Uitspraak Nº C/02/370402 / JE RK 20-573. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-07-24

ECLIECLI:NL:RBZWB:2020:3410
Docket NumberC/02/370402 / JE RK 20-573
Date24 Julio 2020
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht

Zittingsplaats: Middelburg

Zaakgegevens : C/02/370402 / JE RK 20-573

datum uitspraak: 24 juli 2020

beschikking conflictbehandeling schriftelijke aanwijzing

in de zaak van

[verzoekster] hierna te noemen de moeder,

wonende te Middelburg, advocaat: mr. S. van de Voorde te Middelburg,

betreffende

[minderjarige 1] , geboren op [geboortedag] 2004 te Middelburg, hierna te noemen [minderjarige 1] ,

[minderjarige 2] geboren op [geboortedag] 2012 te Goes, hierna te noemen [minderjarige 2] , [minderjarige 3] , geboren op [geboortedag] 2014 te Goes, hierna te noemen [minderjarige 3] ,

[minderjarige 3] , geboren op [geboortedag] 2018 te Goes, hierna te noemen [minderjarige 3] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[minderjarige 1] , voornoemd,

WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING, hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI), gevestigd te Amsterdam, advocaat mr. T.I. Visser te Amsterdam.

[belanghebbende 1] , hierna te noemen grootmoeder (pleegmoeder van [minderjarige 1] ), wonende te Middelburg,

[belanghebbende 2] , hierna te noemen de pleegouders van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] ,

wonende te Zierikzee,

[belanghebbende 3] , hierna te noemen de pleegouders van [minderjarige 3] ,

wonende te ’s-Heer Hendrikskinderen.

De kinderrechter merkt als informant aan:

[informant] , hierna te noemen de (stief)vader, wonende te Middelburg.

Op grond van artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg, om de rechtbank te adviseren.

Het procesverloop


Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- De beschikking van de kinderrechter van 2 juni 2020 in deze procedure, en de daarin genoemde stukken;

- de beschikking van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, 200.275.766/01 van 11 juni 2020;

- de e-mail met bijlage van de pleegouders van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] met bijlage van 12 juni 2020.

- de brief van mr. Van de Voorde met bijlagen van 24 juni 2020;

- de brieven van [verzoekster] van 17 juni 2020, 24 juni 2020 en 6 juli 2020, alsook haar ter zitting overlegde notitie;

- de brief van de GI met bijlagen van 29 juni 2020;

- de brief van de grootmoeder van 10 juli 2020;

Op 14 juli 2020 heeft de kinderrechter de behandeling van de zaak ter zitting met gesloten deuren voortgezet.

Gehoord zijn:

- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,

- een vertegenwoordiger van de GI, bijgestaan door haar advocaat,

- een vertegenwoordiger van de Raad,

- [minderjarige 1] .

Opgeroepen en niet verschenen zijn:

- de vader,

- de pleegouders van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] ,

- de pleegouders van [minderjarige 3] .

- de grootmoeder.

De feiten


Verwezen wordt allereerst naar de beschikking van deze kinderrechter van 2 juni 2020 in deze procedure.

In die beschikking heeft de kinderrechter onder meer het volgende overwogen:

“Vast is komen te staan dat de visies van de partijen over waar het perspectief van de minderjarigen moet liggen, ver uiteenlopen. (…) Om een beslissing op het onderhavige verzoek te kunnen nemen, acht de kinderrechter het van belang dat er allereerst door het Hof uitspraak is gedaan in het hoger beroep van de moeder. Duidelijkheid over het perspectief van de kinderen is immers van doorslaggevend belang voor het vaststellen van een passende contactregeling.

Gelet hierop, zal de kinderrechter de beslissing op het verzoek aanhouden, tot de hierna te melden datum, in afwachting van de uitspraak van het Hof. Na bekendmaking van de uitspraak van het Hof zullen de (advocaat van) de moeder en de GI in de gelegenheid gesteld worden om binnen twee weken schriftelijk hun (nadere) standpunten kenbaar te maken aan de kinderrechter. (…)

Daarnaast verzoekt de kinderrechter de partijen om zich uit te laten over de positie van [minderjarige 1] . Tijdens het minderjarigengesprek is gebleken dat [minderjarige 1] de moeder en de stiefvader bezoekt wanneer zij hier behoefte aan heeft. Dit verloopt goed. Zij krijgt zowel van de GI als van de moeder en stiefvader de vrijheid om de bezoeken zelf in te richten.”

Bij beslissing van 11 juni 2020 heeft het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, voor zover hier...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT