediend (BRE 20/6419 OPIUMW VV). Hij heeft dit verzoek ingetrokken, nadat de burgemeester had aangegeven de sluiting op te schorten tot de maatregelen rondom de coronacrisis dit weer toe zouden laten.

In bezwaar heeft verzoeker primair aangevoerd dat de burgemeester niet bevoegd is om de sluiting van de woning te gelasten, omdat een gedeelte van de aanwezige goederen oude en reeds gebruikte hennepgoederen betrof, die niet meer ‘bestemd zijn tot’ het plegen van hennepgerelateerde delicten.

Op 7 juli 2020 heeft er een hoorzitting plaatsgevonden bij de commissie bezwaarschriften van de gemeente Waalwijk (de commissie). De commissie heeft de burgemeester op 4 augustus 2020 geadviseerd het bezwaar van verzoeker op basis van de primaire bezwaargrond gegrond te verklaren en het primaire besluit te herroepen.

Bij het bestreden besluit heeft de burgemeester dit advies van de commissie niet overgenomen. De burgemeester heeft het bezwaar ongegrond verklaard en de last tot sluiting van de woning en schuur in stand gelaten. De sluitingsdatum is vastgesteld op donderdag 29 oktober 2020 om 10.00 uur.

De burgemeester heeft toegezegd dat met de uitvoering van het besluit zal worden gewacht tot één week na de uitspraak van de voorzieningenrechter.

2. Voorlopige voorziening en beroep

De voorzieningenrechter is van oordeel dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de hoofdzaak en doet daarom op grond van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep.

3. Wettelijk kader

De relevante wet- en regelgeving is, ten behoeve van de leesbaarheid, opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.

4. Beroepsgronden

Verzoeker heeft, samengevat, aangevoerd dat de bevoegdheid tot sluiting ontbreekt, omdat de bij hem in de schuur aangetroffen goederen simpelweg niet bestemd zijn tot het plegen van de in artikel 11a OW genoemde delicten. Primair stelt verzoeker dat de bestemming van de goederen niet meer actueel is en subsidiair dat deze goederen niet bestemd zijn om grootschalig dan wel bedrijfsmatig hennep te telen.

Volgens verzoeker zal de burgemeester moeten kunnen onderbouwen dat, gezien de door de politie geconstateerde feitelijke omstandigheden, voldoende aannemelijk is dat sprake is van een verboden voorbereidingshandeling. Om te beoordelen of de burgemeester bevoegd is op grond van artikel 13b OW ontkomt hij niet aan het bestuderen en interpreteren van de strafrechtelijke jurisprudentie op het gebied van artikel 11a OW, of sprake is van een voorwerp of een stof als bedoeld in dat artikel. Dat betekent dat voor de bevoegdheid tot sluiting aannemelijk moet zijn dat de bestemming van de aangetroffen voorwerpen nog actueel is. Verzoeker stelt dat niet vereist is dat de eigenaar van de spullen daadwerkelijk bezig was met het opruimen van de spullen. In dit kader verwijst verzoeker naar een uitspraak van de rechtbank Amsterdam1.

Verzoeker heeft uitgebreid en consistent verklaard over het eerdere gebruik van de aangetroffen spullen. Deze verklaring heeft hij onderbouwd met aangeleverde stukken, waaronder een getuigenverklaring van [naam X] . Daarnaast ondersteunt het feit dat alle goederen in een hoeveelheid van maximaal twee stuks zijn aangetroffen de verklaring van verzoeker. Omdat de bestemming van de voorwerpen niet actueel was, ontbreekt de bevoegdheid tot sluiting.

Subsidiair zijn de aangetroffen voorwerpen vanwege hun aard en/of functie niet geschikt voor bedrijfsmatige hennepteelt. Van belang hierbij is de mate van professionaliteit en de gerichtheid op het behalen van financiële winst. Alle goederen zijn aangetroffen in hoeveelheden van één of twee. Daarmee kan niet gezegd worden dat deze goederen bestemd waren voor bedrijfsmatig gebruik onder professioneel gecreëerde omstandigheden ter bevordering van een optimale oogst en een optimale financiële opbrengst van de hennepkwekerij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT