Uitspraak Nº C/08/185954 / KG ZA 16-157. Rechtbank Overijssel, 2016-06-14

ECLIECLI:NL:RBOVE:2016:2202
Date14 Junio 2016
Docket NumberC/08/185954 / KG ZA 16-157
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zwolle

zaaknummer / rolnummer: C/08/185954 / KG ZA 16-157

Vonnis in kort geding van 14 juni 2016

in de zaak van

1 [A] , in zijn hoedanigheid van gezamenlijk bevoegd testamentair

bewindvoerder over de door [B] aan [C] en [D] nagelaten of vermaakte goederen,

wonende te [plaats] ,

2. [E], in haar hoedanigheid van gezamenlijk bevoegd testamentair bewindvoerder over de door [B] aan [C] en [D] nagelaten of vermaakte goederen,

wonende te [plaats] ,

eisers,

advocaat mr. I.H. Grandjean te Wijhe,

tegen

[F],

wonende te [plaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. C. Boussidi te Zwolle.

Partijen zullen hierna [A q.q.] en [F] genoemd worden. Eisers zullen afzonderlijk worden aangeduid als respectievelijk [A] en [E] .

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding d.d. 19 mei 2016 met de producties A tot en met I

  • -

    de producties 1 tot en met 4 van [F]

  • -

    de producties J, K en L van [A q.q.]

  • -

    de mondelinge behandeling

  • -

    de pleitnota van [A q.q.]

  • -

    de pleitnota van [F] .

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[B] (verder: [B] ), dochter van [A] en [E] , is op 18 juni 1999 in gemeenschap van goederen getrouwd met [F] . Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren:

  • -

    [C] , geboren op 4 augustus 2000 (verder: [C] )

  • -

    [D] , geboren op 30 juni 2002 (verder: [D] ).

2.2.

Het huwelijk tussen [B] en [F] is op 18 april 2011 ontbonden.

2.3.

Tijdens de terechtzitting van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 21 september 2011 hebben [B] en [F] een overeenkomst gesloten met betrekking tot de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. In deze overeenkomst staat onder meer het volgende:

“(…)

3. Partijen zijn het eens dat de echtelijke woning en de daarop rustende hypotheekschuld van € 182.000,00 en daaraan gekoppelde levensverzekering per 15 april 2010 worden toebedeeld aan de vrouw; de waarde wordt vastgesteld op het gemiddelde van de twee taxatierapporten, € 185.500,-- respectievelijk € 195.000,--. De vrouw zal zich inspannen om de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypotheek te ontslaan.

4. De spaarvoorziening

Partijen verklaren dat zij gaan overleggen over al dan niet voortzetting hiervan. Komen zij niet binnen twee maanden na heden tot overeenstemming, dan wordt de voorziening beëindigd en de waarde per beëindigingdatum verdeeld. Partijen zijn zich ervan bewust dat hierbij een uitzondering wordt gemaakt op de overeengekomen peildatum. (…)”

2.4.

De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft in haar beschikking van 26 oktober 2011 de inhoud van voornoemde overeenkomst opgenomen.

2.5.

De voormalig echtelijke woning aan [adres] te [plaats] (verder: de woning) is in 2013 te koop gezet.

2.6.

[B] is op 4 maart 2015 overleden. [C] en [D] zijn haar erfgenamen.

2.7.

[B] heeft bij testament een beschermingsbewind ingesteld over de aan haar kinderen nagelaten of vermaakte goederen en [A] en [E] benoemd tot gezamenlijk bevoegde testamentair bewindvoerders. De zus van [B] , [G] , is benoemd tot executeur.

2.8.

In verband met het overlijden van [B] heeft de levensverzekering (Avéro) een bedrag van € 86.000,-- uitgekeerd. Dit bedrag is in mindering gebracht op de hypotheekschuld. In de polis van de verzekering staat daaromtrent het volgende:

“(…) De begunstigde zal de verzekerde uitkering aanwenden ter aflossing van de eigenwoningschuld in de zin van de Wet Inkomstenbelasting 2001 van de verzekeringnemer, van diens echtegeno(o)t(e) of van degenen met wie de verzekeringnemer duurzaam een gezamenlijke huishouding voert. (…)”

2.9.

De woning is verkocht en op 10 december 2015 geleverd voor een bedrag van € 180.000,--.

2.10.

De notaris, mr. R.K. Grit te Zwolle, heeft in verband met bedoeld transport een nota van eindafrekening opgesteld. De netto verkoopopbrengst van de woning bedraagt € 80.133,77, welk bedrag volgens de notaris bij helfte moet worden verdeeld tussen [F] en de erven van [B] .

2.11.

Tussen [F] en [A q.q.] en [G] is een verschil van mening ontstaan over de verdeling van de verkoopopbrengst. Zij zijn overeengekomen dat de notaris de verkoopopbrengst in depot houdt totdat tussen hen overeenstemming is bereikt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT