Uitspraak Nº C/03/309841 / KG ZA 22-372. Rechtbank Limburg, 2022-10-26

ECLIECLI:NL:RBLIM:2022:8614
Docket NumberC/03/309841 / KG ZA 22-372
Date26 Octubre 2022
RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht

Familie en jeugd

Datum uitspraak: 26 oktober 2022

Zaaknummer : C/03/309841 / KG ZA 22-372

De voorzieningenrechter, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het volgende kortgeding vonnis gewezen

inzake

[eiser] ,
eiser, hierna te noemen de man,
wonend te [woonplaats 1] ,
advocaat mr. A.H. van Gerwen, kantoor houdend te Eindhoven;

tegen:


[gedaagde] ,
gedaagde, hierna te noemen de vrouw,

wonend te [woonplaats 2] ,

niet verschenen.

1 Het verloop van de procedure
1.1.

De man heeft de vrouw gedagvaard in kort geding. Op de dienende dag, 26 oktober 2022, is de man in persoon ter zitting verschenen, bijgestaan door zijn advocaat. De vrouw is niet verschenen.

1.2.

De dagvaarding is in gesloten enveloppe aan het adres van de vrouw betekend, zodat de voorzieningenrechter vast heeft gesteld dat de dagvaarding op de juiste wijze is betekend. Tegen de vrouw is daarom verstek verleend, waarna de man heeft gesteld en gevorderd als in die dagvaarding vermeld.

1.3.

De voorzieningenrechter heeft terstond mondeling uitspraak gedaan waarvan dit vonnis de schriftelijke neerslag vormt.

2 De feiten
2.1.

Uit de inmiddels beëindigde buitenechtelijke relatie tussen de vrouw en de man zijn geboren:

- [minderjarige 1] , op [geboortedatum] 2021 te [geboorteplaats] en

- [minderjarige 2] , op [geboortedatum] 2021 te [geboorteplaats] .

2.2.

De man heeft [minderjarige 1] en [minderjarige 2] niet erkend en de vrouw heeft alleen het gezag over hen.

2.3.

Bij proces-verbaal van deze rechtbank van 9 december 2021 zijn partijen in onderling overleg een begeleide omgangsregeling via het Axiehuis tussen de man en de kinderen overeengekomen.

2.4.

Tussen partijen is een bodemprocedure aanhangig (zaaknummer C/03/303450/ FA RK 22-1172) ter zake de erkenning van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] door de man, vaststelling van een zorg- en contactregeling en het gezamenlijk gezag.

3 Het geschil
3.1.

De man heeft, na wijziging ter zitting inhoudende intrekking van zijn subsidiaire vordering voor zover deze ziet op omgangsbegeleiding door het Axiehuis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, gevorderd om:

“1. Primair: een onbegeleide voorlopige omgangsregeling tussen de man en kinderen vast te stellen, welke wekelijks op zaterdag, althans zondag van 10.00 uur tot 16.00 uur zal...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT