Uitspraak Nº AWB- 21_262. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2022-01-31

ECLIECLI:NL:RBZWB:2022:434
Docket NumberAWB- 21_262
Date31 Enero 2022
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 21/262 WET

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 januari 2022 in de zaak tussen [naam eiser] , te [plaatsnaam] (D), eiser,

en

de burgemeester van de gemeente Waalwijk, verweerder.
Procesverloop

In het besluit van 11 september 2020 (primair besluit) heeft de burgemeester een bestuurlijke boete aan eiser opgelegd wegens overtreding van de Drank- en Horecawet (DHW).

In het besluit van 10 december 2020 (bestreden besluit) heeft de burgemeester het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

De burgemeester heeft een verweerschrift ingediend.

Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 29 december 2021.

Hierbij was namens de burgemeester aanwezig [naam vertegenwoordiger verweerder] .

Eiser is, met telefonisch bericht van verhindering, niet verschenen.

Overwegingen

1. Eiser exploiteert een nachtwinkel/slijterij ( [naam onderneming] ) aan de [adres] te [plaatsnaam 2] . Hij beschikt over een vergunning op grond van de DHW van 22 november 2019 voor het uitoefenen van het slijtersbedrijf in het slijterijgedeelte van de nachtwinkel.

Op 16 juni 2020 is de inrichting gecontroleerd op naleving van de DHW. Geconstateerd is dat in de [naam onderneming] het slijtersbedrijf werd uitgeoefend in afwijking van de vergunning. Geconstateerd is dat sterke drank aanwezig was in het winkelgedeelte van het pand. Op de toonbank in de winkel stonden voor de verkoop dozen gevuld met flesjes sterke drank met prijsaanduiding, namelijk:

 Kleiner Klopfer ‘Top Speed’ 20 ml 15% Vol € 1,50;

 Kleiner Klopfer ‘Sauerkirsch’ 20 ml 16% Vol € 1,50;

 Kuemmerling Kräuterlikör 20 ml 35% Vol € 2,00.

Op de koelvitrine naast de kassa stond ook een fles wodka. Op het etiket van de fles stond het volgende: Wodka Gorbatschow 0,7 l 37,5% Vol € 15,00.

De burgemeester heeft eiser bij brief van 16 juli 2020 gewezen op het bepaalde in artikel 25, eerste lid, van de DHW, dat het verboden is om sterke drank aanwezig te hebben anders dan in de slijtlokaliteit die in de vergunning is vermeld. Hij heeft eiser daarbij kenbaar gemaakt voornemens te zijn om een bestuurlijke boete aan eiser op te leggen van € 1.360,=.

Op 29 juli 2020 heeft eiser naar aanleiding daarvan mondeling zijn zienswijze naar voren gebracht.

Vervolgens heeft de burgemeester bij het primaire besluit een bestuurlijke boete aan eiser opgelegd van € 1.360,= wegens overtreding van artikel 25, eerste lid, onder a, van de DHW en gelet op de artikelen 2 en 3 van het Besluit bestuurlijke boete DHW. De burgemeester heeft in het primaire besluit ook op de zienswijze van eiser gereageerd. De zienswijze heeft niet tot gevolg gehad dat is afgezien van het opleggen van een bestuurlijke boete.

Bij het bestreden besluit heeft de burgemeester de bezwaren van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard. De burgemeester heeft daarbij het primaire besluit in stand gelaten.

2. De rechtbank dient te beoordelen of de burgemeester op goede gronden een bestuurlijke boete aan eiser heeft opgelegd.

Beroepsgronden

3. Eiser voert aan dat in het bestreden besluit geen rekening is gehouden met zijn gezondheid en ook niet met de Coronacrisis die nog steeds heerst. Eiser heeft in dat verband toegelicht dat hij 75% omzet heeft moeten inleveren door die omstandigheden. Volgens eiser stonden de genoemde artikelen er puur als reclame-uiting en zijn deze niet geschikt voor consumptie. Eiser heeft daarnaast kritiek geuit over de manier waarop de controle is uitgevoerd. Eiser geeft aan zich daardoor gediscrimineerd te voelen dat hij als een zware crimineel wordt neergezet.

4. Sinds 1 juli 2021 geldt de Alcoholwet en met ingang van die datum zijn de DHW en het Besluit bestuurlijke boete DHW vervallen. Ten tijde van het bestreden besluit golden nog de regels uit de DHW en het Besluit bestuurlijke boete DHW.

Ingevolge artikel 25, eerste lid, van de DHW – zoals dat gold ten tijde van het bestreden besluit – is het degene die, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf of horecabedrijf, een ruimte voor het publiek geopend houdt, verboden:

  1. in die ruimte alcoholhoudende drank aanwezig te hebben, tenzij dit geschiedt ten dienste van het rechtmatig in die ruimte bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse, mits deze drank zich bevindt in een verpakking die voldoet aan de bij artikel 17 gestelde eis;

  2. in de voor het publiek niet toegankelijke delen van die ruimte alcoholhoudende drank in voorraad te hebben, tenzij het betreft:

  1. het in voorraad hebben...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT