Uitspraak Nº C/03/240962 / HA ZA 17-515. Rechtbank Limburg, 2019-08-07

ECLIECLI:NL:RBLIM:2019:7281
Docket NumberC/03/240962 / HA ZA 17-515
Date07 Agosto 2019

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer: C/03/240962 / HA ZA 17-515

Vonnis bij vervroeging van 7 augustus 2019

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats eiser] ,

eiser,

advocaat mr. H.F.A. Bronneberg,

tegen:

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats gedaagde] ,

gedaagde,

advocaat mr. C.H.J.M. van Heugten.

Eiser zal hierna [eiser] genoemd worden en gedaagde [gedaagde] . De rechtbank zal de nummering van het hierna genoemde tussenvonnis van 20 maart 2019 voortzetten.

12 Het verloop van de procedure
12.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het door deze rechtbank tussen partijen gewezen tussenvonnis van 20 maart 2019;

  • -

    de door [gedaagde] genomen akte na tussenvonnis;

  • -

    de door [gedaagde] genomen conclusie na enquête;

  • -

    de door [eiser] genomen conclusie na enquête met de producties 14 en 15.

12.2

Nadat de zaak vervolgens voor beraad partijen is gezet, heeft [eiser] vonnis gevraagd en heeft [gedaagde] gevraagd akte opgave getuigenverhoor te mogen nemen. De gevraagde akte is geweigerd, omdat [gedaagde] krachtens het vonnis van 20 maart 2019 op de rol van 24 april 2019 al opgave getuigen had moeten doen. Vervolgens is bepaald dat vonnis wordt gewezen.

13 De beoordeling
13.1

Uit de eerder tussen partijen in dit geschil gewezen vonnissen blijkt dat tussen 14 januari 2017 en 11 juli 2017 in totaal € 195.317,85 van rekeningen van [eiser] is afgeschreven. Van alle schriftelijke bankafschrijvingen heeft [gedaagde] in elk geval 19 maal de handtekening van [eiser] vervalst. Het totaalbedrag waarmee via 11 door [gedaagde] vervalste bankafschriften geld is afgeschreven, is € 88.642,56. Geoordeeld is dat de vordering van [eiser] in elk geval tot dit bedrag zal worden toegewezen. [gedaagde] is vervolgens in de gelegenheid gesteld om van op het eerste gezicht niet verklaarbare opnames te bewijzen dat die opgenomen gelden ten goede zijn gekomen aan [eiser] en/of met goedvinden van [eiser] zijn opgenomen en besteed. Hierbij is nog overwogen dat de Algemene Volmacht die [eiser] aan [gedaagde] heeft gegeven, niet meer inhield dan, kort gezegd, dat [gedaagde] [eiser] kan en mag vertegenwoordigen. Daarmee hield de volmacht niet in dat [gedaagde] naar eigen inzicht over het geld van [eiser] mocht beschikken en uitgaven mocht doen die in haar kraam pasten.

Het aantal door de rechtbank in het tussenvonnis van 20 maart 2019 geselecteerde opnames/posten was zo groot, dat [gedaagde] bij dit tussenvonnis is opgedragen om eerst bij akte per post een duidelijke en concrete omschrijving te geven wat er precies is betaald met het uitgegeven geld. Daarna konden desgewenst getuigen worden gehoord, die al wel meteen bij de net genoemde door [gedaagde] te nemen akte moesten worden aangekondigd. Aan de hand van die per post duidelijke en concrete omschrijving zou de rechtbank op verzoek van [gedaagde] getuigen kunnen horen. [gedaagde] heeft niet tijdig getuigen voorgedragen, zodat de rechtbank nu verder recht zal doen met inachtneming van het door [gedaagde] in haar akte na tussenvonnis van 20 maart 2019 aangevoerde.

13.2.1

Na kennisname...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT