Uitspraak Nº AWB- 20_9758 en 21_387. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2022-01-14

ECLIECLI:NL:RBZWB:2022:144
Date14 Enero 2022
Docket NumberAWB- 20_9758 en 21_387
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummers: BRE 20/9758 en 21/387 GEMWT

uitspraak van 14 januari 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [naam eiser 1]

[naam eiser 2] ,

[naam eiser 3] ,

[naam eiser 4] ,

[naam eiser 5] ,

[naam eiser 6] ,

allen te [plaatsnaam] , eisers,

gemachtigde: mr. J.A. de Boe,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen, verweerder.

Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen:

[naam derde partij] , te [plaatsnaam 2] .

Procesverloop

In het besluit van 30 juni 2020 (primair besluit I) heeft het college het handhavingsverzoek van eisers over de fruitboomgaard op het perceel van de derde partij afgewezen (BRE 20/9758 GEMWT). Eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Zij hebben vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van de beslissing op bezwaar.

In het besluit van 24 november 2020 (bestreden besluit I) heeft het college alsnog beslist op de bezwaren van eisers. Gelet op artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt het beroep tegen het niet tijdig nemen van het besluit geacht mede te zijn gericht tegen bestreden besluit I.

In het besluit van 30 november 2020 (bestreden besluit II) heeft het college, onder handhaving van bestreden besluit I, het verzoek om toekenning van een proceskostenvergoeding afgewezen (BRE 21/387 GEMWET). Ook tegen dit besluit hebben eisers beroep ingesteld.

Het college heeft in beide zaken een verweerschrift ingediend.

De beroepen zijn behandeld ter zitting in Breda op 3 december 2021. Eisers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam vertegenwoordiger verweerder] , mr. S. Abdullah en ir. N. Tiernego. De derde partij is niet verschenen.

Overwegingen

Feiten en omstandigheden

1. Eisers zijn eigenaren van de percelen gelegen aan de [straatnaam] [huisnummer]1, [huisnummer 2]2 en [huisnummer 3]3 en Lageweg [huisnummer 4]4 te [plaatsnaam] . De derde partij is eigenaar van het perceel O [perceelnummer] (verder: perceel) en exploiteert daarop een fruitboomgaard.

Het college heeft op 8, 12, 18 en 27 mei 2020 schriftelijke verzoeken van eisers ontvangen om handhavend op te treden tegen de fruitboomgaard op het perceel van de derde partij. Eisers leggen aan hun verzoeken ten grondslag dat de fruitbomen op het perceel in strijd zijn met het bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ” en de gebruiksregels.

Op 26 mei 2020 heeft het college aan eisers het voornemen kenbaar gemaakt om de verzoeken om handhaving af te wijzen. Eisers hebben daartegen een zienswijze ingediend.

Het college heeft in primair besluit I de verzoeken om tot handhaving over te gaan afgewezen. Primair omdat er geen sprake is van met het bestemmingsplan strijdig gebruik. Subsidiair bestaat er concreet zicht op legalisatie, omdat op 26 juni 2020 het ontwerpbestemmingsplan [naam bestemmingsplan 2] – waarin fruitteelt op het perceel is gelegaliseerd – ter inzage is gelegd. Daarom ziet het college af van handhavend op te treden.

Op 1 oktober 2020 heeft de gemeenteraad het nieuwe bestemmingsplan vastgesteld.

Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen primaire besluit I. Het college heeft op 27 oktober 2020 besloten de beslistermijn te verlengen (primair besluit II). Eisers hebben het college een ingebrekestelling gestuurd vanwege het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar. In primair besluit III heeft het college de ingebrekestelling als prematuur aangemerkt en zijn de gevorderde dwangsommen afgewezen. Ook daartegen hebben eisers bezwaar gemaakt.

Bij bestreden besluit I zijn de bezwaren van eisers [naam eiser 3] , [naam eiser 2] , [naam eiser 4] , [naam eiser 6] en [naam eiser 5] niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen belanghebbenden zouden zijn. Het bezwaar van eiseres [naam eiser 1] is ontvankelijk, maar ongegrond verklaard.

Na het nemen van bestreden besluit I heeft het college in bestreden besluit II de in bezwaar gevraagde proceskostenvergoeding afgewezen. Bestreden besluit I is hierbij inhoudelijk niet gewijzigd.

Standpunten van partijen

2.1

Eisers voeren in beroep tegen bestreden besluit I aan – onder verwijzing naar de in bezwaar aangevoerde gronden – dat alle eisers belanghebbende zijn. Voor alle eisers geldt dat het zicht door de boomgaard beperkt wordt en dit niet alleen afhankelijk is van het vooraanzicht. Er is volgens eisers sprake van strijd met het bestemmingsplan en er is geen beroep op het overgangsrecht mogelijk. De fruitbomen zijn na 14 maart 2013 geplant, terwijl de bestemmingsplannen “ [naam bestemmingsplan] ” (2013) en “ [naam bestemmingsplan 3] ” (2007) geen fruitteelt op het perceel toestaan. Dat is ook in lijn met de ruilverkavelingsafspraken. Ter onderbouwing van de stelling dat de fruitbomen pas na 14 maart 2013 zijn geplant, verwijzen eisers naar overgelegde kaarten van ZRD5 en de landschapsstructuurkaart uit 2012. De door het college bij primair besluit I overgelegde kaart uit 2007 kan niet juist zijn, omdat daarop een woning staat die pas in 2012 is gebouwd. Daarnaast is er volgens eisers geen concreet zicht op legalisering. Het nieuwe bestemmingsplan [naam bestemmingsplan 2] (2020), waarin fruitteelt op het perceel is gelegaliseerd, lag ten tijde van het indienen van de zienswijze nog niet ter inzage en had ook niet vastgesteld kunnen worden. Er moest namelijk eerst een nieuw agrarisch bouwvlak vrijkomen en dat is niet gebeurd. Er is ook niet voldaan aan de voorwaarde dat de AAZ6 positief zou adviseren ten aanzien van een volwaardig agrarisch bedrijf. Nu aan beide voorwaarden niet is voldaan, kan het nieuwe bestemmingsplan niet gelden als grond voor afwijzing van het handhavingsverzoek. Eisers zijn van mening dat er sprake is van ‘détournement de pouvoir’.

Ten aanzien van de op 27 oktober 2020 toegepaste verlenging van de beslistermijn in bezwaar handhaven eisers hun stelling dat de beslistermijn in bezwaar op 3 november 2020 is verstreken. De beslistermijn is niet rechtsgeldig verlengd, omdat primair besluit II niet ondertekend is, de verdaging niet onderbouwd is en het college een en ander niet bekrachtigd heeft voorafgaand aan het verstrijken van de beslistermijn. Eisers maken met ingang van 23 november 2020 aanspraak op een dwangsom wegens het niet tijdig nemen van bestreden besluit I.

Tegen bestreden besluit II voeren eisers aan dat de motivering van primair besluit I in bestreden besluit I is aangepast en dat hierom ook een proceskostenvergoeding toegekend had moeten worden.

2.2

Het college stelt zich op het standpunt dat alleen eiseres [naam eiser 1] als belanghebbende kan worden beschouwd. De brief van 27 oktober 2020 is abusievelijk niet ondertekend door de thuiswerkmaatregelen, maar uit het dossier volgt wel dat de behandelend ambtenaar verzocht heeft om verzending van de brief aan eisers. De verlenging hoeft niet gemotiveerd te worden. Het beroep heeft van rechtswege ook betrekking op de beslissing om de gevorderde dwangsom af te wijzen en dus heeft college de bezwaarschriften van 3 januari 2020 tegen verlenging van de beslistermijn en de afwijzing van de dwangsommen aan de rechtbank doorgestuurd. Het college handhaaft de afgewezen handhavingsverzoeken. De boomgaard stond er al vanaf 2005. Dat volgt uit de verklaring van de eigenaar, de foto van de stam en wordt bevestigd door de foto van Nedbrowser van maart 2007. De bijlage bij primair besluit I ziet op 2007; de huidige bebouwing is over de oude bebouwing geprojecteerd. Er is geen sprake van herroeping van primair besluit I en dus is de proceskostenvergoeding op goede gronden afgewezen.

Omvang geschil

3.1

De rechtbank stelt vast dat het college met bestreden besluit II een besluit heeft genomen in de zin van artikel 6:19 van de Awb. Met dit besluit is bestreden besluit I aangevuld. Ter beoordeling van de rechtbank liggen het beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit voor en verder de bestreden besluiten I en II, die samen de beslissing op bezwaar vormen.

3.2

In geschil is of het college een deel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT