Uitspraak Nº AWB/ROE 20/515. Rechtbank Limburg, 2020-12-02
ECLI | ECLI:NL:RBLIM:2020:9461 |
Docket Number | AWB/ROE 20/515 |
Date | 02 Diciembre 2020 |
RECHTBANK limburg
Zittingsplaats Maastricht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB/ROE 20/515
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 december 2020 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiseres 2], te [woonplaats] , eisers,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul, verweerder
(gemachtigde: mr. T. Goossens).
Als derde-partij (vergunninghouder) heeft aan het geding deelgenomen: [vergunninghouder], te [woonplaats]
(gemachtigde: mr. R.P.M. Cratsborn).
Procesverloop
Bij besluit van 27 juni 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder vergunninghouder een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning aan de [adres] te [woonplaats] .
Bij besluit van 14 januari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers tegen het primaire besluit gedeeltelijk gegrond verklaard vanwege een niet deugdelijke motivering. Verweerder heeft de omgevingsvergunning in stand gelaten met een nadere motivering.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 november 2020. Eiser [eiser 1] is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Vergunninghouder is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.
Overwegingen
1. Naar aanleiding van de aanvraag van vergunninghouder heeft verweerder bij het primaire besluit een omgevingsvergunning verleend op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor de bouw van een (vrijstaande) woning (hoofdgebouw) aan de [adres] te [woonplaats] .
Bij besluit van 6 april 2020 heeft verweerder het primaire besluit gewijzigd en een omgevingsvergunning verleend voor het verplaatsen van de voordeur naar de voorkant van de woning en het verplaatsen van enkele binnenwanden op onderhavige locatie. Eiser heeft ter zitting verklaard geen bezwaar te hebben tegen voornoemde wijzigingen van de verleende omgevingsvergunning.
2. Verweerder stelt zich op het standpunt - kort weergegeven - dat in afwijking van het geldende bestemmingsplan (Kernen 2010 1e herziening) met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2ᵒ, van de Wabo een omgevingsvergunning is verleend voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk (zogenaamd ‘kruimelgeval’). Verweerder stelt dat de reden dat er van het bestemmingsplan (en de beleidsregel voor bouwen en gebruik in strijd met het planologisch regime van maart 2013) moet worden afgeweken is gelegen in het feit dat er anders geen kwalitatief goede woning kan worden gebouwd, terwijl de bouw van een woning op grond van de bestemming ‘wonen’ is toegestaan. Voorts is...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT