Uitspraak Nº C/01/315409 / HA ZA 16-771. Rechtbank Oost-Brabant, 2017-09-06

ECLIECLI:NL:RBOBR:2017:4704
Date06 Septiembre 2017
Docket NumberC/01/315409 / HA ZA 16-771

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

zaaknummer / rolnummer: C/01/315409 / HA ZA 16-771

Vonnis van 6 september 2017

in de zaak van

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE BERNHEZE,

zetelend te Heesch,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. M.J.A. Verhagen te Eindhoven,

tegen

de stichting

STICHTING RECREANDERS,

gevestigd te Zaandijk,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. B.S. Friedberg te Amsterdam.

Partijen zullen hierna de gemeente en Recreanders genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 1 februari 2017

  • -

    de conclusie van antwoord in reconventie

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 6 juni 2017.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Recreanders verkreeg bij notariële akte van 11 december 2006 voor een koopprijs van € 59.600, het recht van erfpacht op een perceel grond, plaatselijk bekend [adres] , groot 10 aren en 59 centiaren. Dit perceel is gelegen op Recreatieoord De Wildhorst en is bestemd voor gebruik voor vier (sta)caravans of chalets. De gemeente is eigenaar van dit perceel en van diverse andere kavels op Recreatieoord De Wildhorst die ook in erfpacht zijn uitgegeven. Eind 2006 waren Mooi Weer Recreatie BV (hierna Mooi Weer) en Jusoma Holding BV (hierna Jusoma) ieder erfpachters van een groot aantal kavels. Daarnaast was sprake van meerdere particuliere erfpachters van ieder één kavel. In de erfpachtvoorwaarden is bepaald dat voor de erfpachtrechten een jaarlijkse canon verschuldigd is.

2.2.

De gemeente maakte per 1 januari 2008 aanspraak op een verhoging van de canon gebaseerd op de waarde van de kavels per die datum. Mooi Weer, Jusoma en Recreanders weigerden de canon over het jaar 2008 en de daarop volgende jaren aan de gemeente te betalen. Zij stelden zich op het standpunt dat zij geen canon aan de gemeente verschuldigd waren, onder meer omdat zij de canon tot het einde van het erfpachtrecht hadden afgekocht. Subsidiair stelden zij zich op het standpunt dat de gemeente de canon niet mocht verhogen.

2.3.

De gemeente startte bij de rechtbank ’s‑Hertogenbosch (thans genaamd rechtbank Oost-Brabant) een procedure met zaak- en rolnummer 198645 / HA ZA 09-1992 tegen Mooi Weer, Jusoma en Recreanders. Bij eindvonnis van 28 september 2011 verklaarde de rechtbank voor recht dat Mooi Weer, Jusoma en Recreanders uit hoofde van de erfpachtovereenkomst de canon aan de gemeente verschuldigd waren en dat de gemeente de canon per 1 januari 2008 mocht verhogen. De drie erfpachters werden veroordeeld tot betaling van de canon. Mooi Weer, Jusoma en Recreanders stelden hoger beroep in tegen dat vonnis. Bij eindarrest van 26 mei 2015 (prod. 3 gemeente) bekrachtigde het gerechtshof ’s‑Hertogenbosch het vonnis wat betreft de verklaringen voor recht, maar vernietigde het hof de veroordeling tot betaling van de canon. Het hof oordeelde dat de gemeente gerechtigd was de canon te verhogen per 1 januari 2008, maar stelde de hoogte van de canon anders vast. Het hof verklaarde voor recht welke uitgangspunten golden voor de berekening van de canons die door de drie erfpachters verschuldigd waren en veroordeelde Mooi Weer, Jusoma en Recreanders tot betaling van de volgens die uitgangspunten te berekenen canons en de wettelijke rente daarover. Het hof droeg aan de gemeente op om binnen een maand na het arrest aangepaste canonfacturen over de jaren 2008 tot en met 2014 aan Recreanders en de andere twee erfpachters toe te zenden.

2.4.

Op 15 juni 2015 zond de gemeente facturen aan Recreanders voor de canons over de jaren 2008 tot en met 2014 van totaal € 18.216,32 en voor de canon over 2015 van € 3.863,23, totaal € 22.079,56. Recreanders had in 2012 een bedrag van € 101,25 betaald, zodat daarvan € 21.978,31 resteerde. Recreanders betaalde ondanks sommatie niets aan de gemeente. De gemeente legde executoriaal beslag op het recht van erfpacht van Recreanders en liet dat op 8 oktober 2015 veilen, maar het erfpachtrecht werd niet verkocht.

2.5.

Bij exploot van 6 november 2015 zegde de gemeente het recht van erfpacht van Recreanders op tegen 1 januari 2015 onder verwijzing naar artikel 5:87 lid 2 BW. Omdat Recreanders zich op het standpunt stelde dat volgens de erfpachtakte een opzegtermijn van zes maanden in acht moest worden genomen, trok de gemeente die opzegging bij herstelexploot van 18 januari 2016 in en zegde zij het recht van erfpacht van Recreanders op tegen 1 augustus 2016. Op 1 februari 2016 stuurde de gemeente een factuur aan Recreanders voor de canon over de periode van 1 januari 2016 tot 1 augustus 2016 van € 2.268,38.

2.6.

Recreanders stelde de kavel per 1 augustus 2016 niet ter beschikking van de gemeente en weigerde mee te werken aan de doorhaling van het erfpachtrecht in de openbare registers, maar beriep zich op een retentierecht. Recreanders stelde zich op het standpunt dat de gemeente op grond van artikel 5:87 BW bij het einde van het erfpachtrecht de waarde van het erfpachtrecht moest vergoeden en dat die waarde hoger was dan de achterstallige canons.

3 Het geschil in conventie
3.1.

De gemeente vordert samengevat -

  1. te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT