Uitspraak Nº AWB - 21 _ 3369. Rechtbank Den Haag, 2022-07-14
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2022:6755 |
Docket Number | AWB - 21 _ 3369 |
Date | 14 Julio 2022 |
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/3369
(gemachtigde: mr. A. Rosmalen),
en
(gemachtigde: mr. M. Krikhaar).
Bij besluit van 5 november 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om een verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap (verklaring Nederlanderschap) geweigerd.
Bij besluit van 31 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 juli 2022 via een beeldverbinding. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en mr. D. Karasahin.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Waar gaat deze zaak over?
1. Volgens verweerder heeft eiseres haar Nederlanderschap op 1 april 2013 verloren omdat zij vanaf 10 oktober 1991 de Amerikaanse en de Nederlandse nationaliteit had en, gerekend vanaf 1 april 20031, gedurende tien jaar geen hoofdverblijf had in Nederland, Curaçao, Aruba, Sint Maarten of EU-land. Daarom is de verklaring Nederlanderschap geweigerd. In deze zaak is de het de vraag of het verlies van het Nederlanderschap voor eiseres onevenredig was vanuit het oogpunt van Unierecht.
Wat vinden verweerder en eiseres?
Verweerder stelt dat het verlies van het Nederlanderschap voor eiseres op 1 april 2013 (peildatum) niet onevenredig was vanuit het oogpunt van Unierecht. Nog los van het feit dat eiseres geen concrete aantoonbare plannen had om rond de peildatum in Nederland of een van de EU-landen te gaan werken, zou eiseres als Amerikaanse bij het vinden van een postdoctorale onderzoeksfunctie geen bijzondere moeilijkheden hebben ondervonden. Eiseres had een verblijfvergunning als kennismigrant kunnen krijgen. Bij deze evenredigheidstoets speelt het feit dat eiseres vlak vóór de peildatum een aanvraag om een paspoort heeft gedaan geen rol.
Eiseres vindt dat het verlies van het Nederlanderschap voor haar onevenredige gevolgen heeft uit oogpunt van Unierecht. Zij had rond de peildatum de intentie om, na het behalen van haar doctoraat, in Nederland of een ander EU-land een aanstelling te krijgen en met haar gezin naar Nederland te vertrekken. Verweerder heeft ten onrechte nagelaten de omstandigheden, waardoor het verlies van het Nederlanderschap is ingetreden, te betrekken bij de evenredigheidstoets. Eiseres doelt daarmee op de paspoortaanvraag van 12 februari 2013. Indien deze was ingewilligd, was haar Nederlandse nationaliteit niet vervallen. Eiseres kon buiten haar schuld niet tijdig voldoen aan de vraag om een Certificat of Citizenship over te leggen.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
...Om verder te lezen
PROBEER HET UIT