Uitspraak Nº AWB - 21 _ 102. Rechtbank Den Haag, 2021-02-23

ECLIECLI:NL:RBDHA:2021:1759
Date23 Febrero 2021
Docket NumberAWB - 21 _ 102
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
REchtbank DEN Haag

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 21/102

uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 februari 2021 op het verzoek om een voorlopige voorziening tussen

Contactgroep Rijswijk Zuid en Vereniging Natuurlijk Delfland, te Rijswijk, verzoekers,

(gemachtigde: mr. L. van Schie-Kooman)

en

het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk, verweerder

(gemachtigden: mr. D. Korsse, F. de Bruin en ing. M. van Vlijmen).

Derde-partij: Gemeente Rijswijk, vergunninghouder.
Procesverloop

Bij besluit van 20 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan de gemeente Rijswijk een omgevingsvergunning verleend voor het voorbelasten van het gebied Pasgeld-West op het perceel kadastraal bekend gemeente [gemeenteplaats] , sectie [X] , nummer [kadastraal nummer] .

Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 februari 2021. Verzoekers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Namens Vereniging Natuurlijk Delfland is A. E. de Leur verschenen en namens Contactgroep Rijswijk Zuid is I. Jansen-Vergeer verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

2. Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, als voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het verzoek van verzoekers om een voorlopige voorziening heeft op grond van artikel 6:1, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), schorsende werking. Dat betekent dat het bestreden besluit niet in werking treedt voordat op het verzoek is beslist. Hierdoor is het vergunninghouder niet toegestaan om gebruik te maken van de aan hem verleende omgevingsvergunning (aanlegvergunning), tot deze uitspraak. Ter zitting is van de zijde van verweerder verklaard dat 40% van de werkzaamheden in het kader van de voorbelasting inmiddels is gerealiseerd en dat de werkzaamheden na de uitspraak van de voorzieningenrechter worden voortgezet. Verzoekers hebben gewezen op de onomkeerbare gevolgen van de voortzetting van de werkzaamheden. Daarmee is het spoedeisend belang van verzoekers naar het oordeel van de voorzieningenrechter gegeven. Het spoedeisend belang is overigens door verweerder ter zitting ook niet bestreden.

3. De gemeente Rijswijk heeft op 11 november 2020 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het voorbelasten van (een deel van) het gebied Pasgeld-West op het perceel kadastraal [gemeenteplaats] , sectie [X] , perceelnummer [kadastraal nummer] . De aanvraag is ingediend ten behoeve van de ontwikkeling van het gebied Pasgeld-West te Rijswijk voor woningbouw.

4. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de gevraagde omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten ‘werk of werkzaamheden’ en ‘handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’ op grond van artikel 2.1 lid 1 sub b juncto artikel 2.11 lid 2 juncto artikel 2.1 lid 1 sub c en artikel 2.12 lid 1, sub a, onder 1 van de Wabo juncto 26.4 van het vigerende bestemmingsplan.

5. Verzoekers hebben in hun verzoekschrift, onder verwijzing naar de door hen ingediende bezwaarschriften, uitvoerig aangegeven waarom zij zich niet kunnen verenigen met de verleende omgevingsvergunning. Zij voeren -samengevat- aan dat verweerder een vergunning op grond van de Wet bodembescherming en een ontheffing of een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) had moeten aanvragen. Nu de omgevingsvergunning eerst is aangevraagd geldt volgens verzoekers een aanhaakplicht en dienen toestemmingen op grond van de Wnb en de Wabo één procedure te doorlopen met toepassing van de uitgebreide voorbereidingsprocedure met terinzagelegging van de ontwerpbesluiten. De voorbelasting heeft volgens verzoekers verstrekkende gevolgen voor de natuurwaarden in het projectgebied. Verder voeren zij aan dat het vigerende ‘Masterplan Rijswijk Zuid’ onvoldoende rekening houdt met de geprojecteerde ontwikkelingen in andere gebieden. Voorafgaand aan het besluit had een actualisatie van het ‘Masterplan Rijswijk Zuid’ plaats moeten vinden. Ook wordt volgens verzoekers niet voldaan aan artikel 26.4.3 van de planregels uit het bestemmingsplan. De ophoging vindt volgens verzoekers plaats ten behoeve van de voorbelasting voor de beoogde woningbouw, terwijl deze woningbouw nog niet mogelijk is en daarvoor zelfs een bouwverbod geldt. Het perceel heeft naast de dubbelbestemming ‘waarde-archeologie’ de bestemming ‘wonen-uit te werken 2’. Een uitwerkingsplan is nog niet ter inzage gelegd. De gevolgen van de werkzaamheden voor het gebied zijn zodanig ingrijpend en bovendien onomkeerbaar. Deze werkzaamheden kunnen eerst uitgevoerd worden als er zekerheid bestaat dat woningbouw ter plaatse kan worden gerealiseerd.

6. Belanghebbendheid

6.1

Artikel 1:2, eerste lid, van de Awb is het volgende bepaald: "Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken."

6.2.

Artikel 1:2, derde lid, van de Awb luidt: "Ten aanzien van rechtspersonen worden als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen."

6.3.

Voor de beantwoording van de vraag of een rechtspersoon belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2, eerste en derde lid, van de Awb, is bepalend of de rechtspersoon krachtens zijn statutaire doelstelling en blijkens zijn feitelijke werkzaamheden een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken algemeen of collectief belang in het bijzonder behartigt.

6.4.

Verweerder stelt zich op het standpunt dat verzoekers niet als belanghebbenden als bedoeld in artikel 1:2, derde lid, van de Awb kunnen worden aangemerkt omdat hun belang niet rechtstreeks bij de verleende omgevingsvergunning is betrokken. Volgens verweerder heeft de vereniging Natuurlijk Delfland als statutaire doelstelling ‘het bijdragen aan de natuur- en landschapsbescherming in de ruimste zin’. Die doelstelling is volgens verweerder te algemeen en het aan de orde zijnde vergunningsstelsel strekt tot bescherming van de archeologische waarden die in de ondergrond aanwezig kunnen zijn en niet tot de belangen die de vereniging Natuurlijk Delfland in het bijzonder behartigt. De Contactgroep Rijswijk-Zuid heeft als statutaire doelstelling het handhaven en/of verbeteren van woon- en leefmilieu in Rijswijk Zuid. Dit belang is evenzeer erg algemeen en evenmin betrokken bij het besluit om de omgevingsvergunning te verlenen. De bescherming van de archeologische waarden waarop het vergunningstelsel ziet, houdt immers geen verband met het woon-en leefmilieu, aldus verweerder.

6.5.

De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat verzoekers wel als belanghebbenden bij het bestreden besluit kunnen worden aangemerkt. Het bestreden besluit heeft betrekking op een activiteit die plaatsvindt binnen het in de statuten van beide verzoekers duidelijk omschreven afgebakende werkgebied. De activiteit heeft ook impact op het woon- en leefmilieu, voor de handhaving en verbetering waarvan de Contactgroep Rijswijk-Zuid zich blijkens de statuten ook inzet. Dat de Contactgroep zich daarvoor in relatie tot de onderhavige activiteit in het (collectieve) belang van de omwonenden, die zich in de Contactgroep hebben verenigd, ook daadwerkelijk inzet blijkt genoegzaam uit de ter zitting beschreven feitelijke werkzaamheden van de Contactgroep. Deze bestaan onder meer uit het elke twee weken overleggen met de externe procesbegeleider Urban Sync, het organiseren van workshops en bijeenkomsten en de petitie voor het behoud van een groen en open Pasgeld. De activiteit heeft ook gevolgen voor de natuur en het landschap voor de bescherming waarvan Natuurlijk Delfland zich blijkens de statuten inzet. Dat blijkt ook uit de ter zitting beschreven feitelijke werkzaamheden, zoals natuureducatie door middel van lezingen, een natuurcafé en de organisatie van informatie- en thema-avonden en het organiseren van de demonstratie “Stop de Megaschool”.

De...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT