Uitspraak Nº AWB - 21 _ 3506. Rechtbank Noord-Holland, 2022-09-15

ECLIECLI:NL:RBNHO:2022:8259
Docket NumberAWB - 21 _ 3506
Date15 Septiembre 2022
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
Rechtbank noord-holland

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 21/3506

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 september 2022 in de zaak tussen [eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: N.J.J. Jonk),

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren, kantoor Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2019 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning en een verzamelinkomen van € 21.626.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 augustus 2022 te Haarlem.

Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden mr. [naam 1] en mr. [naam 2] .

Overwegingen

Feiten

  1. Eiseres heeft op 3 maart 2020 aangifte IB/PVV gedaan voor het jaar 2019. Het aangegeven verzamelinkomen bedraagt € 9.023 en bestaat uit pensioen, lijfrente of een andere uitkering ten bedrage van € 21.967 en een aftrek uitgaven specifieke zorgkosten ten bedrage van € 12.944, na aftrek van een drempel van € 362.

  2. In 2019 heeft eiseres een voor haar op maat gemaakte elektrische fiets “ [type] ” aangeschaft bij [bedrijf] (de elektrische fiets). De factuur voor de elektrische fiets bedraagt € 8.168,90. Verder heeft eiseres een bedrag van € 832,68 betaald voor een fietsverzekering.

  3. In 2009 heeft eiseres een verzoek op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) gedaan om een tegemoetkoming in de kosten van een elektrische fiets. Deze aanvraag is in 2010 afgewezen. In 2019 heeft eiseres opnieuw een elektrische fiets aangeschaft. Voor deze elektrische fiets, waarvan de aftrek nu in geschil is, heeft eiseres, om haar moverende redenen, geen WMO-aanvraag gedaan.

  4. Bij het vaststellen van de aanslag IB/PVV is verweerder afgeweken van de aangifte. Verweerder heeft de aftrek van € 9.002 voor de elektrische fiets en de fietsverzekering niet geaccepteerd.

  5. In de bezwaarfase heeft eiseres twee betalingsbewijzen voor de elektrische fiets aan verweerder verstrekt tot een totaalbedrag van € 7.204,09. Voorafgaand aan de zitting heeft eiseres een creditnota ter grootte van € 930,75 overgelegd.

Geschil

6. Niet meer in geschil is dat de elektrische fiets aangemerkt kan worden als een ‘ander hulpmiddel’ in de zin van artikel 6.17, eerste lid aanhef en onderdeel d van de Wet IB 2001. In geschil is wel of deze kosten op eiseres...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT