Uitspraak Nº C/05/341643 / FA RK 18-2559. Rechtbank Gelderland, 2019-12-09

ECLIECLI:NL:RBGEL:2019:6094
Docket NumberC/05/341643 / FA RK 18-2559
Date09 Diciembre 2019
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en jeugdrecht

Zittingsplaats Arnhem

Zaakgegevens: C/05/341643 / FA RK 18-2559 en

C/05/337999 / FA RK 18-1672

Datum uitspraak: 9 december 2019

beschikking alimentatie en zorgregeling

in de zaken van

[verzoekster] (nader te noemen: de vrouw en/of de moeder),

wonende te [woonplaats] ,

advocaat mr. G. Altena te Arnhem,

tegen

[verweerder] (nader te noemen: de man en/of de vader),

wonende te [woonplaats] ,

advocaat mr. J.H.J. Joosten te Arnhem.

1 Het verdere verloop van de procedure
1.1.

Het verdere procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

  • -

    de tussenbeschikkingen van deze rechtbank van 9 augustus 2018 en 14 december 2018 en de daarin genoemde stukken;

  • -

    het verweerschrift kinderalimentatie, ingekomen op 29 november 2018;

  • -

    een F9 formulier met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 14 februari 2019;

  • -

    het verweerschrift tegen zelfstandig verzoek, ingekomen op 18 februari 2019;

  • -

    een F9 formulier met bijlagen van de vrouw, ingekomen per e-mail op 19 maart 2019;

  • -

    een F9 formulier van de vrouw met een wijziging/vermeerdering verzoek, ingekomen op 24 april 2019;

  • -

    een F9-formulier met bijlage van de vrouw, ingekomen per e-mail op 25 april 2019;

  • -

    het bericht van de vrouw met producties, ingekomen per fax op 31 oktober 2019;

  • -

    het bericht van de man, ingekomen per fax op 4 november 2019.

1.2.

[het kind] is bij beschikking van 16 september 2019 (zaakkenmerk: 357890/ 19-1087) onder toezicht gesteld voor de duur van één jaar.

1.3.

In de beschikking van 9 augustus 2018 heeft de rechtbank onder meer de Raad verzocht te rapporteren en te adviseren over de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling, en is iedere verdere beslissing aangehouden. Het verzoek met betrekking tot de kinderalimentatie is eerder afgesplitst maar wordt in deze beschikking gelijktijdig behandeld.

1.4.

In de beschikking van 14 december 2018 heeft de rechtbank de hoofdverblijfplaats van [het kind] bij moeder vastgesteld en een voorlopige zorgregeling vastgesteld tussen de man en [het kind] inhoudende dat [het kind] met ingang van 7 januari 2019 om de week van vrijdag uit school tot maandag voor school bij de vader verblijft. Verder is iedere beslissing aangehouden tot 19 maart 2019 en zijn de advocaten van partijen verzocht de rechtbank en de Raad uiterlijk op 19 maart 2019 te berichten over de stand van zaken en de gewenste voortgang van de procedure.

1.5.

De moeder heeft bij verzoekschrift van 28 mei 2018 diverse verzoeken gedaan. De verzoeken waarop nog geen definitieve beslissing is genomen betreffen de zorgregeling en de kinderalimentatie.

1.6.

Ter zitting heeft de moeder haar verzoek omtrent de zorgregeling gewijzigd. Zij verzoekt om de voorlopige zorgregeling waarbij [het kind] om de week van vrijdag uit school tot maandag voor school bij de vader verblijft als definitieve zorgregeling vast te leggen, op straffe van een dwangsom van € 250 per keer dat de vader de omgang niet nakomt.

1.7.

De moeder heeft haar verzoek over de kinderalimentatie bij bericht van 31 oktober 2019 gewijzigd en verzoekt te bepalen dat de Marokkaanse uitspraak waarin is bepaald dat de man aan de vrouw € 233,42 dient te voldoen, wordt erkend en voorts te bepalen dat de man dat bedrag aan de vrouw dient te voldoen.

1.8.

Bij het bericht van 31 oktober 2019 heeft de moeder haar verzoek vermeerderd en verzocht om haar met het eenhoofdig gezag over [het kind] te belasten.

1.9.

De vader heeft op alle punten verweer gevoerd.

1.10.

Op de mondelinge behandeling van 5 november 2019 waren de partijen aanwezig bijgestaan door hun advocaten. Mevrouw Wubbels als zittingsvertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming en de gezinsvoogd de heer R. Meinicke.

2 De verdere beoordeling

De zorgregeling

2.1.

Sinds de beschikking van 14 december 2018 verloopt de voorlopige zorgregeling met horten en stoten. Hoewel [het kind] het erg naar zijn zin heeft bij zijn vader en hem graag regelmatig wil zien, stopt zijn vader regelmatig de zorgregeling, omdat hij volwassenproblematiek in zijn relatie met [het kind] erbij haalt. Zo heeft de vader op dit moment een probleem in de samenwerking met de gezinsvoogd en heeft hij daarom gezegd dat hij de zorgregeling weer wil opschorten. Ook ter zitting heeft de vader gezegd dat hij geen contact wil met [het kind] zolang hij geen ‘vrijbrief’ heeft voor als hij in de gevangenis komt.

2.2.

De moeder heeft ter zitting haar verzoek gewijzigd zoals hiervoor omschreven. Zij verzoekt om een dwangsom op te leggen om ervoor te zorgen dat de vader de zorgregeling nakomt zodat [het kind] niet meer wordt teleurgesteld.

2.3.

Ter zitting heeft de zittingsvertegenwoordigster van de Raad geadviseerd om de voorlopige zorgregeling definitief vast te leggen en de uitvoering/invulling daarvan over te laten aan de gezinsvoogd. Daarbij moet aan de vader...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT