Uitspraak Nº AWB - 21 _ 2418. Rechtbank Midden-Nederland, 2022-01-13

ECLIECLI:NL:RBMNE:2022:314
Date13 Enero 2022
Docket NumberAWB - 21 _ 2418
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Amersfoort

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 21/2418

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 januari 2022 in de zaak tussen [eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. G. Kranendonk),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt, verweerder

(gemachtigde: mr. S.W.C. Bonnet).

Procesverloop

Bij besluit van 18 november 2020 heeft verweerder eiser een omgevingsvergunning geweigerd voor het levensloop bestendig maken van een gebouw op het perceel [adres] te [woonplaats] (het perceel).

Bij besluit van 20 april 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 oktober 2021. Eiser is verschenen, vergezeld van zijn echtgenote en zoon en bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en [A] . Op de zitting zijn [B] en [C] als getuigen gehoord.

Overwegingen

Feiten

1. Eiser is eigenaar van het perceel. In de jaren twintig van de vorige eeuw is door de toenmalige eigenaar een vergunning aangevraagd en verleend voor het bouwen van een schuur in het achtererfgebied van het perceel. Aan deze schuur (hierna: het tuinmanshuis) is per 15 maart 2018 huisnummer [huisnummer 1] toegekend. De hoofdwoning heeft nummer [huisnummer 2] . In september 2020 is bij een controle door de gemeente gebleken dat in het tuinmanshuis een woonkamer, keuken en douche/toilet en op eerste verdieping een slaapkamer zijn gerealiseerd. Eiser heeft op 2 oktober 2020 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend omdat hij het tuinmanshuis wil vergroten en geschikt wil maken voor levensloop bestendig gebruik. Verweerder heeft de gevraagde omgevingsvergunning geweigerd.

Grondslag bestreden besluit

2. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat het bouwplan in strijd is met de beheersverordening en de van toepassing verklaarde regels uit het bestemmingsplan, omdat het tuinmanshuis een bijgebouw is waarin niet mag worden gewoond en omdat er niet meer hoofdgebouwen mogen worden gerealiseerd dan er ten tijde van de eerste terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan bestonden. Verder mag het bijgebouw niet worden vergroot omdat het maximaal aantal toegestane vierkante meter aan bijgebouwen al is overschreden. Het gebruik van het bijgebouw als woning valt volgens verweerder niet onder het overgangsrecht.

Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid om op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2⁰, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) af te wijken van het bestemmingsplan.

Standpunt eiser

3. Eiser voert in beroep aan dat het tuinmanshuis moet worden aangemerkt als een hoofdgebouw, wat betekent dat daarin mag worden gewoond. Dit hoofdgebouw mag ook vergunningvrij worden uitgebouwd.

Subsidiair voert eiser aan dat het gebruik van het tuinmanshuis voor bewoning onder het overgangsrecht valt.

Wettelijk kader

4. Op het perceel is van toepassing de Beheersverordening De Bilt 2 (deelgebied 3) (de

Beheersverordening), vastgesteld op 8 januari 2015.

Artikel 4 Deelgebied 3 van de Beheersverordening luidt:

Op de gronden die zijn aangegeven als 'Deelgebied 3', wordt het beheer van het bestaande gebruik, waaronder mede bouwen is begrepen, bepaald door toepassing van:

  1. de planregels die zijn opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Bilthoven Oost 2005 Deelgebied 3 PLANREGELS, uitgezonderd de navolgende artikelen: 1. artikel 3, lid III onder 3.6;

  2. de verbeelding die is opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende bestemmingsplan Bilthoven Oost 2005 Deelgebied 3 VERBEELDING;

danwel,

de na inwerkingtreding van het bestemmingsplan onherroepelijk geworden besluiten bij of krachtens de artikelen 15 en 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), dan wel artikel 3.22 (Wro), dan wel artikel 2.12 Wabo, één en ander zoals blijkt uit het gemeentelijk bouwarchief.

Art 5, tweede lid, onder a, van bestemmingsplan Bilthoven Oost 2005 Deelgebied 3 (het bestemmingsplan) bepaalt dat op of in de in lid 1 bedoelde (voor Woondoeleinden aangewezen) gronden uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken mogen worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

a. per bestemmingsvlak mogen, met uitzondering van de nader op de plankaart aangeduide bouwmogelijkheden voor 1 woning, niet meer hoofdgebouwen worden gerealiseerd dan op het tijdstip van eerste terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan bestaan;

[…]

Het begrip ‘hoofdgebouw’ is in artikel 1 van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT