Uitspraak Nº C/03/191082 / HA ZA 14-257. Rechtbank Limburg, 2016-06-22

ECLIECLI:NL:RBLIM:2016:5335
Date22 Junio 2016
Docket NumberC/03/191082 / HA ZA 14-257

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer / rolnummer: C/03/191082 / HA ZA 14-257

Vonnis van 22 juni 2016

in de zaak van

FREDERIK WILLEM UDO

in hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MAECON WERKVOORZIENING BV,

wonende te Maastricht,

eiser,

advocaat mr. F.W. Udo,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[naam] MANAGEMENT BV,

gevestigd te Heerlen,

gedaagde,

advocaat mr. D.E.A.F. Aertssen.

Partijen zullen hierna de curator en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding,

  • -

    de conclusie van antwoord,

  • -

    de conclusie van repliek,

  • -

    de conclusie van dupliek,

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 16 juni 2015,

  • -

    de conclusie na comparitie van de curator,

  • -

    de antwoordconclusie na comparitie van [gedaagde] ,

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 11 maart 2015.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

In 1996 is Maecon NV opgericht. Binnen deze vennootschap werden activiteiten ontwikkeld op onder andere het gebied van de uitvoering van regelingen met betrekking tot gesubsidieerde arbeid en het managen van Europese subsidieprogramma’s. De aandelen van deze rechtspersoon werden gehouden door acht gemeenten.

In het kader van een privatisering en een management buy-out is Maecon Groep BV (verder Groep BV) opgericht. Deze vennootschap is gaan optreden als holding met onder meer Maecon NV en het nieuw opgerichte Maecon Werk BV (verder Werk BV) als dochtermaatschappijen. Bij oprichting van Groep BV werd 44% van de aandelen gehouden door [gedaagde] , 36% door Hazen Management B.V. (verder: ‘Hazen BV’) en 20% door de Stichting Administratiekantoor Aandelen Werknemer Maecon Groep BV (verder: ‘STAK’). Op 2 januari 2003 is Maecon Werkvoorziening BV (verder Werkvoorziening BV) als dochtermaatschappij van Werk BV opgericht.

Op 23 juni 2004 heeft Werkvoorziening BV aan [gedaagde] € 90.000,00 geleend, waarbij is overeengekomen dat over het geleende bedrag door [gedaagde] een rente is verschuldigd gelijk aan de ECB herfinancieringsrente vermeerderd met 250 basispunten. Later is op deze schuld door [gedaagde] afgelost en zijn er - onder dezelfde condities - gelden bijgeleend. Per 1 november 2007 bedroeg de schuld van [gedaagde] aan Werkvoorziening BV

€ 150.000,00. Werkvoorziening BV heeft ook aan Hazen BV geld geleend. Per 1 november 2007 bedroeg de schuld van Hazen BV € 40.000,00.

Op enig moment zijn er tussen Groep BV en TEN Ventures II BV (verder: ‘TEN BV’) gesprekken gevoerd over investering door TEN BV in Groep BV. Op of omstreeks 25 juni 2010 is tussen Groep BV, [gedaagde] , Hazen BV, AWS Beheer & Management Maatschappij BV (welke rechtspersoon participeert in TEN BV maar verder in deze zaak geen rol speelt) en TEN BV een zogenoemde participatie- & aandeelhoudersovereenkomst (verder: ‘de participatieovereenkomst’) gesloten (productie 1 van [gedaagde] ). Hierin is onder meer bepaald dat [gedaagde] en Hazen BV 38,5% respectievelijk 31,5% van de aandelen in Groep BV overdragen aan TEN BV (inmiddels hadden [gedaagde] en Hazen BV de aandelen van STAK overgenomen), met als gevolg dat TEN BV 70% van de aandelen verwerft en [gedaagde] en Hazen BV 16,5% respectievelijk 13,5% van de aandelen behouden. De koopprijs van de door [gedaagde] over te dragen aandelen bedraagt € 192.500,00, waarbij de schuld van TEN BV ter zake is omgezet in een lening van [gedaagde] aan TEN BV voor dit bedrag. Voor de door Hazen BV verkochte aandelen is eenzelfde constructie gehanteerd. Verder bepaalt de participatieovereenkomst dat TEN BV aan Groep BV een achtergestelde geldlening verstrekt ter hoogte van € 1.000.000,00, zulks ten behoeve van ‘de realisatie van de groeiplannen van bestaande en/of nieuwe dochtervennootschappen en gelieerde stichtingen’.

2.5.

Eveneens op of omstreeks 25 juni 2010 is tussen de Groep BV, [gedaagde] , Hazen BV en TEN BV een overeenkomst gesloten waarin is vastgelegd dat partijen het van belang achten dat [gedaagde] en Hazen BV nog geruime tijd aan Groep BV verbonden blijven en dat, indien [gedaagde] en/of Hazen BV op 1 juli 2011 middels managementovereenkomst nog werkzaamheden verrichten voor Groep BV, aan [gedaagde] en Hazen BV door Groep BV in 2011 een bonus van in totaal € 100.000,00 wordt uitgekeerd (productie 5a van de curator en productie 6 van [gedaagde] ). Van deze bonus zou € 55.000,00 aan [gedaagde] toekomen en € 45.000,00 aan Hazen BV en betaling zou plaatsvinden ‘ten laste van het resultaat 2011’ door gedeeltelijke verrekening met de schulden van [gedaagde] en Hazen BV aan Werkvoorziening BV uit hoofde van de geldleningsovereenkomsten van 23 juni 2004. In navolging van partijen zal deze overeenkomst de bonusovereenkomst worden genoemd.

2.6.

Op enig moment na overdracht van de aandelen in Groep BV en het verstrekken van de achtergestelde geldlening zoals overeengekomen in de participatieovereenkomst, heeft TEN BV zich op het standpunt gesteld dat [gedaagde] en Hazen BV de eveneens in de participatieovereenkomst opgenomen garanties niet zijn nagekomen. Naar aanleiding van de daarop gevolgde discussie tussen TEN BV enerzijds en [gedaagde] en Hazen BV anderzijds, is tussen deze partijen overlegd over een minnelijke regeling. TEN BV heeft in dat kader een concept voor een vaststellingsovereenkomst (verder in navolging van partijen: ‘schikkingsovereenkomst’) opgesteld (productie 8 van [gedaagde] ) dat door de advocaat van [gedaagde] en Hazen BV is becommentarieerd (productie 9 van [gedaagde] ).

2.7.

In het concept van de schikkingsovereenkomst worden Groep BV, [gedaagde] , Hazen BV, TEN BV en Werkvoorziening BV als partijen genoemd. In dit concept is onder meer opgenomen dat:

- [gedaagde] en Hazen BV hun vorderingen op TEN BV uit hoofde van de geldlening naar aanleiding van de overdracht van de aandelen Groep BV kwijtschelden,

- wordt afgezien van de uitvoering van de bonusovereenkomst,

- de schuld uit geldlening van [gedaagde] en Hazen BV van € 150.000,00 respectievelijk

€ 40.000,00 aan Werkvoorziening BV (in het concept als rekening-courantschuld omschreven) wordt kwijtgescholden,

- TEN BV haar claim onder de garanties tegen [gedaagde] en Hazen BV intrekt.

2.8.

In het door de advocaat van [gedaagde] en Hazen BV becommentarieerde exemplaar van het onder 2.7. genoemde concept zijn, voor zover hier relevant, de volgende wijzigingen aangebracht:

- in plaats van volledige kwijtschelding van de vorderingen van [gedaagde] en Hazen BV op TEN BV worden deze deels verrekend met de vorderingen van Werkvoorziening BV op...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT